3,252,772
edits
(nl) |
(2b) |
||
Line 31: | Line 31: | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=πρός, Dor. en ep. ποτί [~ πρό?, πρόσω?] adv. er bij, ook nog, bovendien:. τάδε λέγω, δράσω τε πρός ik zeg het volgende en ik zal er ook nog naar handelen Eur. Or. 622; καὶ κατακτενῶ γε πρός ja, en ik zal u ook nog doden Eur. Phoen. 610; πρὸς δέ bovendien Il. 5.307; πρὸς δὲ καί en bovendien ook Hdt. 1.164.3; καὶ πρός en bovendien Aeschl. Ch. 301. in composita naar, tegen, bijv. προσάγω, προσβάλλω, προσέρχομαι, προσπίπτω. bij, aan de kant van, op de hand van, bijv. προσγίγνομαι, πρόσειμι. bovendien, ook nog, erbij, bijv. προσδίδωμι, προστίθημι. prep. met gen., dat. of acc. met gen. van de kant van, aan de kant van van plaats waarvandaan van de kant van, komend van:; ἵκετ ’ ἐμὸν δῶ ἠὲ πρὸς ἠοίων ἦ ἑσπερίων ἀνθρώπων hij bereikte mijn huis komend van de mensen in het oosten of westen Od. 8.29; overdr. van herkomst, oorsprong, oorzaak van de kant van, van:; οἵ τε θέμιστας πρὸς Διὸς εἰρύαται (rechters) die de wetten afkomstig van Zeus beschermen Il. 1.239; τιμὴν πρὸς Ζηνὸς ἔχοντες een erepositie hebben die van Zeus is ontvangen Od. 11.302; εἰ γὰρ τύχοιεν ὧν φρονοῦσι πρὸς θεῶν mogen zij van de goden verkrijgen waar zij op zinnen! Aeschl. Sept. 550; ταῦτα πρὸς Κυαξάρεω παθόντες die narigheid door toedoen van Kuaxares ondervonden hebbend Hdt. 1.73.5; τέθνηκεν... πρὸς τίνος ποτ ’ αἰτίας; als gevolg van welke oorzaak is zij dan wel gestorven? Soph. OT 1236; spec. met agens bij pass. verba door:; πρὸς τοῦ διδαχθείς; door wie onderwezen? Soph. OT 357; ἀτιμάζεσθαι πρὸς Πεισιστράτου respectloos behandeld worden door Pisistratus Hdt. 1.61.2; bij adj. met pass. bet.. τιμήεσσα πρὸς πόσιος geëerd door haar echtgenoot Od. 18.162; ἔρημος πρὸς φίλων verlaten door mijn dierbaren Soph. Ant. 919; γένος δὲ ἐξ Ἁλικαρνησσοῦ τὰ πρὸς πατρός wat haar familie betreft stamde zij van vaderskant uit Halicarnassus Hdt. 7.99.2; τοὺς πρὸς αἵματος bloedverwanten Soph. Ai. 1305; πρὸς ἀνδρῶν in mannelijke lijn Plat. Tht. 173d. van plaats waar aan de kant van:; πρὸς ἁλός aan de kant van de zee Il. 10.428; αὐτὸς δὲ ποτὶ πτόλιος πέτετ ’ αἰεί zelf rende hij steeds aan de kant van de stad Il. 22.198; νήσοισι πρὸς Ἤλιδος de eilanden aan de kant van Elis Od. 21.347; ook als eindpunt van beweging; ἀποστάντες ἀπ ’ ἐκείνου καὶ γενόμενοι πρὸς σέο van hem afgevallen en aan uw kant gekomen Hdt. 1.124.3; overdr..; πιστεύσαντες τῷ θεῷ πρὸς ἡμῶν ἔσεσθαι in het vertrouwen dat god aan onze kant zal staan Thuc. 4.92.7; in het voordeel van:. ἐλπίσας πρὸς ἑωυτοῦ τὸν χρησμὸν εἶναι in de verwachting dat de orakeluitspraak in