3,274,498
edits
(nl) |
(3) |
||
Line 36: | Line 36: | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=κοινός -ή -όν, post- Hom. f. ook - ός gemeenschappelijk van zaken gemeenschappelijk (aan), gedeeld (door):; ἐκ κοινοῦ πλείστη τε χάρις δαπανή τ ’ ὀλιγίστη wat gemeenschappelijk is geeft het meeste plezier en de minste kosten Hes. Op. 723; met gen.:; πάντων … κοινὸν φάος licht dat gemeenschappelijk is aan alle mensen Aeschl. PV 1092; met dat.:; ὑμῖν φῶς … καὶ τοῖσδ ’ ἅπασι κοινόν een gemeenschappelijk licht voor jullie en alle mensen hier Aeschl Ag. 523; οὕτω κοινόν τι ἄρα χαρᾷ καὶ λύπῃ δάκρυά ἐστιν zozeer zijn tranen iets dat vreugde en smart delen Xen. Hell. 7.1.32; οἰκία κοινοτάτη ἀεὶ τῷ δεομένῳ een huis dat altijd het meest open stond voor wie in nood was And. 1.147; spreekw.: κοινὰ τὰ τῶν φίλων bezit van vrienden is gemeenschappelijk Eur. Or. 735. algemeen geldend, gewoon:; ὁ μῦθος … κοινὸς οὐδαμῶς ὅδε dit verhaal was zeker niet voor ieders oren bestemd Eur. Hipp. 609; ἔστιν ἐν τῷ κοινῷ het hoort bij het algemene lot And. 2.6; ταῦτα δὴ τὰ κοινὰ ‘ φίλτατον τέκνον ’ zo'n gemeenplaats als ‘liefste kind’ Men. Sam. 242; christ. profaan, onrein:. κ. χεῖρες onreine handen NT Marc. 7.2; οὐδέποτε ἔφαγον πᾶν κοινὸν καὶ ἀκάθαρτον ik heb nooit iets profaans of onreins gegeten NT Act. Ap. 10.14. spec. politiek, van staatszaken gemeenschappelijk, (van het) collectief:; τὸ κ. ἀγαθόν het algemeen goed Thuc. 5.90; τὰ κ. χρήματα staatsfinanciën Xen. Hell. 6.5.34; κ. ἀδικήματα vergrijpen jegens de gemeenschap Dem. 21.45; εἰς κοινὸν publiekelijk Dem. 19.156; κατὰ κοινόν gezamenlijk Dem. 21.94; subst. τὰ κοινά het algemeen belang; staatszaken:; πρὸς τὰ κοινὰ προσελθεῖν aan staatszaken deelnemen Dem. 18.257; stadsbestuur:; τὰ κοινὰ τῶν Βαβυλωνίων het stadsbestuur van Babylon Hdt. 3.156.2; τὸ κοινόν staat, bond:; τῶν Ἰώνων de Ionische bond Hdt. 5.109.3; τὸ κοινὸν τὸ τῶν πολιτῶν de gemeenschap van de burgers Aristot. Pol. 1283b41; regering:; ἀπὸ τοῦ κοινοῦ van overheidswege Hdt. 5.85.1; ἄνευ τοῦ πάντων κοινοῦ zonder toestemming van de algemene vergadering Thuc. 4.78.3; van publieke gelden, sing. en plur. staatskas, openbare middelen:. γενομένων χρημάτων μεγάλων ἐν τῷ κοινῷ toen er grote bedragen in de staatskas gekomen waren Hdt. 7.144.1; πλουτήσαντες δ ’ ἀπὸ τῶν κοινῶν rijk geworden dankzij de openbare middelen Aristoph. Pl. 569; ἀπὸ κοινοῦ op staatskosten Xen. An. 4.7.27. van pers. van gemeenschappelijke afkomst, verwant:; ἠθέλησε δ ’ αἵματος κοινοῦ πάσασθαι hij