καταρρήγνυμι: Difference between revisions

1ab
(nl)
(1ab)
Line 30: Line 30:
{{elnl
{{elnl
|elnltext=κατα-ρρήγνυμι act. en med., met acc. afbreken, vernielen:; τὴν γέφυραν de brug Hdt. 4.201.3; in stukken scheuren; ook med.:; κατερρήξαντο τοὺς κιθῶνας zij scheurden hun kleren aan flarden Hdt. 8.99.2; overdr.: laten losbreken:. δορὸς τροπὰς καταρρήγνυσι zij (ongehoorzaamheid) ontketent de vlucht van het leger Soph. Ant. 675. pass. intrans. (met perf. κατέρρωγα ) in stukken vallen:; Αἴγυπτος μελάγγαιός τε καὶ καταρρηγνυμένη Egypte heeft donkere en brokkelige grond Hdt. 2.12.2; τὸ οἴκημα κατερράγη het gebouw stortte in Thuc. 4.115.3; neerstorten:. ( τὸ ὄμβριον ) καταρρήγνυται (het regenwater) stort naar beneden Hp. Aër. 8. losbarsten, uitbreken:; ἐκ δ ’ ὀμμάτων πηγαὶ κατερρώγασιν uit mijn ogen breken stromen van tranen los Eur. Alc. 1068; ἄφνω βροντῆς μεγάλης καταρραγείσης toen er plots een hevige donderbui losbarstte Luc. 12.35; overdr. uitbreken:. ὁ πόλεμος κατερράγη de oorlog brak uit Aristoph. Eq. 644. geneesk. aan dissenterie lijden; ἡ κοιλίη καταρρήγνυται de buik loopt leeg (er is buikloop) Hp. VM 10.3; openbarsten (van gezwellen).
|elnltext=κατα-ρρήγνυμι act. en med., met acc. afbreken, vernielen:; τὴν γέφυραν de brug Hdt. 4.201.3; in stukken scheuren; ook med.:; κατερρήξαντο τοὺς κιθῶνας zij scheurden hun kleren aan flarden Hdt. 8.99.2; overdr.: laten losbreken:. δορὸς τροπὰς καταρρήγνυσι zij (ongehoorzaamheid) ontketent de vlucht van het leger Soph. Ant. 675. pass. intrans. (met perf. κατέρρωγα ) in stukken vallen:; Αἴγυπτος μελάγγαιός τε καὶ καταρρηγνυμένη Egypte heeft donkere en brokkelige grond Hdt. 2.12.2; τὸ οἴκημα κατερράγη het gebouw stortte in Thuc. 4.115.3; neerstorten:. ( τὸ ὄμβριον ) καταρρήγνυται (het regenwater) stort naar beneden Hp. Aër. 8. losbarsten, uitbreken:; ἐκ δ ’ ὀμμάτων πηγαὶ κατερρώγασιν uit mijn ogen breken stromen van tranen los Eur. Alc. 1068; ἄφνω βροντῆς μεγάλης καταρραγείσης toen er plots een hevige donderbui losbarstte Luc. 12.35; overdr. uitbreken:. ὁ πόλεμος κατερράγη de oorlog brak uit Aristoph. Eq. 644. geneesk. aan dissenterie lijden; ἡ κοιλίη καταρρήγνυται de buik loopt leeg (er is buikloop) Hp. VM 10.3; openbarsten (van gezwellen).
}}
{{mdlsj
|mdlsjtxt=and -ύω fut. -ρήξω<br /><b class="num">I.</b> to [[break]] [[down]], τὴν γέφυραν Hdt.; μέλαθρα Eur.<br /><b class="num">2.</b> to [[tear]] in pieces, [[rend]], Dem.:—Mid., κατερρήξαντο τοὺς κιθῶνας they [[rent]] [[their]] coats, Hdt.<br /><b class="num">3.</b> in Soph. Ant. 675 τροπὰς καταρρήγνυσι [ἡ [[ἀναρχία]] breaks up armies and turns them to [[flight]].<br /><b class="num">II.</b> Pass., aor2 κατερράγην [ᾰ], with perf. act. κατέρρωγα;— to be [[broken]] [[down]], to be thrown [[down]] and [[broken]], Hdt.<br /><b class="num">2.</b> to [[fall]] or [[rush]] [[down]], to [[break]] or [[burst]] out, of storms, Hdt.; of tears, Eur.:—metaph., ὁ [[πόλεμος]] κατερράγη Ar.<br /><b class="num">3.</b> to be [[broken]] in pieces, [[Αἴγυπτος]] μελάγγαιός τε καὶ κατερρηγμένη with [[black]] and [[crumbling]] [[soil]], Hdt.<br />B. [[καταράσσω]] [[attic]] -ττω fut. ξω<br /><b class="num">I.</b> to [[dash]] [[down]], [[break]] in pieces, τοὺς λοιπούς κατήραξεν ἐς τὸν Κιθαιρῶνα [[drove]] them shattered to Cithaerae, Hdt.; τὸ [[στράτευμα]] κατηράχθη εἰς τὰ τειχίσματα Thuc.<br /><b class="num">II.</b> intr. to [[fall]] [[down]], [[fall]] [[headlong]], Plut.
}}
}}