προτίθημι: Difference between revisions

1b
(nl)
(1b)
Line 36: Line 36:
{{elnl
{{elnl
|elnltext=προ-τίθημι, Ion. praes. 3 sing. προτιθεῖ imperf. προετίθην, προετίθειν en later προετίθουν, 3 plur. πρότιθεν Od. 1.112 med.-pass. προετιθέμην en προυτιθέμην; aor. προυθηκα en προέθηκα, med. προυθέμην en προεθέμην; aor. pass. προυτέθην en προετέθην; perf. προτέθεικα, med.-pass. προτέθειμαι; plqpf. med.-pass. προ(ε)τεθείμην; fut. προθήσω, med. προθήσομαι; fut. pass. προτεθήσομαι Hdt. 1.133.4, plur. - τιθεῖσι (i. p. v. - τίθεισι ); voor... zetten act. voor... zetten, voorzetten; met acc..; τραπέζας π. tafels klaarzetten Od. 1.112; met acc. en dat..;.. μοι σὺ προυθηκας σποδόν jij hebt hem als as voor me gezet Soph. El. 1198; π. ἀδελφῷ δεῖπνον οἰκείων τέκνων aan zijn broer een maaltijd voorzetten die bestaat uit zijn eigen kinderen Soph. Ai. 1294; ξείνια π. στρατῷ ἐμῷ aan mijn leger een gastmaal voorzetten Hdt. 7.29.1; κυσὶν π. voor de honden gooien Il. 24.409; overdr. pass. subst..; τὸν θανάτῳ προτεθέντα degene die aan de dood werd blootgesteld Eur. Phoen. 803 ( lyr. ); met acc. en gen..; ὀμμάτων πέπλον π. de peplos voor de ogen houden Eur. IA 1550 (zie ook 2a); uitbr. buiten zetten, verstoten:. μ ’ ἐκεῖνοι προθέντες ἐνθάδε ᾤχοντ᾽ ἔρημον die mannen hebben me hier alleen achtergelaten en zijn vertrokken Soph. Ph. 268. voorstellen, voorleggen; met acc..; ζημίαν π. straffen voorstellen Thuc. 3.44.3; οὐ λόγων τοὺς ἀγῶνας προθήσοντες ἀλλ ’ ἔργων door niet een strijd om woorden, maar om daden voor te stellen Thuc. 3.67.6; τῆς πόλεως λόγον περί τινος προτιθείσης wanneer de stad ergens een discussie over wil houden Xen. Mem. 4.2.3; met acc. en dat..; γνώμας προτίθει αὖθις Ἀθηναίοις stel de standpunten weer ter discussie bij de Atheners Thuc. 6.14; met inf..; προέθηκε παλαιά τε καὶ καινὰ λέγειν (de man uit Tegea) heeft voorgesteld om over oude en recente zaken te spreken Hdt. 9.27.1; met AcI; π. γνώμην ἀποφαίνεσθαι τὸν βουλόμενον voorstellen dat ieder die wil zijn mening kenbaar mag maken Hdt. 8.49.1; voorstellen, opleggen; met acc. en dat..; π. τοῖσι ἐκείνου ἀπογόνοισι ἀέθλους taken aan zijn afstammelingen opleggen Hdt. 7.197.1; met dat. en inf..; νεωτέρῳ τῳ τοῦτο βαστάζειν π. laat een jongere deze last dragen Soph. Ant. 216; overdr. geven:; κρίσιν π. een proces gunnen Lys. 27.8; pass..; προυτέθην ἐγὼ μὲν οὔ, τοὐμὸν δ ’ ὄνομα ἆθλον Ἕλλησιν δορός ik werd uitgeloofd - niet ik maar mijn naam - als oorlogsprijs aan de Grieken Eur. Hel. 42; (vast)stellen: οὖρον π. de grens vaststellen, als grens vaststellen:. ἐς ἑβδομήκοντα ἔτεα οὖρον τῆς ζόης ἀνθρώπῳ προτίθημι ik stel de maximumleeftijd van een mens op zeventig jaar Hdt. 1.32.2 (zie 2b). naar voren zetten, naar voren brengen:; βραδύπουν ἤλυσιν ἄρθρων προτιθεῖσα de traagvoetige gang van mijn ledematen naar voren brengend (de ene trage voet voor de andere zettend) Eur. Hec. 67; overdr. naar voren brengen, in de openbaarheid brengen, bekend maken:; ἥντιν ’ αἰτίαν προθείς; wat voor reden kun je naar voren brengen? Soph. Ai. 1051; παραδείγματα π. voorbeelden Plat. Sph. 226c; τρία... σοι προθήσομαι ik zal je drie argumenten geven Men. Epitr. 