πῆχυς: Difference between revisions

2,131 bytes added ,  3 January 2019
2b
(nl)
(2b)
Line 39: Line 39:
{{elnl
{{elnl
|elnltext=πῆχυς -εως, ὁ, Aeol. πᾶχυς, Ion. gen. πήχεος; gen. plur. πήχεων, later πηχῶν elleboog, onderarm:; πῆχυν... βάλε χειρὸς δεξιτέρης hij trof de elleboog van zijn rechter arm Il. 21.166; τά τε περὶ τῶν βραχιόνων ὀστᾶ καὶ τὰ τῶν πήχεων de botten van de boven- en onderarmen Plat. Tim. 75a; uitbr. arm:; ἀμφὶ δὲ παιδὶ φίλῳ βάλε πήχεε hij sloeg zijn armen om zijn dierbare zoon heen Od. 17.38; anal. het middelste stuk van een boog (waaromheen de boog buigt):; ὁ δὲ τόξου πῆχυν ἄνελκε hij spande de boog Il. 11.375; τὸν ῥ ’ ἐπὶ πήχει ἑλών nadat hij die (de pijl) op de boog gelegd had Od. 21.419; plur. armen van een lier:. ὄρυες, τῶν τὰ κέρεα τοῖσι φοίνιξι οἱ πήχεες ποιεῦνται antilopen, waarvan de hoorns gemaakt worden tot de armen van de lieren Hdt. 4.192.1. el (lengtemaat van ca. 45 cm, de afstand tussen de elleboog en het uiteinde van de middelvinger):. τοῦ ὀστέου, ἀφ ’ ὁτέου τὸν πῆχυν οἱ ἄνθρωποι μετρέουσιν het bot waarnaar de mensen de el afmeten Hp. Fract. 3; τίς δὲ ἐξ ὑμῶν μεριμνῶν δύναται προσθεῖναι ἐπὶ τὴν ἡλικίην αὐτοῦ πῆχυν ἕνα; wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? NT Mt. 6.27. meetlat; AP 6.204.1; overdr..; ἐξοίσουσι καὶ πήχεις ἐπῶν ze zullen ook ‘woordenmeters’ tevoorschijn halen Aristoph. Ran. 799; plur. meetpunt (voor het stijgen van de Nijl). Luc. 41.6.
|elnltext=πῆχυς -εως, ὁ, Aeol. πᾶχυς, Ion. gen. πήχεος; gen. plur. πήχεων, later πηχῶν elleboog, onderarm:; πῆχυν... βάλε χειρὸς δεξιτέρης hij trof de elleboog van zijn rechter arm Il. 21.166; τά τε περὶ τῶν βραχιόνων ὀστᾶ καὶ τὰ τῶν πήχεων de botten van de boven- en onderarmen Plat. Tim. 75a; uitbr. arm:; ἀμφὶ δὲ παιδὶ φίλῳ βάλε πήχεε hij sloeg zijn armen om zijn dierbare zoon heen Od. 17.38; anal. het middelste stuk van een boog (waaromheen de boog buigt):; ὁ δὲ τόξου πῆχυν ἄνελκε hij spande de boog Il. 11.375; τὸν ῥ ’ ἐπὶ πήχει ἑλών nadat hij die (de pijl) op de boog gelegd had Od. 21.419; plur. armen van een lier:. ὄρυες, τῶν τὰ κέρεα τοῖσι φοίνιξι οἱ πήχεες ποιεῦνται antilopen, waarvan de hoorns gemaakt worden tot de armen van de lieren Hdt. 4.192.1. el (lengtemaat van ca. 45 cm, de afstand tussen de elleboog en het uiteinde van de middelvinger):. τοῦ ὀστέου, ἀφ ’ ὁτέου τὸν πῆχυν οἱ ἄνθρωποι μετρέουσιν het bot waarnaar de mensen de el afmeten Hp. Fract. 3; τίς δὲ ἐξ ὑμῶν μεριμνῶν δύναται προσθεῖναι ἐπὶ τὴν ἡλικίην αὐτοῦ πῆχυν ἕνα; wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? NT Mt. 6.27. meetlat; AP 6.204.1; overdr..; ἐξοίσουσι καὶ πήχεις ἐπῶν ze zullen ook ‘woordenmeters’ tevoorschijn halen Aristoph. Ran. 799; plur. meetpunt (voor het stijgen van de Nijl). Luc. 41.6.
}}
{{etym
|etymtx=Grammatical information: m.<br />Meaning: [[forearm]], [[arm]] (cf. <b class="b3">βραχίων</b>), also as measure = [[cubit]] and metaph. in diff. meanings (Il.).<br />Other forms: Dor. Aeol. <b class="b3">πᾶχυς</b>, <b class="b3">-εος</b>, <b class="b3">-εως</b>.<br />Compounds: Often as 2. member, e.g. <b class="b3">δί-πηχυς</b> <b class="b2">two cubits long</b> (IA.).<br />Derivatives: 1. dimin. <b class="b3">πηχίσκος</b> m. (Anon. ap. Suid.); 2. adj. <b class="b3">πηχυ-αῖος</b> (IA., <b class="b3">παχυ-</b> Epich.), <b class="b3">-ιος</b> (Mimn., A. R.) <b class="b2">cubits long</b>; 3. verbs: <b class="b3">πηχίζω</b> <b class="b2">to measure by the cubit</b> (LXX) with <b class="b3">πηχ-ισμός</b> m. <b class="b2">measuring by the cubit</b> (LXX, pap.), <b class="b3">-ισμα</b> n. <b class="b2">cubit-measure</b> (Sm.); <b class="b3">πηχύνω</b> (<b class="b3">περι-</b>πῆχυς) <b class="b2">to embrace</b> (hell. a. late epic).<br />Origin: IE [Indo-European] [108] <b class="b2">*bʰeh₂gʰu-</b> <b class="b2">lower arm, elbow</b><br />Etymology: Old inherited name of a member, in several languages retained: Skt. <b class="b2">bāhú-</b>, Av. <b class="b2">bāzu-</b> m. <b class="b2">lower arm, arm, foreleg of an animal</b>, Germ., e.g. OWNo. [[bōgr]], OHG [[buog]] m. <b class="b2">the upper part of the foreleg, Bug</b>; IE <b class="b2">*bhāǵhu-</b>; here, with unclear transformation of the stem, Toch. A [[poke]], B obl. [[pokai]] [[arm]] (on the phonetics v. Windekens Orbis 11, 191 f. a. 12, 190). Also on Italic bottom the word was once alive, if with Pisani KZ 71, 44 Lat. [[trifāx]], <b class="b2">-ācis</b> <b class="b2">a three ell long weapon</b> as Oscan LW [loanword] belongs here. -- A basic verb, IE <b class="b2">*bhaǵh-</b>, Benveniste BSL 52, 60 ff. wants to see on Iran. soil in Oss. <b class="b2">i-væz-</b> <b class="b2">stretch out</b> (Iran. <b class="b2">*baz-</b>); not very credible, cf. Mayrhofer s. <b class="b2">bāhúḥ</b> w. lit. (the short vowel makes a problem.
}}
}}