3,272,958
edits
m (Text replacement - " :" to ":") |
m (Text replacement - " ’" to "’") |
||
Line 50: | Line 50: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=δέω, contr. δῶ, praes. ptc. δοῦς, δοῦσα, δοῦν, imperf. ἔδουν, 3 sing. ἔδει; aor. ἔδησα, poët. δῆσα, med. ἐδησάμην, iter. 3 sing. δησάσκετο; aor. pass. ἐδέθην; perf. act. δέδεκα, plqperf. ἐδεδέκειν; perf. med. δέδεμαι, plqperf. ἐδεδέμην, ep. 3 sing. δέδετο, 3 plur. δέδεντο, Ion. ἐδεδέατο; fut. δήσω, fut. pass. δεθήσομαι, fut. perf. δεδήσομαι binden:; δῆσε | |elnltext=δέω, contr. δῶ, praes. ptc. δοῦς, δοῦσα, δοῦν, imperf. ἔδουν, 3 sing. ἔδει; aor. ἔδησα, poët. δῆσα, med. ἐδησάμην, iter. 3 sing. δησάσκετο; aor. pass. ἐδέθην; perf. act. δέδεκα, plqperf. ἐδεδέκειν; perf. med. δέδεμαι, plqperf. ἐδεδέμην, ep. 3 sing. δέδετο, 3 plur. δέδεντο, Ion. ἐδεδέατο; fut. δήσω, fut. pass. δεθήσομαι, fut. perf. δεδήσομαι binden:; δῆσε δ’ ὀπίσσω χεῖρας hij bond hun handen op de rug Il. 21.30; πῶς ἂν ἐγώ σε δέοιμι; hoe zou ik jou kunnen vastbinden? Od. 8.352; met prep.:; ἵπποι ἐξ ἐπιδιφριάδος... δέδεντο de paarden stonden vastgebonden aan de rand van de wagenbak Il. 10.475; δῆσαι... φάραγγι πρὸς aan de steile rots vastbinden Aeschl. PV 15; med. dir. reflex.:; ποσσὶ δ’ ὑπό... ἐδήσατο καλὰ πέδιλα hij bond zijn fraaie sandalen onder zijn voeten Il. 10.22; περὶ δὲ κνήμῃσι... κνημῖδας... δέδετο hij had scheenplaten om zijn schenen gebonden Od. 24.229; geneesk. verbinden:. ὠτειλήν... δῆσαν ἐπισταμένως zij verbonden de wond deskundig Od. 19.457; ἐν νάρθηξι δῆσαι spalken Hp. Fract. 8. boeien, gevangen nemen:; ἐν πέδῃσι δ. in de (voet)boeien slaan Hdt. 5.77.3; Κορινθίους δὲ δήσαντες εἶχον de Korinthiërs hielden zij in gevangenschap Thuc. 1.30.1; subst..; οἱ δεδεμένοι de gevangenen Aristoph. Eq. 469; ἐπὶ θανάτῳ δ. arresteren om ter dood te brengen Hdt. 9.37.1; overdr. belemmeren:; λύπᾳ... δέδεται ψυχά haar geest is door verdriet gekluisterd Eur. Hipp. 160; met gen.: με... ἔδησε κελεύθου hij belemmerde op mijn reis Od. 4.380. bevestigen, een verbinding maken:. σιδήρῳ πρὸσ ἀλλήλους... δεδεμένοι met ijzer aan elkaar bevestigd Thuc. 1.93.5.<br />δέω, praes. ptc. δέων, δέουσα, δέον, imperf. ἐδεον, 3 sing. ἔδει, Ion. ἔδεε; aor. ἐδέησα, ep. 3 sing. δῆσεν; aor. pass. ἐδεήθην; perf. act. δεδέηκα; perf. med. δεδέημαι, plqperf. ἐδεδέητο; fut. δεήσω, fut. perf. δεηθήσομαι act. missen, nodig hebben: met gen..; ἐμεῖο δὲ δῆσε... ἀλκτῆρα γενέσθαι hij had mij nodig om zijn beschermer te zijn Il. 18.100; παραδείγματος... τὸ παράδειγμα αὐτὸ δεδέηκεν het voorbeeld blijkt zelf een voorbeeld nodig te hebben Plat. Plt. 277d; ptc. praes. bij getallen:; πεντήκοντα δυοῖν δέοντα ἔτη vijftig min twee (48) jaar Thuc. 2.2; spec. Att. uitdr.: μικροῦ (πολλοῦ etc. ) δέω, met inf. het scheelt weinig of ik (het is verre van mij om etc.):; πολλοῦ δέω ἐγὼ ὑπὲρ ἐμαυτοῦ ἀπολογεῖσθαι het is verre van mij om voor mijzelf een verdediging te voeren Plat. Ap. 30d; μικροῦ ἔδεον... ἐν χερσί... εἶναι zij waren bijna slaags geraakt Xen. Hell. 4.6.11; τοσούτου δέω ἱκανὸς εἶναι λέγειν ὥστε het ontbreekt er dusdanig veel aan dat ik een kundig spreker zou zijn, dat Lys. 17.1; abs.: τοῦ παντὸς δέω dat is verre van mij Aeschl. PV 1006. med.-pass. behoefte hebben aan, nodig hebben, met gen.:; χρημάτων δεόμενος uit geldgebrek Hdt. 2.126.1; τῆς τροφῆς... δεῖσθαι behoefte hebben aan verzorging Thuc. 8.43.4; met inf.:; πυθέσθαι δεόμενος behoefte aan informatie hebbend Eur. Or. 867; ptc. subst.:; τὰ πράττεσθαι δεόμενα wat gedaan moet worden Xen. Cyr. 2.3.3; abs.: οἱ δεόμενοι de behoeftigen Isocr. 