zijn eigen voordeel was Hdt. 1.75.2; πρὸς σοῦ γάρ, οὐδ ’ ἐμοῦ, φράσω ik zal namelijk in uw voordeel, niet in het mijne, spreken Soph. OT 1434; πρὸς τῶν ἐχόντων... τὸν νόμον τίθης u stelt de wet in ten gunste van de bezittende klasse Eur. Alc. 57. behorend bij, kenmerkend voor:; ἦ κάρτα πρὸς γυναικὸς αἴρεσθαι κέαρ het is zeer typerend voor een vrouw om zich op te winden Aeschl. Ag. 592; οὐ πρὸς τῆς ὑμετέρας δόξης niet overeenkomstig uw reputatie Thuc. 3.59.1; οὐκ ἦν πρὸς τοῦ Κύρου τρόπου het was niet kenmerkend voor Cyrus’ manier van doen Xen. An. 1.2.11; πρὸς τρόπου op passende wijze Plat. Resp. 470c; uitbr.. πρὸς γὰρ Διός εἰσιν ἅπαντες ξεῖνοί τε πτωχοί τε alle vreemdelingen en bedelaars staan onder bescherming van Zeus Od. 6.207. ten overstaan van, bij smeekbeden of eden:; οὐδ ’ ἐπιορκήσω πρὸς δαίμονος en ik zal geen meineed plegen ten overstaan van de godheid Il. 19.188; δρῷμεν δ ’ ἂν ἄδικον οὐδὲν... πρὸς θεῶν τῶν ὁρκίων wij zullen geen onrecht doen in de ogen van de goden die de eden beschermen Thuc. 1.71.5; uitbr. in naam van, bij:. σε γουνάζομαι... πρός τ ’ ἀλόχου καὶ πατρός ik smeek u bij uw echtgenote en uw vader Od. 11.67; πρὸς θεῶν πατρῴων in naam van de goden van onze vaderen Soph. Ant. 839; ὦ πρὸς Διός in naam van Zeus! Plat. Ap. 26e. met dat. bij van plaats waar bij, in de nabijheid van, tegen... aan; als eindpunt van een beweging; ποτὶ δὲ σκῆπτρον βάλε γαίῃ hij smeet zijn scepter tegen de grond Il. 1.245; τὴν δὲ προτὶ οἷ εἷλε hij trok haar tegen zich aan Il. 21.507; τὸ μὲν εὖ κατέθηκε ποτὶ γαίῃ hij legde hem (de boog) zorgvuldig op de grond neer Il. 4.112; zonder beweging; οὐδέ τί μιν παῖδες ποτὶ γούνασι παππάζουσιν en evenmin zeggen zijn kinderen bij zijn knieën (staand) pappa tegen hem Il. 5.408; ἕδραν ἔχουσα πρὸς δόμοις Ἐρεχθέως een zetel hebbend bij de woning van Erechtheus Aeschl. Eum. 855; τὸ πρὸς ποσὶν σκοπεῖν wat bij je voeten ligt in het oog houden (d.w.z. het onmiddellijke belang) Soph. OT 130; van pers. in aanwezigheid van, ten overstaan van:. πρὸς τοῖς κριταῖς ἐν τῷ θεάτρῳ ten overstaan van de jury in het theater Dem. 21.18. overdr. nauw betrokken bij:. πρὸς τῷ εἰρημένῳ λόγῳ ἦν hij was nog helemaal (met zijn hoofd) bij het voorafgaande betoog Plat. Phaed. 84c; ὅλος πρὸς τῷ λήμματι helemaal gericht op winstbejag Dem. 19.127; πρὸς τοῖς ἰδίοις σχολάζειν zich met privé-zaken bezighouden Aristot. Pol. 1308b36. overdr. bij, bovenop, behalve, naast:; ἄασάν μ ’ ἕταροί τε κακοὶ πρὸς τοῖσί τε ὕπνος mijn slechte makkers hebben mij misleid en naast hen ook de slaap Od. 10.68; πρός τ ’ αἴσχεσιν ἄλγεα πάσχει naast vernedering ondergaat hij ook nog pijnen