συνεθίζω: Difference between revisions

|elnltext=συν-εθίζω, Att. ook ξυνεθίζω act. (causat. ) vertrouwd maken (met), doen wennen (aan); met acc. van persoon en dat. of met acc. van persoon en πρός + acc.:; σ. ἕτερον ἑτέρῳ de een aan de ander laten wennen Plat. Resp. 589a; πρὸς εὐτέλειαν καὶ φειδώ σ. conditioneren op goedkoopheid en zuinigheid Plut. Lyc. 12.1; met inf.. σ. ζῆν μὴ πλέοντας eraan doen wennen te leven zonder te varen Plut. Them. 19.4. pass. intrans. vertrouwd raken (met), wennen (aan), gewend raken (aan);; οὐδ’... συνεθίζεσθαι ἡλικίαν ἔχω ik heb niet de leeftijd om daaraan te wennen Plat. Tht. 146b; met inf..; ἵνα συνεθισθῇς ὅμοια τοῖς εἰρημένοις φρονεῖν opdat je de gewoonte ontwikkelt te denken zoals je spreekt Isocr. 2.38; met AcI, ptc. perf. pass..; ξυνειθισμένοι μᾶλλον μηκέτι δεινοὺς αὐτοὺς ὁμοίως σφίσι φαίνεσθαι er meer aan gewend dat ze hun niet meer zo gevaarlijk leken Thuc. 4.34.1; onpers. ptc. perf.. συνειθισμένον ἦν het was de gewoonte Lys. 1.10.