|
|
Line 3: |
Line 3: |
| }} | | }} |
| {{elnl | | {{elnl |
| |elnltext=καταπροίξομαι, Ιon. καταπροΐξομαι [κατά, προῖκα] alleen fut. en altijd met ontk. ongestraft zullen blijven:; ἐκείνους... οὐ καταπροΐξεσθαι dat zij niet ongestraft zullen blijven Hdt. 3.36.6; met gen.:; οὐ... ἐμοῦ καταπροΐξει je zult niet ongestraft van me afkomen Aristoph. Nub. 1240; met nom. en ptc.: οὐ καταπροΐξονται ἀποστάντες zij zullen niet ongestraft blijven voor hun opstand Hdt. 5.105.1; οὔτοι καταπροίξει λέγουσα ταυτί met deze woorden zal zij niet wegkomen Aristoph. Th. 566. | | |elnltext=καταπροίξομαι, Ιon. καταπροΐξομαι [[[κατά]], [[προῖκα]]] alleen fut. en altijd met ontk. ongestraft zullen blijven:; ἐκείνους... οὐ καταπροΐξεσθαι dat zij niet ongestraft zullen blijven Hdt. 3.36.6; met gen.:; οὐ... ἐμοῦ καταπροΐξει je zult niet ongestraft van me afkomen Aristoph. Nub. 1240; met nom. en ptc.: οὐ καταπροΐξονται ἀποστάντες zij zullen niet ongestraft blijven voor hun opstand Hdt. 5.105.1; οὔτοι καταπροίξει λέγουσα ταυτί met deze woorden zal zij niet wegkomen Aristoph. Th. 566. |
| }} | | }} |
| {{mdlsj | | {{mdlsj |