Hes. Op. 211; spec. met pron. demonstr. n. daarnaast, bovendien:. πρὸς τούτοισι daarnaast Aeschl. Pers. 237 = πρὸς τούτῳ Hdt. 1.31.2; πρὸς τοῖς ἄλλοις naast de overige dingen Thuc. 2.61.3. met acc. naar, tegen, tot van plaats waarheen naar, op... toe:; εἶμ ’ αὐτὴ πρὸς Ὄλυμπον ἀγάννιφον zelf ga ik naar de dikbesneeuwde Olympus Il. 1.420; τέτραπτο πρὸς ἰθύ οἱ hij stond recht naar hem toe gekeerd Il. 14.403; tegen, tot:; κλαίεσκε πρὸς οὐρανόν hij jammerde tot de hemel Il. 8.364; τοιαῦτα πρὸς ἀλλήλους ἀγόρευον dergelijke woorden spraken zij tegen elkaar Il. 5.274; κεῖται πρὸς ζόφον het is naar het Westen toe gelegen Od. 9.26; πρὸς πρᾶγμ ’ ὁρᾶν de situatie onder ogen zien Aeschl. Suppl. 725; overdr. met pron. pers..; ᾄδω πρὸς ἐμαυτήν ik zing bij mij zelf Aristoph. Eccl. 931; πρὸς ἐμαυτὸν ἐλογιζόμην ik overwoog bij mij zelf Plat. Ap. 21d; tegen... aan:. δόρυ δὲ πρὸς τεῖχος ἐρείσας na mijn speer tegen de muur gezet te hebben Il. 22.112; Ἀμφινόμου πρὸς γοῦνα καθέζετο hij zette zich neer bij de knieën van Amphinomus Od. 18.395. van tijd tegen:; πρὸς ἑσπέραν tegen de avond Xen. Hell. 4.3.22; πρὸς ἡμέραν tegen het aanbreken van de dag Xen. An. 4.5.21; πρὸς τὸ παρόν voor het moment Luc. 11.28; van pers.. πρὸς εὐάνθεμον φυάν toen hij de bloei van zijn fysieke kracht naderde Pind. O. 1.67. overdr. van relaties tussen personen of zaken in relatie tot van personen tegenover, jegens, in relatie tot:; πρὸς ἀλλήλους ἔχθραι τε καὶ στέργηθρα gevoelens van vijandigheid en genegenheid jegens elkaar Aeschl. PV 491; κατὰ τὴν ὁμολογίην τὴν πρὸς Μεγακλέα γενομένην volgens de overeenkomst met Megacles Hdt. 1.61.1; ἐμοὶ οὐδὲν πρὸς τοὺς τοιούτους ἐστί met dergelijke lieden heb ik niets te maken Isocr. 4.12; vijandig tegen:. πρὸς Τρῶας μάχεαι u vecht tegen de Trojanen Il. 17.471; ἄφρων δ᾿ ὅς κ᾿ ἐθέλῃ πρὸς κρείσσονας ἀντιφερίζειν dwaas is hij die zich met sterkeren probeert te meten Hes. Op. 210; ταῦτά τε οὖν πάντα πρὸς τὸν Πιττακὸν εἴρηται al die opmerkingen zijn gericht tegen Pittakos Plat. Prot. 345c; τὴν πρὸς ὑμᾶς ἀπέχθειαν de vijandschap jegens u Dem. 6.3. van zaken met betrekking tot, ten aanzien van: vaak met pron. demonstr. n. bij ww. van zeggen; εἶπαν πρὸς ταῦτα οἱ μάγοι (in reactie) daarop zeiden de magi Hdt. 1.120.5; τὰ πρὸς τὸν πόλεμον de oorlogsvoering Thuc. 2.17.4; τοῦτο ἰσχυρὸν οἴεταί τι πρὸς τὸ πρᾶγμ᾿ ἔχειν hij denkt dat dat\n een krachtig argument is in de kwestie Men. Epitr. 