719; π. λόγον een reden aanvoeren, verklaren Hdt. 8.59; αἵρεσιν π. een keuze voorleggen Plat. Tht. 196c; τὴν ἀρετὴν ὤνιον ὥσπερ ἐξ ἀγορᾶς π. zijn deugd als koopwaar van de markt adverteren Luc. 8.25; pass. subst..; τῶν προτιθεμένων κατὰ τὰς ἐγγραφὰς degenen van wie de namen bekend zijn gemaakt op de lijsten (van staatsschuldenaars) Aristot. Pol. 1321b42; spec. opbaren:. θανόντα σε περιστελοῦσι καὶ προθήσονται νεκρόν ze zullen je verzorgen na je dood en je lichaam opbaren Eur. Alc. 664. voorop zetten (voor), aan het begin zetten (van): met acc. en dat..; προτιθέναι παντὸς τοῦ λόγου τὸ πεφυκὸς προοίμιον ἑκάστοις alle wetten moeten beginnen met een passende inleiding Plat. Lg. 723c; προτιθέντι ( sc. παραδείγματα ) voorbeelden voorop zetten Aristot. Rh. 1394a15; pass.. τὸ μὴ καὶ τὸ οὒ προτιθέμενα wanneer er een ontkenning vóór wordt gezet Plat. Sph. 257c. stellen (boven), verkiezen (boven); met gen., met ἀντί + gen..; ἡδονὴν ἀντὶ τοῦ καλοῦ plezier boven schoonheid Eur. Hipp. 382.; pass.. τοῖς τἆλλα χείροσι δίκαιον τὴν... ἀνδραγαθίαν... προτίθεσθαι voor degenen die in de rest minder waard zijn is het terecht dat zij (toch) de voorkeur krijgen vanwege hun moed Thuc. 2.42.3. med. zich voorzetten; met acc..; πλέω δαῖτα... προτίθεσθαι zich een uitgebreidere maaltijd voorzetten, uitgebreider dineren Hdt. 1.133.1; met acc. en gen.. - τί χρή με δρᾶν; - πέπλον ὀμμάτων προθέσθαι -wat moet ik doen? -je peplos voor je ogen houden Eur. IT 1218 (zie ook 1a). voorstellen:; τήνδε γερόντων προύθετο λέσχην hij heeft deze vergadering van oudsten voorgesteld Soph. Ant. 160; met inf. zich voornemen:; περὶ τούτου λέγειν προθέμενος... ἀπεπλανήθην hoewel ik me had voorgenomen het hierover te hebben ben ik afgedwaald Luc. 38.19; vaststellen:; οὖρον προθέμενος ἐνιαυτὸν τοῦτον ἐν τῷ δὴ καὶ ἐγένετο precies dat jaar als grens vaststellend waarin (de zonsverduistering) ook werkelijk gebeurde Hdt. 1.74.2 (zie 1b); met acc. en dat. overdr.. κατηγόρει... ὡς... τὴν ἔχθραν οἱ προθοῖτο hij beschuldigde hem ervan dat hij hem (uit persoonlijke rancune) zijn vijandschap had aangedaan Thuc. 8.85.3. naar voren brengen, op de voorgrond plaatsen, naar voren schuiven, pronken met:. ἀνδραγαθίαν προτίθεσθαι (de eigen) deugd Thuc. 3.64.4. voor zich op de eerste plaats zetten:. θνητοὺς δ ’ ἐν οἴκτῳ προθέμενος τούτου τυχεῖν οὐκ ἠξιώθην αὐτός hoewel ik de stervelingen voorrang gaf in medelijden werd ikzelf niet waardig gekeurd om dat te krijgen Aeschl. PV 239.
