κτῆσις: Difference between revisions

m
Text replacement - "''' εως ἡ<b class="num">1)" to "''' εως ἡ<br /><b class="num">1)"
(nl)
m (Text replacement - "''' εως ἡ<b class="num">1)" to "''' εως ἡ<br /><b class="num">1)")
Line 26: Line 26:
}}
}}
{{elru
{{elru
|elrutext='''κτῆσις:''' εως ἡ<b class="num">1)</b> приобретение (χρημάτων Plat., Plut.; ἐπιστήμης Plat.): κτῆσίν τινος ποιεῖσθαι Thuc. приобрести что-л.;<br /><b class="num">2)</b> владение, обладание (πλούτου Soph.): κτῆσιν ἔχειν τῶν χρυσείων μετάλλων Thuc. владеть золотыми приисками;<br /><b class="num">3)</b> имущество, достояние (πατρῴα κ. Soph.; αἱ κτήσεις τῶν πολιτῶν Plat.).
|elrutext='''κτῆσις:''' εως ἡ<br /><b class="num">1)</b> приобретение (χρημάτων Plat., Plut.; ἐπιστήμης Plat.): κτῆσίν τινος ποιεῖσθαι Thuc. приобрести что-л.;<br /><b class="num">2)</b> владение, обладание (πλούτου Soph.): κτῆσιν ἔχειν τῶν χρυσείων μετάλλων Thuc. владеть золотыми приисками;<br /><b class="num">3)</b> имущество, достояние (πατρῴα κ. Soph.; αἱ κτήσεις τῶν πολιτῶν Plat.).
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=κτῆσις -εως, ἡ [κτάομαι] bezit, bezitting, eigendom:; χηρωσταὶ δὲ διὰ κτῆσιν δατέοντο zijn naaste verwanten verdeelden zijn bezit Il. 5.158; πατρῴαν κτῆσιν bezit van vaderskant Soph. El. 1290; τὰς κτήσεις μὴ ποιεῖν ἀναδάστους de bezittingen niet opnieuw te verdelen Aristot. Pol. 1309a15; het bezitten:. διὰ τὴν τῶν ὑέων κτῆσιν door het bezit van zoons Plat. Ap. 20b; ἐν κτήσει ἢ χρήσει τὸ ἄριστον ὑπολαμβάνειν het hoogste goed in het bezit of in het gebruik veronderstellen Aristot. EN 1098b32. het verwerven, verwerving:; τῶν χρημάτων τὴν κτῆσιν het verwerven van rijkdom Thuc. 1.13.1; ἡ δέ γε φιλοσοφία κτῆσις ἐπιστήμης filosofie is het verwerven van kennis Plat. Euthyd. 288d; ἀπόλαυσις κτήσει ἀντίκειται het profiteren wordt gesteld tegenover het verwerven Aristot. Rh. 1410a6; overdr.: κατ ’ ἔργου κτῆσιν passend bij het succes van de daad Soph. Tr. 230.
|elnltext=κτῆσις -εως, ἡ [κτάομαι] bezit, bezitting, eigendom:; χηρωσταὶ δὲ διὰ κτῆσιν δατέοντο zijn naaste verwanten verdeelden zijn bezit Il. 5.158; πατρῴαν κτῆσιν bezit van vaderskant Soph. El. 1290; τὰς κτήσεις μὴ ποιεῖν ἀναδάστους de bezittingen niet opnieuw te verdelen Aristot. Pol. 1309a15; het bezitten:. διὰ τὴν τῶν ὑέων κτῆσιν door het bezit van zoons Plat. Ap. 20b; ἐν κτήσει ἢ χρήσει τὸ ἄριστον ὑπολαμβάνειν het hoogste goed in het bezit of in het gebruik veronderstellen Aristot. EN 1098b32. het verwerven, verwerving:; τῶν χρημάτων τὴν κτῆσιν het verwerven van rijkdom Thuc. 1.13.1; ἡ δέ γε φιλοσοφία κτῆσις ἐπιστήμης filosofie is het verwerven van kennis Plat. Euthyd. 288d; ἀπόλαυσις κτήσει ἀντίκειται het profiteren wordt gesteld tegenover het verwerven Aristot. Rh. 1410a6; overdr.: κατ ’ ἔργου κτῆσιν passend bij het succes van de daad Soph. Tr. 230.
}}
}}