347; naar aanleiding van, gelet op, wegens:; πρὸς... τοῦτο τὸ κήρυγμα naar aanleiding van die proclamatie Hdt. 3.52.2; πρὸς τὰ παρόντα χαλεπαίνοντας verbitterd vanwege de situatie Thuc. 2.59.3; πρὸς τὰς τοῦ Πεδαρίτου ἐπιστολὰς ὑπώπτευον αὐτόν wegens de brieven van Pedaritos wantrouwden zij hem Thuc. 8.39.2; van doel voor, tot:; ὡς πρὸς τί χρείας; met welke bedoeling? Soph. OT 1174; ἦ καὶ... πρὸς καιρὸν πονῶ; heeft het zin dat ik me inspan? Soph. Ai. 38; τὰ πρὸς τὴν ὑγιείην προσδέχεσθαι accepteren wat voor de gezondheid dient Hp. Ars 7; met adj.. πρὸς ὃ ἂν ἕκαστον χρήσιμον ᾖ waarvoor elk ding geschikt is Plat. Grg. 474d, πρὸς μὲν τροφὴν ἱκανὴ βοηθός een toereikend hulpmiddel voor de voeding Plat. Prot. 322b. van personen en zaken in vergelijking met:; κοῖός τις δοκέοι ἀνὴρ εἶναι πρὸς τὸν πατέρα wat voor een man hij (Cambyses) volgens hen was in vergelijking met zijn vader Hdt. 3.34.4; πρὸς πάντας τοὺς ἄλλους παρεχόμενοι νέας ὀγδώκοντα καὶ ἑκατὸν μοῦνοι alle anderen overtreffend leverden zij in hun eentje 180 schepen Hdt. 8.44.1; ἓν πρὸς ἓν συμβάλλειν één op één vergelijken Hdt. 4.50.1; πρὸς τὸ ἐκείνου μέγεθος in vergelijking met diens omvang Plat. Phaed. 102c; ἡδονὰς πρὸς ἡδονὰς καταλλάττεσθαι genoegens inruilen tegen genoegens Plat. Phaed. 69a; bij waarde en hoeveelheid in verhouding tot:; πρὸς ἀριθμόν getalsmatig Plat. Tim. 36b; τρία γὰρ πρὸς δύ᾿ ἐστίν de verhouding is namelijk drie staat tot twee Aristot. Rh. 1409a4; in overeenstemming met:. πρὸς τὰς τύχας overeenkomstig het lot Eur. Hipp. 701; πρὸς Λίβυν λακεῖν κάλαμον zingen bij de Libische fluit Eur. Alc. 346. in vaste uitdr., vaak adv.: πρὸς βίαν met geweld Aeschl. PV 208; πρὸς βίαν ἐμοῦ tegen mijn wil Soph. OC 657; πρὸς ἡδονήν naar genoegen Thuc. 2.65.8; πίνειν πρὸς ἡδονήν naar hartelust drinken Plat. Smp. 176e; πρὸς τὰ μέγιστα in de hoogste mate Hdt. 8.20.2; πρὸς ὀργήν driftig Soph. El. 369; πρὸς χάριν tot je genoegen Soph. OT 1152; πρὸς χάριν βορᾶς om lekker van te vreten Soph. Ant. 30; μὴ πρὸς ἰσχύος χάριν niet voor het genoegen van geweld Eur. Med. 538. | |elnltext=πρός, Dor. en ep. ποτί [~ πρό?, πρόσω?] adv. er bij, ook nog, bovendien:. τάδε λέγω, δράσω τε πρός ik zeg het volgende en ik zal er ook nog naar handelen Eur. Or. 622; καὶ κατακτενῶ γε πρός ja, en ik zal u ook nog doden Eur. Phoen. 610; πρὸς δέ bovendien Il. 5.307; πρὸς δὲ καί en bovendien ook Hdt. 1.164.3; καὶ πρός en bovendien Aeschl. Ch. 301. in composita naar, tegen, bijv. προσάγω, προσβάλλω, προσέρχομαι, προσπίπτω. bij, aan de kant van, op de hand van, bijv. προσγίγνομαι, πρόσειμι. bovendien, ook nog, erbij, bijv. προσδίδωμι, προστίθημι. prep. met gen., dat. of acc. met gen. van de kant van, aan de kant van van plaats waarvandaan van de kant van, komend van:; ἵκετ ’ ἐμὸν δῶ ἠὲ πρὸς ἠοίων ἦ ἑσπερίων ἀνθρώπων hij bereikte mijn huis komend van de mensen