wilde zich verzadigen aan bloed van zijn verwant Soph. Ant. 202; κοιναί γε πατρὸς ἀδελφεαί ja, bloedeigen zusters van hun vader Soph. OC 535; deelnemend:; κοινὸς ἐν κοινοῖσι λυπεῖσθαι gezamenlijk met de kameraden delen in verdriet Soph. Ai. 267; die met iedereen omgaat, dienstvaardig, vriendelijk:; τῷ κοινῷ καὶ φιλανθρώπῳ door zijn toegankelijkheid en menslievendheid Plut. Cr. 7.4; met dat.:; κοινοὺς τῶν Ἑλλήνων τῷ βουλομένῳ μανθάνειν toegankelijk voor elke Griek die wil leren Plat. Men. 91b; onpartijdig:. κοινοὺς εἶναι τῷ τε διώκοντι καὶ τῷ φεύγοντι onpartijdig zijn ten opzichte van aanklager en beschuldigde Lys. 15.1. filos. algemeen, universeel:. τὸ κοινὸν λαμβάνειν περὶ αὐτῶν het algemene hierover vatten Plat. Tht. 185b. adv. κοινῶς gezamenlijk, collectief:; κ. ὠφέλησαν door hun collectief optreden hebben zij voordeel gebracht Thuc. 2.42.3; κοινῶς πράττειν gezamenlijk optreden Plut. Ant. 33.1; sociaal:; οὐδὲ κοινῶς οὐδὲ πολιτικῶς οὐδεπώποτ ’ ἐβίωσαν zij hebben hun leven nooit laten leiden door sociaal of staatkundig belang Isocr. 4.151; in het algemeen:. τὰ δὲ σκῦλα σπόλια μὲν κοινῶς, ἰδίως δ ’ ὀπίμια ταῦτα καλοῦσι de oorlogsbuit noemen ze in het algemeen spolia, maar met een specifieke term opimia Plut. Marc. 8.9. | |elnltext=κοινός -ή -όν, post- Hom. f. ook - ός gemeenschappelijk van zaken gemeenschappelijk (aan), gedeeld (door):; ἐκ κοινοῦ πλείστη τε χάρις δαπανή τ ’ ὀλιγίστη wat gemeenschappelijk is geeft het meeste plezier en de minste kosten Hes. Op. 723; met gen.:; πάντων … κοινὸν φάος licht dat gemeenschappelijk is aan alle mensen Aeschl. PV 1092; met dat.:; ὑμῖν φῶς … καὶ τοῖσδ ’ ἅπασι κοινόν een gemeenschappelijk licht voor jullie en alle mensen hier Aeschl Ag. 523; οὕτω κοινόν τι ἄρα χαρᾷ καὶ λύπῃ δάκρυά ἐστιν zozeer zijn tranen iets dat vreugde en smart delen Xen. Hell. 7.1.32; οἰκία κοινοτάτη ἀεὶ τῷ δεομένῳ een huis dat altijd het meest open stond voor wie in nood was And. 1.147; spreekw.: κοινὰ τὰ τῶν φίλων bezit van vrienden is gemeenschappelijk Eur. Or. 735. algemeen geldend, gewoon:; ὁ μῦθος … κοινὸς οὐδαμῶς ὅδε dit verhaal was zeker niet voor ieders oren bestemd Eur. Hipp. 609; ἔστιν ἐν τῷ κοινῷ het hoort bij het algemene lot And. 2.6; ταῦτα δὴ τὰ κοινὰ ‘ φίλτατον τέκνον ’ zo'n gemeenplaats als ‘liefste kind’ Men. Sam. 242; christ. profaan, onrein:. κ. χεῖρες onreine handen NT Marc. 7.2; οὐδέποτε ἔφαγον πᾶν κοινὸν καὶ ἀκάθαρτον ik heb nooit iets profaans of onreins gegeten NT Act. Ap. 10.14. spec. politiek, van staatszaken