|elnltext=προ-τίθημι, Ion. praes. 3 sing. προτιθεῖ imperf. προετίθην, προετίθειν en later προετίθουν, 3 plur. πρότιθεν Od. 1.112 med.-pass. προετιθέμην en προυτιθέμην; aor. προυθηκα en προέθηκα, med. προυθέμην en προεθέμην; aor. pass. προυτέθην en προετέθην; perf. προτέθεικα, med.-pass. προτέθειμαι; plqpf. med.-pass. προ(ε)τεθείμην; fut. προθήσω, med. προθήσομαι; fut. pass. προτεθήσομαι Hdt. 1.133.4, plur. - τιθεῖσι (i. p. v. - τίθεισι ); voor... zetten act. voor... zetten, voorzetten; met acc..; τραπέζας π. tafels klaarzetten Od. 1.112; met acc. en dat..;.. μοι σὺ προυθηκας σποδόν jij hebt hem als as voor me gezet Soph. El. 1198; π. ἀδελφῷ δεῖπνον οἰκείων τέκνων aan zijn broer een maaltijd voorzetten die bestaat uit zijn eigen kinderen Soph. Ai. 1294; ξείνια π. στρατῷ ἐμῷ aan mijn leger een gastmaal voorzetten Hdt. 7.29.1; κυσὶν π. voor de honden gooien Il. 24.409; overdr. pass. subst..; τὸν θανάτῳ προτεθέντα degene die aan de dood werd blootgesteld Eur. Phoen. 803 ( lyr. ); met acc. en gen..; ὀμμάτων πέπλον π. de peplos voor de ogen houden Eur. IA 1550 (zie ook 2a); uitbr. buiten zetten, verstoten:. μ ’ ἐκεῖνοι προθέντες ἐνθάδε ᾤχοντ᾽ ἔρημον die mannen hebben me hier alleen achtergelaten en zijn vertrokken Soph. Ph. 268. voorstellen, voorleggen; met acc..; ζημίαν π. straffen voorstellen Thuc. 3.44.3; οὐ λόγων τοὺς ἀγῶνας προθήσοντες ἀλλ ’ ἔργων door niet een strijd om woorden, maar om daden voor te stellen Thuc. 3.67.6; τῆς πόλεως λόγον περί τινος προτιθείσης wanneer de stad ergens een discussie over wil houden Xen. Mem. 4.2.3; met acc. en dat..; γνώμας προτίθει αὖθις Ἀθηναίοις stel de standpunten weer ter discussie bij de Atheners Thuc. 6.14; met inf..; προέθηκε παλαιά τε καὶ καινὰ λέγειν (de man uit Tegea) heeft voorgesteld om over oude en recente zaken te spreken Hdt. 9.27.1; met AcI; π. γνώμην ἀποφαίνεσθαι τὸν βουλόμενον voorstellen dat ieder die wil zijn mening kenbaar mag maken Hdt. 8.49.1; voorstellen, opleggen; met acc. en dat..; π. τοῖσι ἐκείνου ἀπογόνοισι ἀέθλους taken aan zijn afstammelingen opleggen Hdt. 7.197.1; met dat. en inf..; νεωτέρῳ τῳ τοῦτο βαστάζειν π. laat een jongere deze last dragen Soph. Ant. 216; overdr. geven:; κρίσιν π. een proces gunnen Lys. 27.8; pass..; προυτέθην ἐγὼ μὲν οὔ, τοὐμὸν δ ’ ὄνομα ἆθλον Ἕλλησιν δορός ik werd uitgeloofd - niet ik maar mijn naam - als oorlogsprijs aan de Grieken Eur. Hel. 42; (vast)stellen: οὖρον π. de grens vaststellen, als grens vaststellen:. ἐς ἑβδομήκοντα ἔτεα οὖρον τῆς ζόης ἀνθρώπῳ προτίθημι ik stel de maximumleeftijd van een mens op zeventig jaar Hdt. 1.32.2 (zie 2b). naar voren zetten, naar voren brengen:; βραδύπουν ἤλυσιν ἄρθρων προτιθεῖσα de traagvoetige gang van mijn ledematen naar voren brengend (de ene trage voet voor de andere zettend) Eur. Hec. 67; overdr. naar voren brengen, in de openbaarheid brengen, bekend maken:; ἥντιν ’ αἰτίαν προθείς; wat voor reden kun je naar voren brengen? Soph. Ai. 1051; παραδείγματα π. voorbeelden Plat. Sph. 226c; τρία... σοι προθήσομαι ik zal je drie argumenten geven Men. Epitr. 