in het oosten of westen Od. 8.29; overdr. van herkomst, oorsprong, oorzaak van de kant van, van:; οἵ τε θέμιστας πρὸς Διὸς εἰρύαται (rechters) die de wetten afkomstig van Zeus beschermen Il. 1.239; τιμὴν πρὸς Ζηνὸς ἔχοντες een erepositie hebben die van Zeus is ontvangen Od. 11.302; εἰ γὰρ τύχοιεν ὧν φρονοῦσι πρὸς θεῶν mogen zij van de goden verkrijgen waar zij op zinnen! Aeschl. Sept. 550; ταῦτα πρὸς Κυαξάρεω παθόντες die narigheid door toedoen van Kuaxares ondervonden hebbend Hdt. 1.73.5; τέθνηκεν... πρὸς τίνος ποτ ’ αἰτίας; als gevolg van welke oorzaak is zij dan wel gestorven? Soph. OT 1236; spec. met agens bij pass. verba door:; πρὸς τοῦ διδαχθείς; door wie onderwezen? Soph. OT 357; ἀτιμάζεσθαι πρὸς Πεισιστράτου respectloos behandeld worden door Pisistratus Hdt. 1.61.2; bij adj. met pass. bet.. τιμήεσσα πρὸς πόσιος geëerd door haar echtgenoot Od. 18.162; ἔρημος πρὸς φίλων verlaten door mijn dierbaren Soph. Ant. 919; γένος δὲ ἐξ Ἁλικαρνησσοῦ τὰ πρὸς πατρός wat haar familie betreft stamde zij van vaderskant uit Halicarnassus Hdt. 7.99.2; τοὺς πρὸς αἵματος bloedverwanten Soph. Ai. 1305; πρὸς ἀνδρῶν in mannelijke lijn Plat. Tht. 173d. van plaats waar aan de kant van:; πρὸς ἁλός aan de kant van de zee Il. 10.428; αὐτὸς δὲ ποτὶ πτόλιος πέτετ ’ αἰεί zelf rende hij steeds aan de kant van de stad Il. 22.198; νήσοισι πρὸς Ἤλιδος de eilanden aan de kant van Elis Od. 21.347; ook als eindpunt van beweging; ἀποστάντες ἀπ ’ ἐκείνου καὶ γενόμενοι πρὸς σέο van hem afgevallen en aan uw kant gekomen Hdt. 1.124.3; overdr..; πιστεύσαντες τῷ θεῷ πρὸς ἡμῶν ἔσεσθαι in het vertrouwen dat god aan onze kant zal staan Thuc. 4.92.7; in het voordeel van:. ἐλπίσας πρὸς ἑωυτοῦ τὸν χρησμὸν εἶναι in de verwachting dat de orakeluitspraak in zijn eigen voordeel was Hdt. 1.75.2; πρὸς σοῦ γάρ, οὐδ ’ ἐμοῦ, φράσω ik zal namelijk in uw voordeel, niet in het mijne, spreken Soph. OT 1434; πρὸς τῶν ἐχόντων... τὸν νόμον τίθης u stelt de wet in ten gunste van de bezittende klasse Eur. Alc. 57. behorend bij, kenmerkend voor:; ἦ κάρτα πρὸς γυναικὸς αἴρεσθαι κέαρ het is zeer typerend voor een vrouw om zich op te winden Aeschl. Ag. 592; οὐ πρὸς τῆς ὑμετέρας δόξης niet overeenkomstig uw reputatie Thuc. 3.59.1; οὐκ ἦν πρὸς τοῦ Κύρου τρόπου het was niet kenmerkend voor Cyrus’ manier van doen Xen. An. 1.2.11; πρὸς τρόπου op passende wijze Plat. Resp. 470c; uitbr.. πρὸς γὰρ Διός εἰσιν ἅπαντες ξεῖνοί τε πτωχοί τε alle vreemdelingen en bedelaars staan onder bescherming van Zeus Od. 6.207. ten overstaan van, bij smeekbeden of eden:; οὐδ ’ ἐπιορκήσω πρὸς δαίμονος en ik zal geen meineed plegen ten overstaan van de godheid Il. 19.188; δρῷμεν δ ’ ἂν ἄδικον οὐδὲν... πρὸς θεῶν τῶν ὁρκίων wij zullen geen onrecht doen in de ogen van de goden die de eden beschermen Thuc. 1.71.5; uitbr. in naam van, bij:. σε γουνάζομαι... πρός τ ’ ἀλόχου καὶ πατρός ik smeek u bij uw echtgenote en uw vader Od. 11.67; πρὸς θεῶν πατρῴων in naam van de goden van onze vaderen Soph. Ant. 839; ὦ πρὸς Διός in naam van Zeus! Plat. Ap. 26e. met dat. bij van plaats waar bij, in de nabijheid van, tegen... aan; als eindpunt van een beweging; ποτὶ δὲ σκῆπτρον βάλε γαίῃ hij smeet zijn scepter tegen de grond Il. 1.245; τὴν δὲ προτὶ οἷ εἷλε hij trok haar tegen zich aan Il. 21.507; τὸ μὲν εὖ κατέθηκε ποτὶ γαίῃ hij legde hem (de boog) zorgvuldig op de grond neer Il. 4.112; zonder beweging; οὐδέ τί μιν παῖδες ποτὶ γούνασι παππάζουσιν en evenmin zeggen zijn kinderen bij zijn knieën (staand) pappa tegen hem Il. 5.408; ἕδραν ἔχουσα πρὸς δόμοις Ἐρεχθέως een zetel hebbend bij de woning van Erechtheus Aeschl. Eum. 855; τὸ πρὸς ποσὶν σκοπεῖν wat bij je voeten ligt in het oog houden (d.w.z. het onmiddellijke belang) Soph. OT 130; van pers. in aanwezigheid van, ten overstaan van:. πρὸς τοῖς κριταῖς ἐν τῷ θεάτρῳ ten overstaan van de jury in het theater Dem. 21.18. overdr. nauw betrokken bij:. πρὸς τῷ εἰρημένῳ λόγῳ ἦν hij was nog helemaal (met zijn hoofd) bij het voorafgaande betoog Plat. Phaed. 84c; ὅλος πρὸς τῷ λήμματι helemaal gericht op winstbejag Dem. 19.127; πρὸς τοῖς ἰδίοις σχολάζειν zich met privé-zaken bezighouden Aristot. Pol. 1308b36. overdr. bij, bovenop, behalve, naast:; ἄασάν μ ’ ἕταροί τε κακοὶ πρὸς τοῖσί τε ὕπνος mijn slechte makkers hebben mij misleid en naast hen ook de slaap Od. 10.68; πρός τ ’ αἴσχεσιν ἄλγεα πάσχει naast vernedering ondergaat hij ook nog pijnen Hes. Op. 211; spec. met pron. demonstr. n. daarnaast, bovendien:. πρὸς τούτοισι daarnaast Aeschl. Pers. 237 = πρὸς τούτῳ Hdt. 1.31.2; πρὸς τοῖς ἄλλοις naast de overige dingen Thuc. 2.61.3. met acc. naar, tegen, tot van plaats waarheen naar, op... toe:; εἶμ ’ αὐτὴ πρὸς Ὄλυμπον ἀγάννιφον zelf ga ik naar de dikbesneeuwde Olympus Il. 1.420; τέτραπτο πρὸς ἰθύ οἱ hij stond recht naar hem toe gekeerd Il. 14.403; tegen, tot:; κλαίεσκε πρὸς οὐρανόν hij jammerde tot de hemel Il. 8.364; τοιαῦτα πρὸς ἀλλήλους ἀγόρευον dergelijke woorden spraken zij tegen elkaar Il. 5.274; κεῖται πρὸς ζόφον het is naar het Westen toe gelegen Od. 9.26; πρὸς πρᾶγμ ’ ὁρᾶν de situatie onder ogen zien Aeschl. Suppl. 725; overdr. met pron. pers..; ᾄδω πρὸς ἐμαυτήν ik zing bij mij zelf Aristoph. Eccl. 931; πρὸς ἐμαυτὸν ἐλογιζόμην ik overwoog bij mij zelf Plat. Ap. 21d; tegen... aan:. δόρυ δὲ πρὸς τεῖχος ἐρείσας na mijn speer tegen de muur gezet te hebben Il. 22.112; Ἀμφινόμου πρὸς γοῦνα καθέζετο hij zette zich neer bij de knieën van Amphinomus Od. 18.395. van tijd tegen:; πρὸς ἑσπέραν tegen de avond Xen. Hell. 4.3.22; πρὸς ἡμέραν tegen het aanbreken van de dag Xen. An. 4.5.21; πρὸς τὸ παρόν voor het moment Luc. 11.28; van pers.. πρὸς εὐάνθεμον φυάν toen hij de bloei van zijn fysieke kracht naderde Pind. O. 1.67. overdr. van relaties tussen personen of zaken in relatie tot van personen tegenover, jegens, in relatie tot:; πρὸς ἀλλήλους ἔχθραι τε καὶ στέργηθρα gevoelens van vijandigheid en genegenheid jegens elkaar Aeschl. PV 491; κατὰ τὴν ὁμολογίην τὴν πρὸς Μεγακλέα γενομένην volgens de overeenkomst met Megacles Hdt. 1.61.1; ἐμοὶ οὐδὲν πρὸς τοὺς τοιούτους ἐστί met dergelijke lieden heb ik niets te maken Isocr. 4.12; vijandig tegen:. πρὸς Τρῶας μάχεαι u vecht tegen de Trojanen Il. 17.471; ἄφρων δ᾿ ὅς κ᾿ ἐθέλῃ πρὸς κρείσσονας ἀντιφερίζειν dwaas is hij die zich met sterkeren probeert te meten Hes. Op. 210; ταῦτά τε οὖν πάντα πρὸς τὸν Πιττακὸν εἴρηται al die opmerkingen zijn gericht tegen Pittakos Plat. Prot. 345c; τὴν πρὸς ὑμᾶς ἀπέχθειαν de vijandschap jegens u Dem. 6.3. van zaken met betrekking tot, ten aanzien van: vaak met pron. demonstr. n. bij ww. van zeggen; εἶπαν πρὸς ταῦτα οἱ μάγοι (in reactie) daarop zeiden de magi Hdt. 1.120.5; τὰ πρὸς τὸν πόλεμον de oorlogsvoering Thuc. 2.17.4; τοῦτο ἰσχυρὸν οἴεταί τι πρὸς τὸ πρᾶγμ᾿ ἔχειν hij denkt dat dat\n een krachtig argument is in de kwestie Men. Epitr. 347; naar aanleiding van, gelet op, wegens:; πρὸς... τοῦτο τὸ κήρυγμα naar aanleiding van die proclamatie Hdt. 3.52.2; πρὸς τὰ παρόντα χαλεπαίνοντας verbitterd vanwege de situatie Thuc. 2.59.3; πρὸς τὰς τοῦ Πεδαρίτου ἐπιστολὰς ὑπώπτευον αὐτόν wegens de brieven van Pedaritos wantrouwden zij hem Thuc. 8.39.2; van doel voor, tot:; ὡς πρὸς τί χρείας; met welke bedoeling? Soph. OT 1174; ἦ καὶ... πρὸς καιρὸν πονῶ; heeft het zin dat ik me inspan? Soph. Ai. 38; τὰ πρὸς τὴν ὑγιείην προσδέχεσθαι accepteren wat voor de gezondheid dient Hp. Ars 7; met adj.. πρὸς ὃ ἂν ἕκαστον χρήσιμον ᾖ waarvoor elk ding geschikt is Plat. Grg. 474d, πρὸς μὲν τροφὴν ἱκανὴ βοηθός een toereikend hulpmiddel voor de voeding Plat. Prot. 322b. van personen en zaken in vergelijking met:; κοῖός τις δοκέοι ἀνὴρ εἶναι πρὸς τὸν πατέρα wat voor een man hij (Cambyses) volgens hen was in vergelijking met zijn vader Hdt. 3.34.4; πρὸς πάντας τοὺς ἄλλους παρεχόμενοι νέας ὀγδώκοντα καὶ ἑκατὸν μοῦνοι alle anderen overtreffend leverden zij in hun eentje 180 schepen Hdt. 8.44.1; ἓν πρὸς ἓν συμβάλλειν één op één vergelijken Hdt. 4.50.1; πρὸς τὸ ἐκείνου μέγεθος in vergelijking met diens omvang Plat. Phaed. 102c; ἡδονὰς πρὸς ἡδονὰς καταλλάττεσθαι genoegens inruilen tegen genoegens Plat. Phaed. 69a; bij waarde en hoeveelheid in verhouding tot:; πρὸς ἀριθμόν getalsmatig Plat. Tim. 36b; τρία γὰρ πρὸς δύ᾿ ἐστίν de verhouding is namelijk drie staat tot twee Aristot. Rh. 1409a4; in overeenstemming met:. πρὸς τὰς τύχας overeenkomstig het lot Eur. Hipp. 701; πρὸς Λίβυν λακεῖν κάλαμον zingen bij de Libische fluit Eur. Alc. 346. in vaste uitdr., vaak adv.: πρὸς βίαν met geweld Aeschl. PV 208; πρὸς βίαν ἐμοῦ tegen mijn wil Soph. OC 657; πρὸς ἡδονήν naar genoegen Thuc. 2.65.8; πίνειν πρὸς ἡδονήν naar hartelust drinken Plat. Smp. 176e; πρὸς τὰ μέγιστα in de hoogste mate Hdt. 8.20.2; πρὸς ὀργήν driftig Soph. El. 369; πρὸς χάριν tot je genoegen Soph. OT 1152; πρὸς χάριν βορᾶς om lekker van te vreten Soph. Ant. 30; μὴ πρὸς ἰσχύος χάριν niet voor het genoegen van geweld Eur. Med. 538. | ||
}} | |||
{{etym | |||
|etymtx=Grammatical information: Adv. a. prep. w. gen. (abl.), dat. (loc.), acc.<br />Meaning: <b class="b2">furthermore, thereto; from, by, at, to, towards, in face of</b>(ep. IA., Aeol.).<br />Other forms: ep. also <b class="b3">πρότι</b>, <b class="b3">προτί</b>, with metathesis <b class="b3">πορτί</b> (Cret.), with <b class="b3">ε-</b>vowel <b class="b3">περτ</b>' (Pamph.), <b class="b3">πρές</b> (Aeol. acc. to gramm.; s. also <b class="b3">πρέσ-βυς</b>).<br />Origin: IE [Indo-European] [815] <b class="b2">*proti</b> [[against]]<br />Etymology: Identical with <b class="b3">πρότι</b> (and <b class="b3">*πρέτι</b>) is Skt. <b class="b2">práti</b> [[to]], [[against]]; also a.o. Lat. <b class="b2">preti-um</b> [[price]], [[worth]], prop. <b class="b2">opposite equivalent</b>, OCS [[protivъ]] [[against]]: IE <b class="b2">*próti</b>, <b class="b2">préti</b>. From there can, first in antevocalic position (<b class="b3">πρότ</b>ι̯), through assibilation the usual <b class="b3">πρός</b> (and <b class="b3">πρές</b>) have arisen; final -(<b class="b3">ο)ς</b> is found also in <b class="b3">πάρος</b> and <b class="b3">πός</b>. An old [[pres]] Pisani Sprache 7, 103 finds in Messap. [[prespolis]] (meaning unknown; after P. <b class="b2">lord of the house, (house)priest</b>). Beside <b class="b3">προτί</b>, <b class="b3">πρός</b> stand <b class="b3">ποτί</b>, <b class="b3">πός</b>; s. vv. Further connection with <b class="b3">πρό</b> is possible; cf. on [[πρόσω]]. -- Schwyzer 400 f., Schw.-Debrunner 508 ff. with extensive treatment and rich lit.; W.-Hofmann s. [[pretium]], WP. 2, 38, Pok. 815f. | |||
}} | }} |