κεῖμαι: Difference between revisions

m
Text replacement - "\n" to ""
m (Text replacement - "μετὰ" to "μετὰ")
m (Text replacement - "\n" to "")
Line 44: Line 44:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=κεῖμαι, praes. ep. Ion. 3 plur. κέαται, κείαται en them. κέονται, conj. 3 sing. κέηται, opt. 3 sing. κέοιτο, inf. Ion. later ook κέεσθαι, imperf. ep. Ion. (ἐ)κέατο, κείατο, iter. 3 sing. κέσκετο; fut. κείσομαι, Dor. κεισεῦμαι van personen liggen:; κεῖτο βαρὺ στενάχων hij lag er zwaar zuchtend Il. 23.60; Αἴας θολερῷ κεῖται χειμῶνι νοσήσας Aiax ligt terneer, getroffen door een razende ziektestorm Soph. Ai. 207; ook van doden; pregn. onverzorgd liggen:; μὴ δή με ἕλωρ Δαναοῖσιν ἐάσῃς κεῖσθαι laat mij toch niet liggen als prooi voor de Trojanen Il. 5.685; χαμαιπετεῖς ἔκεισθε u lag op de grond in het stof Aeschl. Ch. 964; werkeloos liggen:; κεῖτο... ἐν νήεσσι... Ἀχιλλεύς Achilles hing bij de schepen Il. 2.688; personif. spreekw.:; δεινὸν μὲν τὸ πάλαι κείμενον ἤδη κακόν... ἐπεγείρειν het is gevaarlijk het al lang rustende kwaad weer wakker te maken Soph. OC 510; μὴ κινεῖν εὖ κείμενον ( sc. κακόν ) geen slapende honden wakker maken Plat. Phlb. 15c; uitbr. zich bevinden, zijn:. καὶ λίην κεῖνός γε ἐοικότι κεῖται ὀλέθρῳ welzeker ligt hij nu in het verderf dat hij verdient Od. 1.46; κεῖται ἐν ἄλγεσι θυμός haar hart zit vol ellende Od. 21.88; ἐν ῥοπῇ κεῖσθαι zich in een crisis bevinden Soph. Tr. 82; κεῖσθαι ἐν κακοῖς in ellende zitten Eur. Phoen. 1639. van zaken, vaak als perf. pass. van τίθημι\n liggen, opgeborgen zijn:. πολλὰ δ ’ ἐν Ἀντιμάχοιο δόμοις κειμήλια κεῖται vele schatten liggen in het paleis van Antimachus Il. 11.132; ὁ μὲν χρύσεος κεῖται ἐν τῷ Κλαζομενίων θησαυρῷ de gouden (krater) wordt bewaard in de schatkamer van Clazomenae Hdt. 1.51.2. klaar gelegd zijn, klaar liggen:. κεῖτο δ ’ ἄρ ’ ἐν μέσσοισι δύω χρυσοῖο τάλαντα twee talenten goud lagen als prijs klaar Il. 18.507; κείμενον περὶ ὅτευ ἀγωνίζονται terwijl de prijs waarom zij strijden klaar ligt Hdt. 8.26.2. ingesteld zijn, vastgesteld zijn, van kracht zijn, gelden:; μετὰ τῶν κειμένων νόμων met de geldende wetten Thuc. 3.82.6; οἱ ὑπὸ τῶν θεῶν κείμενοι νόμοι de door de goden ingestelde wetten Xen. Mem. 4.4.21; τί... θάνατος ὧν κεῖται πέρι welk van de dingen waarop de doodstraf staat Eur. Ion 756; ὄνομα κεῖσθαι als naam gegeven zijn Xen. Cyr. 2.2.12; met adv. (op een bep. manier) zijn:; ἐπικινδύνως βροτοῖς κεῖται παθεῖν μὲν εὖ, παθεῖν δὲ θἄτερα het is een risico voor stervelingen dat het ze wel eens goed gaat, maar dan weer anderszins Soph. Ph. 503; in argumentatie:. τοῦτο μὲν ἡμῖν οὕτω κείσθω laat dat nu voor ons gelden Plat. Resp. 350d; κείσθω laat vaststaan Aristot. Poët. 1456a35. liggen, zich bevinden:; δύο τράπεζαι ἐκείσθην er stonden twee tafels Lys. 13.37; van steden:; πόλις... αὐτάρκη θέσιν κ. een stad gelegen in een onafhankelijke positie Thuc. 1.37.3; ἀνάγκη ταύτας τὰς πόλιας θέσιν κεῖσθαι νοσερωτάτην het is onvermijdelijk dat die steden een zeer ongezonde ligging hebben Hp. Aër. 6; overdr.:; ταῦτα θεῶν ἐν γούνασι κεῖται dat ligt in de schoot der goden verborgen Il. 17.514; afhankelijk zijn van, met ἐν of ἐπί + dat..: ἐν ὑμῖν... κείμεθα ons lot ligt in uw handen Soph. OC 248; τὰ δ ’ οὐκ ἐπ ’ ἀνδράσι κεῖται dat ligt niet in de macht van de mensen Pind. P. 8.76.
