3,274,916
edits
m (Text replacement - "(\{\{grml\n.*?\n\}\}\n)\1" to "\1") |
(1b) |
||
Line 39: | Line 39: | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=συλ-λαμβάνω, Att. ξυλλαμβάνω, ook in tmesis bijeenbrengen, verzamelen, verenigen, m. n. van troepen:; τὸ στράτευμα het leger Xen. Cyr. 3.3.1; ook alg..; τὰ πάντα … ταῦτα συλλαβεῖν ἄνθρωπον ἐόντα ἀδύνατόν ἐστι het is onmogelijk om dat alles als mens in jezelf te verenigen Hdt. 1.32.8; overdr..; σ. καρδίαν het hart verzamelen, d.w.z. moed verzamelen Eur. HF 833; in het spreken bij elkaar nemen:; ἑνί … ἔπεϊ πάντα συλλαβὼν εἰπεῖν om alles met één woord samen te vatten Hdt. 3.82.5; σ. εἰς ἕν onder één noemer brengen Plat.; om één woord te maken uit een aantal lettergrepen; Aristoph. Eq. 21; van ogen en monden, de oogleden of lippen bij elkaar nemen: sluiten, dichtdoen. vastgrijpen, vastpakken:; κόμην χερί het haar met de hand Soph. Ai. 310; met acc. en gen. ( spreekw. ); τέττιγα τοῦ πτεροῦ συνείληφας je hebt een cicade bij de vleugel te pakken (d.w.z. je hebt beet!) Luc. 51.1; de handen leggen op, zich meester maken van; van personen oppakken, arresteren, gevangennemen:; ὅμηρον als gijzelaar Eur. Or. 1189; ἐπὶ θανάτῳ om hem ter dood te brengen Isocr. 4.154; overdr. begrijpen:. τὸ ῥηθέν het gezegde Hdt. 1.91.4. pakken (om mee te nemen), meenemen:. ἔρρε, τάσδε συλλαβὼν ἀράς wegwezen, en neem deze vervloekingen mee Soph. OC 1384. helpen, bijstaan, ook med.; met dat. iem. of iets; met dat. en acc. iem. met of in iets = met dat. en gen. = met dat. en εἰς + acc.:; ξύμ μοι λάβεσθε τοῦ μύθου help me met de vertelling Plat. Phaedr. 237a; met alleen gen..; σ. τοῦ ξύλου helpen met het brandhout Aristoph. Lys. 313; τῶν σχοινίων met de kabels Aristoph. Pax 437; deelnemen, alleen med.; met gen. aan iets:. τοῦ στρατεύματος aan de expeditie Hdt. 3.49.1. van vrouwen (een kind) ontvangen, zwanger worden, ook med.: ἐν γαστρί in de buik. | |elnltext=συλ-λαμβάνω, Att. ξυλλαμβάνω, ook in tmesis bijeenbrengen, verzamelen, verenigen, m. n. van troepen:; τὸ στράτευμα het leger Xen. Cyr. 3.3.1; ook alg..; τὰ πάντα … ταῦτα συλλαβεῖν ἄνθρωπον ἐόντα ἀδύνατόν ἐστι het is onmogelijk om dat alles als mens in jezelf te verenigen Hdt. 1.32.8; overdr..; σ. καρδίαν het hart verzamelen, d.w.z. moed verzamelen Eur. HF 833; in het spreken bij elkaar nemen:; ἑνί … ἔπεϊ πάντα συλλαβὼν εἰπεῖν om alles met één woord samen te vatten Hdt. 3.82.5; σ. εἰς ἕν onder één noemer brengen Plat.; om één woord te maken uit een aantal lettergrepen; Aristoph. Eq. 21; van ogen en monden, de oogleden of lippen bij elkaar nemen: sluiten, dichtdoen. vastgrijpen, vastpakken:; κόμην χερί het haar met de hand Soph. Ai. 310; met acc. en gen. ( spreekw. ); τέττιγα τοῦ πτεροῦ συνείληφας je hebt een cicade bij de vleugel te pakken (d.w.z. je hebt beet!) Luc. 51.1; de handen leggen op, zich meester maken van; van personen oppakken, arresteren, gevangennemen:; ὅμηρον als gijzelaar Eur. Or. 1189; ἐπὶ θανάτῳ om hem ter dood te brengen Isocr. 