βρῦ

English (LSJ)

v. βρῦν.

Spanish (DGE)

v. βρῦν.

Frisk Etymological English

See also: s βρῦν

Dutch (Woordenboekgrieks.nl)

βρῦ, onomat. (brabbelwoordje van peuter), met acc. βρῦν alsof het een subst. is: dinke!:. εἰ... βρῦν εἴποις, ἐγὼ γνοὺς ἂν πιεῖν ἐπέσχον als jij ‘dinke’ zei, snapte ik het en gaf ik je te drinken Aristoph. Nub. 1382.

German (Pape)

s. βρύλλω.