|elnltext=κεῖμαι, praes. ep. Ion. 3 plur. κέαται, κείαται en them. κέονται, conj. 3 sing. κέηται, opt. 3 sing. κέοιτο, inf. Ion. later ook κέεσθαι, imperf. ep. Ion. (ἐ)κέατο, κείατο, iter. 3 sing. κέσκετο; fut. κείσομαι, Dor. κεισεῦμαι van personen liggen:; κεῖτο βαρὺ στενάχων hij lag er zwaar zuchtend Il. 23.60; Αἴας θολερῷ κεῖται χειμῶνι νοσήσας Aiax ligt terneer, getroffen door een razende ziektestorm Soph. Ai. 207; ook van doden; pregn. onverzorgd liggen:; μὴ δή με ἕλωρ Δαναοῖσιν ἐάσῃς κεῖσθαι laat mij toch niet liggen als prooi voor de Trojanen Il. 5.685; χαμαιπετεῖς ἔκεισθε u lag op de grond in het stof Aeschl. Ch. 964; werkeloos liggen:; κεῖτο... ἐν νήεσσι... Ἀχιλλεύς Achilles hing bij de schepen Il. 2.688; personif. spreekw.:; δεινὸν μὲν τὸ πάλαι κείμενον ἤδη κακόν... ἐπεγείρειν het is gevaarlijk het al lang rustende kwaad weer wakker te maken Soph. OC 510; μὴ κινεῖν εὖ κείμενον ( sc. κακόν ) geen slapende honden wakker maken Plat. Phlb. 15c; uitbr. zich bevinden, zijn:. καὶ λίην κεῖνός γε ἐοικότι κεῖται ὀλέθρῳ welzeker ligt hij nu in het verderf dat hij verdient Od. 1.46; κεῖται ἐν ἄλγεσι θυμός haar hart zit vol ellende Od. 21.88; ἐν ῥοπῇ κεῖσθαι zich in een crisis bevinden Soph. Tr. 82; κεῖσθαι ἐν κακοῖς in ellende zitten Eur. Phoen. 1639. van zaken, vaak als perf. pass. van τίθημι liggen, opgeborgen zijn:. πολλὰ δ ’ ἐν Ἀντιμάχοιο δόμοις κειμήλια κεῖται vele schatten liggen in het paleis van Antimachus Il. 11.132; ὁ μὲν χρύσεος κεῖται ἐν τῷ Κλαζομενίων θησαυρῷ de gouden (krater) wordt bewaard in de schatkamer van Clazomenae Hdt. 1.51.2. klaar gelegd zijn, klaar liggen:. κεῖτο δ ’ ἄρ ’ ἐν μέσσοισι δύω χρυσοῖο τάλαντα twee talenten goud lagen als prijs klaar Il. 18.507; κείμενον περὶ ὅτευ ἀγωνίζονται terwijl de prijs waarom zij strijden klaar ligt Hdt. 8.26.2. ingesteld zijn, vastgesteld zijn, van kracht zijn, gelden:; μετὰ τῶν κειμένων νόμων met de geldende wetten Thuc. 3.82.6; οἱ ὑπὸ τῶν θεῶν κείμενοι νόμοι de door de goden ingestelde wetten Xen. Mem. 4.4.21; τί... θάνατος ὧν κεῖται πέρι welk van de dingen waarop de doodstraf staat Eur. Ion 756; ὄνομα κεῖσθαι als naam gegeven zijn Xen. Cyr. 2.2.12; met adv. (op een bep. manier) zijn:; ἐπικινδύνως βροτοῖς κεῖται παθεῖν μὲν εὖ, παθεῖν δὲ θἄτερα het is een risico voor stervelingen dat het ze wel eens goed gaat, maar dan weer anderszins Soph. Ph. 503; in argumentatie:. τοῦτο μὲν ἡμῖν οὕτω κείσθω laat dat nu voor ons gelden Plat. Resp. 350d; κείσθω laat vaststaan Aristot. Poët. 1456a35. liggen, zich bevinden:; δύο τράπεζαι ἐκείσθην er stonden twee tafels Lys. 13.37; van steden:; πόλις... αὐτάρκη θέσιν κ. een stad gelegen in een onafhankelijke positie Thuc. 1.37.3; ἀνάγκη ταύτας τὰς πόλιας θέσιν κεῖσθαι νοσερωτάτην het is onvermijdelijk dat die steden een zeer ongezonde ligging hebben Hp. Aër. 6; overdr.:; ταῦτα θεῶν ἐν γούνασι κεῖται dat ligt in de schoot der goden verborgen Il. 17.514; afhankelijk zijn van, met ἐν of ἐπί + dat..: ἐν ὑμῖν... κείμεθα ons lot ligt in uw handen Soph. OC 248; τὰ δ ’ οὐκ ἐπ ’ ἀνδράσι κεῖται dat ligt niet in de macht van de mensen Pind. P. 8.76.
}}
}}
{{etym
{{etym