gemeenschappelijk, (van het) collectief:; τὸ κ. ἀγαθόν het algemeen goed Thuc. 5.90; τὰ κ. χρήματα staatsfinanciën Xen. Hell. 6.5.34; κ. ἀδικήματα vergrijpen jegens de gemeenschap Dem. 21.45; εἰς κοινὸν publiekelijk Dem. 19.156; κατὰ κοινόν gezamenlijk Dem. 21.94; subst. τὰ κοινά het algemeen belang; staatszaken:; πρὸς τὰ κοινὰ προσελθεῖν aan staatszaken deelnemen Dem. 18.257; stadsbestuur:; τὰ κοινὰ τῶν Βαβυλωνίων het stadsbestuur van Babylon Hdt. 3.156.2; τὸ κοινόν staat, bond:; τῶν Ἰώνων de Ionische bond Hdt. 5.109.3; τὸ κοινὸν τὸ τῶν πολιτῶν de gemeenschap van de burgers Aristot. Pol. 1283b41; regering:; ἀπὸ τοῦ κοινοῦ van overheidswege Hdt. 5.85.1; ἄνευ τοῦ πάντων κοινοῦ zonder toestemming van de algemene vergadering Thuc. 4.78.3; van publieke gelden, sing. en plur. staatskas, openbare middelen:. γενομένων χρημάτων μεγάλων ἐν τῷ κοινῷ toen er grote bedragen in de staatskas gekomen waren Hdt. 7.144.1; πλουτήσαντες δ ’ ἀπὸ τῶν κοινῶν rijk geworden dankzij de openbare middelen Aristoph. Pl. 569; ἀπὸ κοινοῦ op staatskosten Xen. An. 4.7.27. van pers. van gemeenschappelijke afkomst, verwant:; ἠθέλησε δ ’ αἵματος κοινοῦ πάσασθαι hij wilde zich verzadigen aan bloed van zijn verwant Soph. Ant. 202; κοιναί γε πατρὸς ἀδελφεαί ja, bloedeigen zusters van hun vader Soph. OC 535; deelnemend:; κοινὸς ἐν κοινοῖσι λυπεῖσθαι gezamenlijk met de kameraden delen in verdriet Soph. Ai. 267; die met iedereen omgaat, dienstvaardig, vriendelijk:; τῷ κοινῷ καὶ φιλανθρώπῳ door zijn toegankelijkheid en menslievendheid Plut. Cr. 7.4; met dat.:; κοινοὺς τῶν Ἑλλήνων τῷ βουλομένῳ μανθάνειν toegankelijk voor elke Griek die wil leren Plat. Men. 91b; onpartijdig:. κοινοὺς εἶναι τῷ τε διώκοντι καὶ τῷ φεύγοντι onpartijdig zijn ten opzichte van aanklager en beschuldigde Lys. 15.1. filos. algemeen, universeel:. τὸ κοινὸν λαμβάνειν περὶ αὐτῶν het algemene hierover vatten Plat. Tht. 185b. adv. κοινῶς gezamenlijk, collectief:; κ. ὠφέλησαν door hun collectief optreden hebben zij voordeel gebracht Thuc. 2.42.3; κοινῶς πράττειν gezamenlijk optreden Plut. Ant. 33.1; sociaal:; οὐδὲ κοινῶς οὐδὲ πολιτικῶς οὐδεπώποτ ’ ἐβίωσαν zij hebben hun leven nooit laten leiden door sociaal of staatkundig belang Isocr. 4.151; in het algemeen:. τὰ δὲ σκῦλα σπόλια μὲν κοινῶς, ἰδίως δ ’ ὀπίμια ταῦτα καλοῦσι de oorlogsbuit noemen ze in het algemeen spolia, maar met een specifieke term opimia Plut. Marc. 8.9. | ||
}} | |||
{{elru | |||
