σύντροφος: Difference between revisions

1b
(nl)
(1b)
Line 36: Line 36:
{{elnl
{{elnl
|elnltext=σύντροφος -ον, Att. ook ξύντροφος [συντρέφω] samen met... voedend, met dat. en gen. obj.:; τοῖς ὕδασι σύντροφα τῶν ἐκ γῆς ἀναβλαστανόντων zaken die samen met water voeden wat uit de aarde omhoog schiet Plat. Lg. 845d; die medehoeder is van, met gen. obj.: τῆς ἀγέλης van de kudde Plat. Plt. 267e. samen (met...) grootgebracht, samen (met...) opgegroeid; met dat..; ἐόντες σύντροφοί τε ἐκείνῳ καὶ οἰκίης οὐ φλαυροτέρης die met hem mee opgegroeid waren en niet van mindere afkomst Hdt. 1.99.2; met gen..; τοῦ τετράρχου σύντροφος de jeugdvriend van de tetrarch NT Act. Ap. 13.1; subst..; τὸ σύντροφον καὶ τὸ καθ ’ ἡλικίαν het samen opgroeien en het van vergelijkbare leeftijd zijn Aristot. EN 1161b34; uitbr. verwant. τὸ σύντροφον γένος het verwante geslacht Soph. Ai. 861. samenlevend (met); met dat..; εἰμὶ τοῖς φονεῦσι σ. ik leef samen met de moordenaars Soph. El. 1190; van dieren als huisdier gehouden:. κυνίδιον σύντροφον hondje als huisdier Plut. Aem. 10.7. overdr. van zaken vertrouwd, gebruikelijk:; τῇ Ἑλλάδι πενίη … αἰεί κοτε σύντροφός ἐστι armoede is van oudsher onlosmakelijk verbonden met Hellas Hdt. 7.102.1; van ziektes geregeld voorkomend, endemisch; ἄλλο τι … ἢ τῶν ξυντρόφων τι iets anders dan een van de gewone ziektes (over de pest) Thuc. 2.50.1; ook van ziekte; ἐκ παιδίου σ. van kinds af aan bij iemands constitutie horend Hp. Morb. Sacr. 13; uitbr. karakteristiek:; κτύπος φωτὸς σύντροφος ὡς τειρομένου geraas karakteristiek voor een gekweld mens Soph. Ph. 203; ook subst..; τὸ σύντροφον karakteristieke eigenschap Plat. Plt. 273b; passend:. οὐ … ἐστι ξύντροφον …, ἀλλὰ πολέμιον niet passend, maar vijandig Hp. Vict. 66. van pers. gewend aan, met dat.:; πενίᾳ aan armoede Luc. 8.12; met dezelfde gewoontes. Plat. Lg. 949c.
|elnltext=σύντροφος -ον, Att. ook ξύντροφος [συντρέφω] samen met... voedend, met dat. en gen. obj.:; τοῖς ὕδασι σύντροφα τῶν ἐκ γῆς ἀναβλαστανόντων zaken die samen met water voeden wat uit de aarde omhoog schiet Plat. Lg. 845d; die medehoeder is van, met gen. obj.: τῆς ἀγέλης van de kudde Plat. Plt. 267e. samen (met...) grootgebracht, samen (met...) opgegroeid; met dat..; ἐόντες σύντροφοί τε ἐκείνῳ καὶ οἰκίης οὐ φλαυροτέρης die met hem mee opgegroeid waren en niet van mindere afkomst Hdt. 1.99.2; met gen..; τοῦ τετράρχου σύντροφος de jeugdvriend van de tetrarch NT Act. Ap. 13.1; subst..; τὸ σύντροφον καὶ τὸ καθ ’ ἡλικίαν het samen opgroeien en het van vergelijkbare leeftijd zijn Aristot. EN 1161b34; uitbr. verwant. τὸ σύντροφον γένος het verwante geslacht Soph. Ai. 861. samenlevend (met); met dat..; εἰμὶ τοῖς φονεῦσι σ. ik leef samen met de moordenaars Soph. El. 1190; van dieren als huisdier gehouden:. κυνίδιον σύντροφον hondje als huisdier Plut. Aem. 10.7. overdr. van zaken vertrouwd, gebruikelijk:; τῇ Ἑλλάδι πενίη … αἰεί κοτε σύντροφός ἐστι armoede is van oudsher onlosmakelijk verbonden met Hellas Hdt. 7.102.1; van ziektes geregeld voorkomend, endemisch; ἄλλο τι … ἢ τῶν ξυντρόφων τι iets anders dan een van de gewone ziektes (over de pest) Thuc. 2.50.1; ook van ziekte; ἐκ παιδίου σ. van kinds af aan bij iemands constitutie horend Hp. Morb. Sacr. 13; uitbr. karakteristiek:; κτύπος φωτὸς σύντροφος ὡς τειρομένου geraas karakteristiek voor een gekweld mens Soph. Ph. 203; ook subst..; τὸ σύντροφον karakteristieke eigenschap Plat. Plt. 273b; passend:. οὐ … ἐστι ξύντροφον …, ἀλλὰ πολέμιον niet passend, maar vijandig Hp. Vict. 66. van pers. gewend aan, met dat.:; πενίᾳ aan armoede Luc. 8.12; met dezelfde gewoontes. Plat. Lg. 949c.
}}
{{mdlsj
|mdlsjtxt=[[σύντροφος]], ον, [[συντρέφω]]<br /><b class="num">I.</b> brought up [[together]] with [[another]], c. dat., Hdt., Ar.:—often of [[domestic]] animals, Hdt., Xen.:—absol., τὸ ς. [[γένος]] the [[people]] [[bred]] up with me, Soph.<br /><b class="num">2.</b> [[generally]], [[living]] with, Soph.; ς. [[ὄμμα]] the eye or [[presence]] of a [[companion]], Soph.; ς. ὢν (sc. ἀνάγκαισ) [[being]] [[born]] to difficulties, Eur.<br /><b class="num">3.</b> of things, having [[grown]] up with one, [[congenital]], [[natural]], Soph.; τὰ ξύντροφα [[every]]-day evils, Thuc.:— ς. τινι [[natural]] or [[habitual]] to, τῇ Ἑλλάδι [[πενίη]] [[σύντροφος]] Hdt.<br /><b class="num">II.</b> act. a [[helping]] in the [[preservation]], τινος of a [[thing]], Xen.
}}
}}