4.38. (iets van iem.) verlangen, (iem. om iets) verzoeken, met gen. van pers. en acc. van zaak:; εἴ μου δυνατὰ δέοιο als je van mij geen onmogelijke dingen verlangt Plat. Prot. 335e; met gen. van pers.:; δεηθεὶς ὑμῶν na u eerst nog een verzoek te hebben gedaan Dem. 21.108; met gen. van pers. en zaak:; ἐπιτράπεσθαι ἕτοιμοι ἦσαν τῶν ἐδέετο σφέων zij waren bereid hem toe te vertrouwen wat hij van hen verlangde Hdt. 3.157.1; met gen. en inf.:; σεο δέομαι μὴ δέεσθαι ἀνόμων ik verzoek u geen ongeoorloofde dingen te eisen Hdt. 1.8.4; met gen. en afh. vraag:; ἐδέοντο τοῦ Ἀρισταγόρεω... εἴ κως αὐτοῖσι παράσχοι δύναμιν zij vroegen Aristagoras of hij hun wellicht een legermacht ter beschikking wilde stellen Hdt. 5.30.3; met acc. en inf.:; καθάπερ ἰατροῦ δέοιντο ἂν παῖδες... αὐτὸν θεραπεύειν... ἑαυτούς zoals kinderen de dokter zouden vragen dat hij hen (heel zachtzinnig) behandelt Plat. Lg. 720a; met acc. en fin. ( obj. )zin:. ἐδέοντο Βοιωτοὺς ὅπως παραδώσουσι zij vroegen de Boeotiërs om (Panaction) over te dragen Thuc. 5.36.2. onpers. act., zelden med. het is nodig, het moet δεῖ met inf.:; τί ταῦτα πενθεῖν δεῖ; waarom moet men daarover treuren? Aeschl. Ag. 567; met acc. en inf.:; τί δὲ δεῖ πολεμιζέμεναι Τρώεσσιν Ἀργείους; waarom moeten de Grieken tegen de Trojanen vechten? Il. 9.337; met nom. en inf.:; ἡγούμην... αὐτὸς περιεῖναι δεῖν αὐτῶν ik meende dat ik zelf hen moest overtreffen Dem. 19.235; met dat. en inf.. δεῖ ἐπισάξαι τὸν ἵππον Πέρσῃ ἀνδρί een Perzisch man dient zijn paard te zadelen Xen. An. 3.4.35. ptc. als subst. of adj. τὸ δέον wat nodig is, het benodigde:; μήτε πλέον μήτ’ ἔλασσον τοῦ δέοντος niet meer en niet minder dan opportuun is Hp. MS 5; τὰ δέοντα μαθήματα de onmisbare vakken Plat. Lg. 820e; τὰ δέοντα ποιῆσαι zijn plicht doen Luc. 8.27; adv. uitdr.: ἐν τῷ δέοντι op het juiste moment Hdt. 2.159.2; ἐς δέον πάρεσθ’ ὅδε Κρέων daar is juist op tijd Creon Soph. OT 1416; εἰς δέον λέγουσιν zij spreken doelmatig Dem. 4.14; πρὸ τοῦ δέοντος voortijdig Soph. Phil. 891; ἀδελφεοκτόνος... οὐδὲν δέον γέγονα ik ben zonder enige noodzaak de moordenaar van mijn broer geworden Hdt. 3.65.4. acc. abs.: οὐκ ἀπήντα δέον hij kwam niet opdagen hoewel het verplicht was Dem. 21.90; ὡς αὐτίκα δεῆσον διώκειν aangezien het nodig zal zijn meteen de achtervolging in te zetten Xen. Cyr. 3.2.8; τὸ βουλευτικὸν ἀναπληρῶσαι δεῆσαν omdat het nodig was de senaat aan te vullen Plut. FM 9.4. er is behoefte aan, met gen. act.:; τοῦ πλεῦνος αἰεὶ ἔδεε men moest steeds verder (varen) Hdt. 4.43.4; οὐδὲν ἂν δέοι... πολλοῦ ἀργυρίου er is beslist niet veel geld voor nodig Plat. Crit. 45a; τί δεῖ τῆς ἀρετῆς; waarom is er dan behoefte aan deugd? Aristot. Pol. 1309b10; met dat. en gen..; σοί... παίδων τί δεῖ; hoezo heb jij behoefte aan kinderen? Eur. Med. 565; met acc. en gen..; αὐτὸν γάρ σε δεῖ προμηθέως want jij hebt zelf een prometheus nodig Aeschl. PV 86; spec. Att. uitdr.: πολλοῦ γε δεῖ verre van dat; ook met inf.:; πολλοῦ γε δεῖ... οὕτως ἔχειν het is er verre van dat het zo is Plat. Prot. 341d; ὀλίγου δεῖν bijna. zelden med.: δεῖσθαι τῆς αὐτῆς ἐρωτήσεως dat het dezelfde vraag vereist Plat. Men. 79c; ἑτέρου δεῖσθαι στρατηγοῦ dat er een andere generaal nodig is Plut. Pel. 26.1.<br />δέω Aeol. voor δήω. | ||
}} | }} | ||
{{etym | {{etym |