3,274,313
edits
(nl) |
(1ab) |
||
Line 25: | Line 25: | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=καίτοι of καί... τοι partik.; vaak met γε tegenwerping in gesprek toch, zeker:; καίτοι... με δὴ ἐξεῖπας ὡς θρασεῖα... ἄρχω en toch heb je verklaard dat ik hardvochtig regeer Soph. El. 520; καίτοι καλόν γ ’ ἂν τόνδ ’ ἀγῶν ’ ἠγωνίσω en toch zou je hier een mooie strijd geleverd hebben Eur. Alc. 648; καίτοι ἄλογόν γε δέει τινὰ καὶ δειλίᾳ ἀνδρεῖον εἶναι niettemin is het onlogisch dat iemand uit angst en lafheid moedig is Plat. Phaed. 68d; in ret. vragen waarin de spreker zich tot de orde roept:; καίτοι τί φημι wat zeg ik toch? Aeschl. PV 101; met ptc. hoewel:. καίτοι πολλά γε παραλιπών hoewel ik toch veel achterwege laat Lys. 31.34. markeert overgang en verder, en trouwens:. καίτοι ἐν ταύτῃ τῇ δυνάμει δοῦλον μὲν ἕξεις τὸν ἰατρόν en zo zul je met deze macht de arts als slaaf hebben Plat. Grg. 452e; καίτοι ἔχω γε αὐτῶν καὶ τέκνα καὶ γυναῖκας en ik heb trouwens zowel hun kinderen als hun vrouwen Xen. An. 1.4.8; καίτοι καὶ τοῦτο en dan ook nog het volgende Dem. 18.122. in conclusie dus, dan:. καίτοι τίς οὐκ ἂν ὀμολογήσειεν αὐτὸν βούλεσθαι μήτ ’ ἠλίθιον μήτ ’ ἀλάζονα φαίνεσθαι wie zou dan niet toegeven dat hij noch een dwaas noch een opschepper wilde schijnen Xen. Mem. 1.1.5; καίτοι πῶς οὐκ ἄτοπον; is het dus niet absurd? Isocr. 4.127; καίτοι... τίνας χρὴ τὴν ἡγεμονίαν ἔχειν; wie moeten dan de leiding hebben? Isocr. 4.99. | |elnltext=καίτοι of καί... τοι partik.; vaak met γε tegenwerping in gesprek toch, zeker:; καίτοι... με δὴ ἐξεῖπας ὡς θρασεῖα... ἄρχω en toch heb je verklaard dat ik hardvochtig regeer Soph. El. 520; καίτοι καλόν γ ’ ἂν τόνδ ’ ἀγῶν ’ ἠγωνίσω en toch zou je hier een mooie strijd geleverd hebben Eur. Alc. 648; καίτοι ἄλογόν γε δέει τινὰ καὶ δειλίᾳ ἀνδρεῖον εἶναι niettemin is het onlogisch dat iemand uit angst en lafheid moedig is Plat. Phaed. 68d; in ret. vragen waarin de spreker zich tot de orde roept:; καίτοι τί φημι wat zeg ik toch? Aeschl. PV 101; met ptc. hoewel:. καίτοι πολλά γε παραλιπών hoewel ik toch veel achterwege laat Lys. 31.34. markeert overgang en verder, en trouwens:. καίτοι ἐν ταύτῃ τῇ δυνάμει δοῦλον μὲν ἕξεις τὸν ἰατρόν en zo zul je met deze macht de arts als slaaf hebben Plat. Grg. 452e; καίτοι ἔχω γε αὐτῶν καὶ τέκνα καὶ γυναῖκας en ik heb trouwens zowel hun kinderen als hun vrouwen Xen. An. 1.4.8; καίτοι καὶ τοῦτο en dan ook nog het volgende Dem. 18.122. in conclusie dus, dan:. καίτοι τίς οὐκ ἂν ὀμολογήσειεν αὐτὸν βούλεσθαι μήτ ’ ἠλίθιον μήτ ’ ἀλάζονα φαίνεσθαι wie zou dan niet toegeven dat hij noch een dwaas noch een opschepper wilde schijnen Xen. Mem. 1.1.5; καίτοι πῶς οὐκ ἄτοπον; is het dus niet absurd? Isocr. 4.127; καίτοι... τίνας χρὴ τὴν ἡγεμονίαν ἔχειν; wie moeten dan de leiding hebben? Isocr. 4.99. | ||
}} | |||
{{mdlsj | |||
|mdlsjtxt=<br /><b class="num">I.</b> καί τοι , and [[indeed]], and [[further]], Hom., Eur.<br /><b class="num">II.</b> and yet, to [[mark]] an [[objection]], [[καίτοι]] τί φημι; Aesch.; [[καίτοι]] τί φωνῶ; Soph.:—also, strengthd. [[καίτοι]] γε Ar. | |||
}} | }} |