3,277,226
edits
(nl) |
(1b) |
||
Line 30: | Line 30: | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=πρόσ-κειμαι, met dat. liggen bij, zich bevinden bij:; ἐχθρὰ τῷ θανόντι προσκείσῃ jij zult als een vijand bij de dode rusten Soph. Ant. 94; λόχων ἄνακτας ἑπτὰ προσκεῖσθαι πύλαις dat zeven afdelingsaanvoerders bij de poorten gelegerd zijn Eur. Phoen. 739; τῇ θύρᾳ πρόσκεισο blijf bij de deur Aristoph. Ve. 142; ἄλγος ἄλγει τοῦτ ’ ἂν ἦν προσκείμενον dat zou een opeenstapeling van de ene ellende op de andere zijn Eur. Alc. 1039; overdr. betrokken zijn bij:; ᾧ σὺ πρόσκεισαι κακῷ bij welk onheil jij betrokken bent Soph. El. 1040; εἴ τῳ πρόσκειμαι χρηστῷ als ik mij in een gunstige situatie bevind Soph. El. 240; onpers. overdr. πρόσκειται met dat. v. pers. het is de taak van:. τοῖσι προσεκέετο aan wie het was opgedragen Hdt. 1.119.5; ἐμοὶ... τοῦτο πρόσκειται... μηδένα πελάζειν dat is mijn taak, ervoor te zorgen dat niemand in de buurt komt Eur. Hel. 443. iem. of iets toegenegen zijn, gehecht zijn (aan):. τῷ προσεκέετο... μάλιστα ὁ Ἀρίστων met wie Ariston een zeer hechte band had Hdt. 6.61.2; οἴνῳ δὲ κάρτα προσκέαται ze zijn zeer gesteld op wijn Hdt. 1.133.3; ἔστι... καὶ ἄλλος λόγος..., τῷ... αὐτὸς πρόσκειμαι er is nog een andere versie waartoe ik zelf overhel Hdt. 4.11.1; ἦν γὰρ... ἄγαν θειασμῷ... προσκείμενος hij hechtte zeer aan goddelijke waarschuwingen Thuc. 7.50.4; ταῖς γὰρ ναυσὶ μάλιστα προσέκειτο de vloot was zijn belangrijkste zorg Thuc. 1.93.7; τῷ δήμῳ προσεκείμην μᾶλλον ik was de zaak van het volk meer toegedaan Thuc. 6.89.3; τῇ τοῦ ὄντος ἀεί... προσκείμενος ἰδέᾳ zich steeds wijdend aan de idee van het Ζijn Plat. Sph. 254a. als perf. pass. bij προστίθημι toegevoegd zijn (aan):; οὔατα δ ’ οὔ πω προσέκειτο er zaten nog geen handvaten aan Il. 18.379; προσκείμενον τῇ πόλει ὑπὸ τοῦ θεοῦ door de godheid aan de stad toegevoegd Plat. Ap. 30e; toegewezen zijn:; τῷ πρόσκειμαι δούλα; aan wie ben ik als slavin toegewezen? Eur. Tr. 185; wisk.. προσκείσθω τῇ ΓΓ τὸ ἐφ ’ ᾧ ΓΔ laat aan het lijnstuk CC het segment CD toegevoegd zijn Aristot. EN 1132b7. druk uitoefenen (op), onder druk zetten:; Κύρῳ... προσεκέετο ὁ Ἅρπαγος δῶρα πέμπων Harpagos trachtte door het sturen van geschenken Cyrus voor zich te winnen Hdt. 1.123.1; προσέκειντο αὐτῷ zij oefenden druk op hem uit Xen. Hell. 3.4.7; milit. aanvallen, in het nauw brengen:. καὶ ἅμα καταλαβόντες προσεκέατό σφι en meteen toen ze hen bereikten vielen ze aan Hdt. 9.57.3; τὸ προσκείμενον het deel ( v. h. leger) dat hen op de huid zat Hdt. 9.61.1. | |elnltext=πρόσ-κειμαι, met dat. liggen bij, zich bevinden bij:; ἐχθρὰ τῷ θανόντι προσκείσῃ jij zult als een vijand bij de dode rusten Soph. Ant. 94; λόχων ἄνακτας ἑπτὰ προσκεῖσθαι πύλαις dat zeven afdelingsaanvoerders bij de poorten gelegerd zijn Eur. Phoen. 739; τῇ θύρᾳ πρόσκεισο blijf bij de deur Aristoph. Ve. 142; ἄλγος ἄλγει τοῦτ ’ ἂν ἦν προσκείμενον dat zou een opeenstapeling van de ene ellende op de andere zijn Eur. Alc. 1039; overdr. betrokken zijn bij:; ᾧ σὺ πρόσκεισαι κακῷ bij welk onheil jij betrokken bent Soph. El. 1040; εἴ τῳ πρόσκειμαι χρηστῷ als ik mij in een gunstige situatie bevind Soph. El. 240; onpers. overdr. πρόσκειται met dat. v. pers. het is de taak van:. τοῖσι προσεκέετο aan wie het was opgedragen Hdt. 1.119.5; ἐμοὶ... τοῦτο πρόσκειται... μηδένα πελάζειν dat is mijn taak, ervoor te zorgen dat niemand in de buurt komt Eur. Hel. 443. iem. of iets toegenegen zijn, gehecht zijn (aan):. τῷ προσεκέετο... μάλιστα ὁ Ἀρίστων met wie Ariston een zeer hechte band had Hdt. 6.61.2; οἴνῳ δὲ κάρτα προσκέαται ze zijn zeer gesteld op wijn Hdt. 1.133.3; ἔστι... καὶ ἄλλος λόγος..., τῷ... αὐτὸς πρόσκειμαι er is nog een andere versie waartoe ik zelf overhel Hdt. 4.11.1; ἦν γὰρ... ἄγαν θειασμῷ... προσκείμενος hij hechtte zeer aan goddelijke waarschuwingen Thuc. 7.50.4; ταῖς γὰρ ναυσὶ μάλιστα προσέκειτο de vloot was zijn belangrijkste zorg Thuc. 1.93.7; τῷ δήμῳ προσεκείμην μᾶλλον ik was de zaak van het volk meer toegedaan Thuc. 6.89.3; τῇ τοῦ ὄντος ἀεί... προσκείμενος ἰδέᾳ zich steeds wijdend aan de idee van het Ζijn Plat. Sph. 254a. als perf. pass. bij προστίθημι toegevoegd zijn (aan):; οὔατα δ ’ οὔ πω προσέκειτο er zaten nog geen handvaten aan Il. 18.379; προσκείμενον τῇ πόλει ὑπὸ τοῦ θεοῦ door de godheid aan de stad toegevoegd Plat. Ap. 30e; toegewezen zijn:; τῷ πρόσκειμαι δούλα; aan wie ben ik als slavin toegewezen? Eur. Tr. 185; wisk.. προσκείσθω τῇ ΓΓ τὸ ἐφ ’ ᾧ ΓΔ laat aan het lijnstuk CC het segment CD toegevoegd zijn Aristot. EN 1132b7. druk uitoefenen (op), onder druk zetten:; Κύρῳ... προσεκέετο ὁ Ἅρπαγος δῶρα πέμπων Harpagos trachtte door het sturen van geschenken Cyrus voor zich te winnen Hdt. 1.123.1; προσέκειντο αὐτῷ zij oefenden druk op hem uit Xen. Hell. 3.4.7; milit. aanvallen, in het nauw brengen:. καὶ ἅμα καταλαβόντες προσεκέατό σφι en meteen toen ze hen bereikten vielen ze aan Hdt. 9.57.3; τὸ προσκείμενον het deel ( v. h. leger) dat hen op de huid zat Hdt. 9.61.1. | ||
}} | |||
{{mdlsj | |||
|mdlsjtxt=fut. -κείσομαι [on the ionic forms v. [[κεῖμαι]] [serving as Pass. to [[προστίθημι]]<br /><b class="num">I.</b> to be placed or laid by or [[upon]], to lie by or [[upon]], [[οὔατα]] προσέκειτο handles were [[upon]] it, Il.; τῇ θύρᾳ προσκεῖσθαι to [[keep]] [[close]] to the [[door]], Ar.; δοκοὶ τῷ τείχει προσκείμεναι [[lying]] near the [[wall]], Thuc.:— ὁ προσκείμενος [[ἵππος]] the [[inside]] [[horse]] ([[turning]] a [[corner]]), Soph.<br /><b class="num">2.</b> to lie [[beside]], cling to, Soph.: of a [[woman]], to be given to [[wife]], τινί Hdt.<br /><b class="num">II.</b> [[generally]], to be [[involved]] in or [[bound]] up with [[good]] or [[evil]], c. dat., Soph.<br /><b class="num">2.</b> to be [[attached]] or [[devoted]] to, τινί Hdt., Thuc., etc.; πρ. τῷ λεγομένῳ to put [[faith]] in a [[story]], Hdt.; πρ. οἴνῳ to be addicted to [[wine]], Hdt.; ἄγραις [[hunting]], Soph., etc.<br /><b class="num">3.</b> to [[press]] [[upon]], be [[urgent]] with a [[person]], c. dat., Hdt., Xen.; προσκείμενος with [[zeal]], Thuc.<br />b. in [[military]] [[sense]], to [[press]] [[close]] or [[hard]], [[pursue]] [[closely]], τινί Thuc.; absol. to [[follow]] [[close]], Ar.; τὸ προσκείμενον the [[enemy]], Hdt.<br /><b class="num">III.</b> with a [[thing]] for the [[subject]], to [[fall]] to, belong to, τοῖσι [[θεῶν]] τιμὴ [[αὕτη]] προσκέαται Hdt.; πρ. τινι [[δοῦλος]] Eur.:— to be laid [[upon]] as a [[charge]], to do [[something]], c. inf., Hdt., Eur.<br /><b class="num">2.</b> to be added or [[attached]] to, Soph., Eur.:—absol., ἡ [[χάρις]] προσκείσεται Soph. | |||
}} | }} |