κάμνω: Difference between revisions

m
Text replacement - " ’" to "’"
m (Text replacement - " :" to ":")
m (Text replacement - " ’" to "’")
Line 41: Line 41:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=κάμνω [~ κομέω, κομίζω] aor. ἔκαμον, ep. κάμον, med. καμόμην; perf. (steeds intrans. ) κέκμηκα, ep. ptc. κεκμηώς, gen. κεκμηῶτος en κεκμηότος, plqperf. ἐκεκμήκειν; fut. med. καμοῦμαι met acc. (met inspanning) maken, vervaardigen:; μίτρη, τὴν χαλκῆες κάμον ἄνδρες een gordel die smeden hadden vervaardigd Il. 4.187; ἵππον... ὃν κάμε Ἐπειός het (houten) paard, dat Epeius had gebouwd Od. 11.523; οἵ κέ σφιν καὶ νῆσον ἐϋκτιμένην ἐκάμοντο die voor hen het eiland welvarend hadden kunnen maken Od. 9.130; aor. med. verwerven:. τὰς αὐτοὶ καμόμεσθα βίηφί τε δουρί τε μακρῷ (de vrouwen) die wij met het geweld van onze lange lans hebben verworven Il. 18.341. zonder acc. zwoegen, zich inspannen:. κ. ὑπὲρ τῆς πόλεως voor het vaderland zwoegen Thuc. 2.41.5. moe worden: met acc. van betr.:; ὁ δ ’ ἀριστερὸν ὦμον ἔκαμνεν zijn linker schouder werd moe Il. 16.106; met ptc.:; ἐπεί κε κάμω πολεμίζων wanneer ik moe geworden ben van het vechten Il. 1.168; ἔκαμον δέ μοι ὄσσε πάντῃ παπταίνοντι mijn ogen werden moe van het rondkijken Od. 12.232; πολλὰ μὴ κάμῃς λέγων doe geen moeite lang te spreken Eur. IA 1143; met dat.:; μὴ κάμνε λίαν δαπάναις wees niet te snel moe met uitgaven Pind. P. 1.90; perf. vermoeid zijn; subst. ptc. aor. οἱ καμόντες en subst. ptc. perf. οἱ κεκμηκότες de doden. het zwaar te verduren hebben, in moeilijkheden zitten:; στρατοῦ καμόντος nu het leger het zwaar te verduren had Aeschl. Ag. 670; τῷ... πεποιημένῳ... ἔκαμον μεγάλως ik was zeer aangedaan door het gebeurde Hdt. 1.118.2; κοὐ καμῇ τοὐμὸν μέρος u zult geen problemen hebben voorzover het van mij afhangt Soph. Tr. 1215; met acc. v. h. inw. obj.: οὐκ ἴσον καμὼν ἐμοὶ λύπης niet gelijke pijn voelend als ik Soph. El. 532. ziek zijn:; τί πάσχεις; τί κάμνεις; wat mankeert je? waar lijd je aan? Aristoph. Nub. 708; καμοῦσα ἀπέθανε zij werd ziek en stierf And. 1.120; met acc. v. h. inw. obj.:; κ. τοὺς ὀφθαλμούς een oogziekte hebben Hdt. 2.111.2; subst. ptc. praes. ὁ κάμνων de patiënt.
|elnltext=κάμνω [~ κομέω, κομίζω] aor. ἔκαμον, ep. κάμον, med. καμόμην; perf. (steeds intrans. ) κέκμηκα, ep. ptc. κεκμηώς, gen. κεκμηῶτος en κεκμηότος, plqperf. ἐκεκμήκειν; fut. med. καμοῦμαι met acc. (met inspanning) maken, vervaardigen:; μίτρη, τὴν χαλκῆες κάμον ἄνδρες een gordel die smeden hadden vervaardigd Il. 4.187; ἵππον... ὃν κάμε Ἐπειός het (houten) paard, dat Epeius had gebouwd Od. 11.523; οἵ κέ σφιν καὶ νῆσον ἐϋκτιμένην ἐκάμοντο die voor hen het eiland welvarend hadden kunnen maken Od. 9.130; aor. med. verwerven:. τὰς αὐτοὶ καμόμεσθα βίηφί τε δουρί τε μακρῷ (de vrouwen) die wij met het geweld van onze lange lans hebben verworven Il. 18.341. zonder acc. zwoegen, zich inspannen:. κ. ὑπὲρ τῆς πόλεως voor het vaderland zwoegen Thuc. 2.41.5. moe worden: met acc. van betr.:; ὁ δ’ ἀριστερὸν ὦμον ἔκαμνεν zijn linker schouder werd moe Il. 16.106; met ptc.:; ἐπεί κε κάμω πολεμίζων wanneer ik moe geworden ben van het vechten Il. 1.168; ἔκαμον δέ μοι ὄσσε πάντῃ παπταίνοντι mijn ogen werden moe van het rondkijken Od. 12.232; πολλὰ μὴ κάμῃς λέγων doe geen moeite lang te spreken Eur. IA 1143; met dat.:; μὴ κάμνε λίαν δαπάναις wees niet te snel moe met uitgaven Pind. P. 1.90; perf. vermoeid zijn; subst. ptc. aor. οἱ καμόντες en subst. ptc. perf. οἱ κεκμηκότες de doden. het zwaar te verduren hebben, in moeilijkheden zitten:; στρατοῦ καμόντος nu het leger het zwaar te verduren had Aeschl. Ag. 670; τῷ... πεποιημένῳ... ἔκαμον μεγάλως ik was zeer aangedaan door het gebeurde Hdt. 1.118.2; κοὐ καμῇ τοὐμὸν μέρος u zult geen problemen hebben voorzover het van mij afhangt Soph. Tr. 1215; met acc. v. h. inw. obj.: οὐκ ἴσον καμὼν ἐμοὶ λύπης niet gelijke pijn voelend als ik Soph. El. 532. ziek zijn:; τί πάσχεις; τί κάμνεις; wat mankeert je? waar lijd je aan? Aristoph. Nub. 708; καμοῦσα ἀπέθανε zij werd ziek en stierf And. 1.120; met acc. v. h. inw. obj.:; κ. τοὺς ὀφθαλμούς een oogziekte hebben Hdt. 2.111.2; subst. ptc. praes. ὁ κάμνων de patiënt.
}}
}}
{{etym
{{etym