4.154; overdr. begrijpen:. τὸ ῥηθέν het gezegde Hdt. 1.91.4. pakken (om mee te nemen), meenemen:. ἔρρε, τάσδε συλλαβὼν ἀράς wegwezen, en neem deze vervloekingen mee Soph. OC 1384. helpen, bijstaan, ook med.; met dat. iem. of iets; met dat. en acc. iem. met of in iets = met dat. en gen. = met dat. en εἰς + acc.:; ξύμ μοι λάβεσθε τοῦ μύθου help me met de vertelling Plat. Phaedr. 237a; met alleen gen..; σ. τοῦ ξύλου helpen met het brandhout Aristoph. Lys. 313; τῶν σχοινίων met de kabels Aristoph. Pax 437; deelnemen, alleen med.; met gen. aan iets:. τοῦ στρατεύματος aan de expeditie Hdt. 3.49.1. van vrouwen (een kind) ontvangen, zwanger worden, ook med.: ἐν γαστρί in de buik. | ||
}} | |||
{{mdlsj | |||
|mdlsjtxt=fut. -[[λήψομαι]] perf. [[συνείληφα]] [[pass]]. -είλημμαι aor1 συνέλᾰβον inf. συλλᾰβεῖν Pass., fut. -ληφθήσομαι<br /><b class="num">I.</b> to [[collect]], [[gather]] [[together]], esp. to [[rally]] [[scattered]] [[troops]], Hdt., Xen., etc.<br /><b class="num">2.</b> [[simply]], to [[take]] with one, [[take]] up and [[carry]] off, Soph., Ar.: to buy up, Ar.<br /><b class="num">3.</b> to put [[together]], [[close]] the [[mouth]] of a [[corpse]], Plat.; ς. [[αὐτοῦ]] τὸ [[στόμα]] to [[shut]] his [[mouth]], Ar.<br /><b class="num">4.</b> in [[speaking]], to [[comprehend]], [[comprise]], Hdt., Plat.<br /><b class="num">II.</b> to lay [[hold]] of, [[seize]], [[grasp]], c. acc., Hdt., Soph.; c. gen., ς. τῶν [[σχοινίων]] to lay [[hold]] of them, Ar.; absol. in [[part]]., ξυλλαβών [[quickly]], in a [[hurry]], Ar.:—also in Mid., c. gen., ξυλλαβέσθαι τοῦ ξύλου Ar.<br /><b class="num">2.</b> to [[apprehend]], [[arrest]], Hdt., [[attic]]:— Pass., πρὶν ξυλληφθῆναι [[before]] they were arrested, Thuc.<br /><b class="num">3.</b> of the [[mind]], to [[comprehend]], [[understand]], Hdt., Pind.<br /><b class="num">III.</b> to [[receive]] at the [[same]] [[time]], [[enjoy]] [[together]], Hdt.<br /><b class="num">IV.</b> of females, to [[conceive]], Luc.<br /><b class="num">V.</b> c. dat. pers. to [[take]] [[part]] with, [[assist]], Hdt., [[attic]]:—absol. to [[assist]], Aesch., etc.<br /><b class="num">2.</b> c. dat. pers. et c. gen. rei, to [[take]] [[part]] with one in a [[thing]], Eur., Ar.:—so in Mid., συνελάβετο τοῦ στρατεύματος Hdt.; νόσου συλλαβέσθαι Soph.: to [[contribute]] [[towards]] a [[thing]], Thuc. | |||
}} | }} |