719; π. λόγον een reden aanvoeren, verklaren Hdt. 8.59; αἵρεσιν π. een keuze voorleggen Plat. Tht. 196c; τὴν ἀρετὴν ὤνιον ὥσπερ ἐξ ἀγορᾶς π. zijn deugd als koopwaar van de markt adverteren Luc. 8.25; pass. subst..; τῶν προτιθεμένων κατὰ τὰς ἐγγραφὰς degenen van wie de namen bekend zijn gemaakt op de lijsten (van staatsschuldenaars) Aristot. Pol. 1321b42; spec. opbaren:. θανόντα σε περιστελοῦσι καὶ προθήσονται νεκρόν ze zullen je verzorgen na je dood en je lichaam opbaren Eur. Alc. 664. voorop zetten (voor), aan het begin zetten (van): met acc. en dat..; προτιθέναι παντὸς τοῦ λόγου τὸ πεφυκὸς προοίμιον ἑκάστοις alle wetten moeten beginnen met een passende inleiding Plat. Lg. 723c; προτιθέντι ( sc. παραδείγματα ) voorbeelden voorop zetten Aristot. Rh. 1394a15; pass.. τὸ μὴ καὶ τὸ οὒ προτιθέμενα wanneer er een ontkenning vóór wordt gezet Plat. Sph. 257c. stellen (boven), verkiezen (boven); met gen., met ἀντί + gen..; ἡδονὴν ἀντὶ τοῦ καλοῦ plezier boven schoonheid Eur. Hipp. 382.; pass.. τοῖς τἆλλα χείροσι δίκαιον τὴν... ἀνδραγαθίαν... προτίθεσθαι voor degenen die in de rest minder waard zijn is het terecht dat zij (toch) de voorkeur krijgen vanwege hun moed Thuc. 2.42.3. med. zich voorzetten; met acc..; πλέω δαῖτα... προτίθεσθαι zich een uitgebreidere maaltijd voorzetten, uitgebreider dineren Hdt. 1.133.1; met acc. en gen.. - τί χρή με δρᾶν; - πέπλον ὀμμάτων προθέσθαι -wat moet ik doen? -je peplos voor je ogen houden Eur. IT 1218 (zie ook 1a). voorstellen:; τήνδε γερόντων προύθετο λέσχην hij heeft deze vergadering van oudsten voorgesteld Soph. Ant. 160; met inf. zich voornemen:; περὶ τούτου λέγειν προθέμενος... ἀπεπλανήθην hoewel ik me had voorgenomen het hierover te hebben ben ik afgedwaald Luc. 38.19; vaststellen:; οὖρον προθέμενος ἐνιαυτὸν τοῦτον ἐν τῷ δὴ καὶ ἐγένετο precies dat jaar als grens vaststellend waarin (de zonsverduistering) ook werkelijk gebeurde Hdt. 1.74.2 (zie 1b); met acc. en dat. overdr.. κατηγόρει... ὡς... τὴν ἔχθραν οἱ προθοῖτο hij beschuldigde hem ervan dat hij hem (uit persoonlijke rancune) zijn vijandschap had aangedaan Thuc. 8.85.3. naar voren brengen, op de voorgrond plaatsen, naar voren schuiven, pronken met:. ἀνδραγαθίαν προτίθεσθαι (de eigen) deugd Thuc. 3.64.4. voor zich op de eerste plaats zetten:. θνητοὺς δ ’ ἐν οἴκτῳ προθέμενος τούτου τυχεῖν οὐκ ἠξιώθην αὐτός hoewel ik de stervelingen voorrang gaf in medelijden werd ikzelf niet waardig gekeurd om dat te krijgen Aeschl. PV 239.
