3,274,216
edits
m (Text replacement - "erathen" to "eraten") |
m (Text replacement - " )" to ")") |
||
Line 17: | Line 17: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=συγ-κρούω, Att. ook [[ξυγκρούω]] [[tegen elkaar doen stoten]], [[laten botsen]]; ἀλλήλοις σ. τὰ πλοῖα de schepen met elkaar in botsing brengen Plut. Luc. 12.4; σ. τὼ χεῖρε de handen ineenslaan, handenwringen (van verdriet) Aristoph. Ran. 1029; ook intrans. in botsing komen. τὸ ἀντίπρῳρον ξυγκροῦσαι het met de voorstevens tegen elkaar botsen Thuc. 7.36.5. overdr. in botsing brengen (met ), opzetten (tegen), met acc. en dat., met acc. en πρός + acc..; σ. τὸν δῆμον τοῖς γνωρίμοις het volk tegen de notabelen opzetten Aristot. Pol. 1313b17; met alleen acc..; τὰς πόλεις οὗτοι συνέκρουον zij zetten de steden tegen elkaar op Thphr. Char. 12.13; ook; σ. τι τῶν ἐκείνου πραγμάτων ook maar iets van zijn zaken in de war brengen Isocr. 4.134; ook intrans. in botsing komen, in conflict komen. | |elnltext=συγ-κρούω, Att. ook [[ξυγκρούω]] [[tegen elkaar doen stoten]], [[laten botsen]]; ἀλλήλοις σ. τὰ πλοῖα de schepen met elkaar in botsing brengen Plut. Luc. 12.4; σ. τὼ χεῖρε de handen ineenslaan, handenwringen (van verdriet) Aristoph. Ran. 1029; ook intrans. in botsing komen. τὸ ἀντίπρῳρον ξυγκροῦσαι het met de voorstevens tegen elkaar botsen Thuc. 7.36.5. overdr. in botsing brengen (met), opzetten (tegen), met acc. en dat., met acc. en πρός + acc..; σ. τὸν δῆμον τοῖς γνωρίμοις het volk tegen de notabelen opzetten Aristot. Pol. 1313b17; met alleen acc..; τὰς πόλεις οὗτοι συνέκρουον zij zetten de steden tegen elkaar op Thphr. Char. 12.13; ook; σ. τι τῶν ἐκείνου πραγμάτων ook maar iets van zijn zaken in de war brengen Isocr. 4.134; ook intrans. in botsing komen, in conflict komen. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |