3,270,341
edits
m (Text replacement - "''' <b class="num">1)" to "'''<br /><b class="num">1)") |
(1ab) |
||
Line 27: | Line 27: | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=κατα-τείνω met acc. spannen, strak aantrekken:; κ. χαλινούς de teugels aantrekken Hdt. 4.72.4; κ. τὰ ὅπλα de kabels spannen Hdt. 7.36.3; κατέτεινε... διώρυχας hij liet in een rechte lijn kanalen aanleggen Hdt. 1.189.3; κ. αὐτοὺς ἐπὶ τοὔδαφος hen languit op de grond leggen Plut. Publ. 6.4; pass.:; αἱ δεσμῷ κατατεινόμεναι (koeien) die strak met een touw worden vastgehouden Plut. Luc. 24.5; seks.:; ὄρρος κατατεινόμενος een stijve pik Aristoph. Lys. 965; geneesk. strekken, om een bot te zetten; Hp. Fract. 15; ook med.; overdr. onder spanning zetten:; τὸν δῆμον het volk strak houden Plut. Per. 15.1; pass.: λόγοι κατατεινόμενοι verhit debat Eur. Hec. 130; κατατεινομένη τῷ προσώπῳ met strak gezicht Plut. Ant. 77.4. uitrekken, uitbreiden:. δόλιχον κατατείνουσι τοῦ λόγου zij houden een heel lang verhaal Plat. Prot. 329b; κατατεινέσθαι ἐπὶ γῆν over de aarde verspreid worden Plat. Tim. 58e. intrans. zich uitstrekken:. γῆ κ. πρὸς ἑσπέρην de streek strekt zich naar het westen uit Hdt. 7.113.2. zich inspannen, aandringen:; οὔτ ’ αὖ κατατενῶ λίαν ἐγώ en ik van mijn kant zal niet al te zeer insisteren Eur. IA 336; ἰσχυρῶς κατέτεινε hij drong hevig aan Xen. An. 2.5.30; ptc. aor. uit alle macht:. κατατείνας ἐρῶ ik zal mijn uiterste best doen te zeggen Plat. Resp. 358d; ᾠχόμην ψύττα κατατείνας ik ging er als een haas vandoor Luc. 46.3. | |elnltext=κατα-τείνω met acc. spannen, strak aantrekken:; κ. χαλινούς de teugels aantrekken Hdt. 4.72.4; κ. τὰ ὅπλα de kabels spannen Hdt. 7.36.3; κατέτεινε... διώρυχας hij liet in een rechte lijn kanalen aanleggen Hdt. 1.189.3; κ. αὐτοὺς ἐπὶ τοὔδαφος hen languit op de grond leggen Plut. Publ. 6.4; pass.:; αἱ δεσμῷ κατατεινόμεναι (koeien) die strak met een touw worden vastgehouden Plut. Luc. 24.5; seks.:; ὄρρος κατατεινόμενος een stijve pik Aristoph. Lys. 965; geneesk. strekken, om een bot te zetten; Hp. Fract. 15; ook med.; overdr. onder spanning zetten:; τὸν δῆμον het volk strak houden Plut. Per. 15.1; pass.: λόγοι κατατεινόμενοι verhit debat Eur. Hec. 130; κατατεινομένη τῷ προσώπῳ met strak gezicht Plut. Ant. 77.4. uitrekken, uitbreiden:. δόλιχον κατατείνουσι τοῦ λόγου zij houden een heel lang verhaal Plat. Prot. 329b; κατατεινέσθαι ἐπὶ γῆν over de aarde verspreid worden Plat. Tim. 58e. intrans. zich uitstrekken:. γῆ κ. πρὸς ἑσπέρην de streek strekt zich naar het westen uit Hdt. 7.113.2. zich inspannen, aandringen:; οὔτ ’ αὖ κατατενῶ λίαν ἐγώ en ik van mijn kant zal niet al te zeer insisteren Eur. IA 336; ἰσχυρῶς κατέτεινε hij drong hevig aan Xen. An. 2.5.30; ptc. aor. uit alle macht:. κατατείνας ἐρῶ ik zal mijn uiterste best doen te zeggen Plat. Resp. 358d; ᾠχόμην ψύττα κατατείνας ik ging er als een haas vandoor Luc. 46.3. | ||
}} | |||
{{mdlsj | |||
|mdlsjtxt=fut. -τενῶ aor1 -έτεινα perf. -τέτᾰκα<br /><b class="num">I.</b> to [[stretch]] or [[draw]] [[tight]], Il., Hdt.; κ. τὰ ὅπλα to [[draw]] the cables [[taut]], Hdt.<br /><b class="num">2.</b> to [[stretch]] so as to [[torture]], Dem., etc.<br /><b class="num">3.</b> to [[stretch]] or [[draw]] in a [[straight]] [[line]], Hdt.<br /><b class="num">4.</b> to [[hold]] [[tight]] [[down]], Plut.<br /><b class="num">II.</b> intr. to [[stretch]] [[oneself]]: [[hence]],<br /><b class="num">1.</b> to [[extend]] or run [[straight]] [[towards]], Lat. tendere, Hdt., Xen.: absol. to [[extend]], Hdt.<br /><b class="num">2.</b> to [[strive]] [[against]], [[strive]] [[earnestly]], be [[vehement]], Eur., Xen.: aor1 [[part]]., with all one's [[might]], [[λέγω]] κατατείνας Plat. | |||
}} | }} |