}}
{{mdlsj
|mdlsjtxt=3rd pl. προθέουσι fut. -[[θήσω]] aor1 [[προὔθηκα]] Mid., aor1 προεθηκάμην Pass., aor1 [[προὐτέθην]] [the pres. and imperf. [[pass]]. are supplied by [[πρόκειμαι]]<br /><b class="num">I.</b> to [[place]] or set [[before]], set out, esp. of meals, τραπέζας [[πρότιθεν]] (epic for προὐτίθεσαν) Od.; δαῖτά τινι προθεῖναι Hdt., etc.:—Mid. to [[have]] set [[before]] one, δαῖτα Hdt.<br /><b class="num">2.</b> like Lat. projicere, πρ. τινὰ κυσίν to [[throw]] him to the dogs, Il.; πρ. τινὰ θηρσὶν ἁρπαγήν Eur.<br /><b class="num">3.</b> [[generally]] to [[hand]] [[over]] to, [[give]] [[over]] to, τί τινι Soph.<br /><b class="num">4.</b> to [[expose]] a [[child]], Hdt., etc.<br /><b class="num">5.</b> to set up as a [[mark]] or [[prize]], [[propose]], ἀέθλους Hdt.; ἅμιλλαν Eur.:—Pass., [[προὐτέθην]] [[ἆθλον]] [[δορός]] Eur.<br />b. to [[propose]] as a [[penalty]], θάνατον πρ. ζημίαν Thuc., etc.<br /><b class="num">6.</b> to set [[forth]], fix, set, ἐς [[ἑβδομήκοντα]] ἔτεα [[οὖρον]] τῆς ζόης πρ. Hdt.; so in Mid., [[οὖρον]] πρ. ἐνιαυτόν Hdt.<br /><b class="num">7.</b> to [[propose]] as a [[task]], τί τινι Soph.:—Mid. to [[propose]] to [[oneself]] as a [[task]] or [[object]], Plat.<br /><b class="num">8.</b> Mid. also, to put [[forth]] on one's own [[part]], [[display]], [[shew]], εὐλάβειαν Soph.<br /><b class="num">9.</b> προτίθεσθαί τινα ἐν οἴκτῳ to set [[before]] [[oneself]] in [[pity]], i. e. [[compassionate]], Aesch.<br /><b class="num">II.</b> πρ. νεκρόν to lay out a [[dead]] [[body]], let it lie in [[state]], Hdt.; so in Mid., Eur., etc.<br /><b class="num">2.</b> to set out [[wares]] for [[show]] or [[sale]], Luc.<br /><b class="num">3.</b> to [[propose]], [[bring]] [[forward]] a [[thing]] to be debated, Lat. in [[medium]] afferre, προθεῖναι [[πρῆγμα]], λόγον Hdt.; γνώμας Thuc.: —c. inf., προθεῖναι λέγειν to [[propose]] a [[discussion]], Thuc.:—Mid., [[πένθος]] προεθήκαντο proposed to [[themselves]], observed [[mourning]], Hdt.:—Pass., [[ψῆφος]] περὶ [[ἡμῶν]] προτεθεῖσα Dem.<br /><b class="num">4.</b> to [[appoint]], [[hold]] a [[meeting]], Luc.:—Mid., [[προὔθετο]] λέσχην appointed a [[council]], Soph.<br /><b class="num">5.</b> Pass., οὐ προὐτέθη σφίσι [[λόγος]] [[speech]] was not allowed them, Xen.<br /><b class="num">III.</b> to put [[forward]], as one [[foot]] [[before]] the [[other]], Eur.<br /><b class="num">2.</b> to [[hold]] out as a [[pretext]], Soph.<br /><b class="num">IV.</b> to put [[before]] or [[first]], τι Plat.:—Mid. to put in [[front]], τοὺς γροσφομάχους Polyb.<br /><b class="num">2.</b> to put [[before]] or [[over]], [[πέπλον]] ὀμμάτων Eur.<br /><b class="num">3.</b> to [[prefer]] one to [[another]], τί τινος Hdt., Eur.; ἡδονὴν ἀντὶ τοῦ καλοῦ Eur.:—Mid., [[πάρος]] [[τοὐμοῦ]] πόθου προὔθεντο τὴν τυραννίδα Soph.
}}
}}