|elrutext='''κοινός:''' <b class="num">1)</b> общий, касающийся всех, принадлежащий всем, распространяющийся на всех ([[ὠφέλημα]] θνητοῖσιν Aesch.): κοινὰ τὰ τῶν [[φίλων]] Eur., Plat. у друзей все общее; κοινὴ ἐς φίλους [[ἀρωγή]] Soph. помощь всем друзьям; ἥκει [[ὑμῖν]] [[φῶς]] καὶ τοῖσδε ἅπασι [[κοινόν]] Aesch. воссиял свет и для вас, и для всех них; κοινὸν [[τοῦτο]] Λακεδαιμονίων τε καὶ Ἀθηναίων Plat. это (победа при Платеях) есть общее дело лакедемонян и афинян;<br /><b class="num">2)</b> общий, свойственный всем ([[κοινόν]] τι χαρᾷ καὶ λύπῃ δάκρυα Xen.): οὔ μοι [[κοινόν]] τι πρὸς Ὀθρυάδαν γεγένηται Anth. у меня ничего не было общего с Отриадом;<br /><b class="num">3)</b> общий, общественный, публичный (τὸ ἀγαθόν Thuc.; τὰ χρήματα Xen.): κοινῷ λόγῳ Her. по общему решению; ὁ τῆς πόλεως κ. [[δήμιος]] Plat. государственный исполнитель приговоров;<br /><b class="num">4)</b> общий, общеупотребительный, обычный, обыкновенный: ἡ κοινὴ [[διάλεκτος]] грам. общеупотребительный, т. е. разговорный язык; ἡ κοινὴ [[ἔννοια]] или [[ἐπίνοια]] Polyb. здравый смысл; κ. [[τόπος]] (лат. [[locus]] [[communis]]) рит. общее место, общеизвестная истина;<br /><b class="num">5)</b> общедоступный, подлежащий оглашению: ὁ [[μῦθος]] κ. [[οὐδαμῶς]] [[ὅδε]] Eur. такое признание не должно стать всеобщим достоянием;<br /><b class="num">6)</b> участвующий в общем деле, причастный (κοινὸν ποιεῖσθαί τινα ἔν τινι Soph.): οὐδὲ τῷ νοινῷ γέ μοι Arph. (он ничего не дал) даже мне, (своему) сотоварищу;<br /><b class="num">7)</b> родственный, родной ([[αἷμα]] Soph.);<br /><b class="num">8)</b> беспристрастный, тж. нейтральный (φοβούμεθαύμᾶς μὴ οὐ κοινοὶ ἀποβῆτε Thuc.; κοινοὺς εἶναι τῷ τε διώκοντι καὶ τῷ φεύγοντι Lys.): κ. τῷ βουλομένῳ μανθάνειν Plat. одинаково доступный для всякого желающего учиться;<br /><b class="num">9)</b> обходительный, приветливый, любезный (ἅπασι Isocr.);<br /><b class="num">10)</b> равный, одинаковый: κοινότεραι τύχαι ἢ κατὰ τὸ διαφέρον [[πλῆθος]] Thuc. результаты (военных действий) более равные, чем это соответствовало бы различной численности (противников);<br /><b class="num">11)</b> лишенный святости (κοινὸν ἡγεῖσθκί τι NT): κοιναῖς χερσὶν ἐσθίειν NT есть немытыми руками;<br /><b class="num">12)</b> лог. общий, лежащий в основе, основной (αἱ ἀρχαί, τὰ ἀξιώματα Arst.);<br /><b class="num">13)</b> грам. общий: κοινὴ [[συλλαβή]] (лат. [[syllaba]] [[anceps]]) слог, могущий быть то долгим, то кратким; κ. τῷ [[γένει]] (лат. generis comrnunis) имеющий одинаковую форму для мужского и женского родов - см. тж. [[κοινόν]], [[κοινά]], [[κοινῇ]]. | |||
}} | }} |