3,274,873
edits
m (Text replacement - "(\{\{grml\n.*?\n\}\}\n)\1" to "\1") |
(1b) |
||
Line 27: | Line 27: | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=συν-ερείδω, ook in tmes. met acc. samendrukken, tegen elkaar drukken; pass. met acc. resp..; χέρας δεσμοῖς … συνερεισθέντες met de handen tegen elkaar gedrukt door boeien (d.w.z. vastgebonden) Eur. IT 457; vastzetten:. χρυσέαισιν συνερείδει περόναις (Zeus) zet hem (Dionysus) vast (nl. in zijn dijbeen) met gouden spelden Eur. Ba. 98. sluiten, dicht doen. Od. 11.426. doen botsen, met acc. en dat. iets tegen iem.. Theocr. Id. 22.68. intrans. van tanden, med. stijf vastzitten; Hp.; perf. συνήρεικα stijf op elkaar staan. Hp. MS 7. milit. slaags raken, aanvallen; Plut. Arat. 22.8; van schepen op elkaar botsen. Plut. Them. 14.4. | |elnltext=συν-ερείδω, ook in tmes. met acc. samendrukken, tegen elkaar drukken; pass. met acc. resp..; χέρας δεσμοῖς … συνερεισθέντες met de handen tegen elkaar gedrukt door boeien (d.w.z. vastgebonden) Eur. IT 457; vastzetten:. χρυσέαισιν συνερείδει περόναις (Zeus) zet hem (Dionysus) vast (nl. in zijn dijbeen) met gouden spelden Eur. Ba. 98. sluiten, dicht doen. Od. 11.426. doen botsen, met acc. en dat. iets tegen iem.. Theocr. Id. 22.68. intrans. van tanden, med. stijf vastzitten; Hp.; perf. συνήρεικα stijf op elkaar staan. Hp. MS 7. milit. slaags raken, aanvallen; Plut. Arat. 22.8; van schepen op elkaar botsen. Plut. Them. 14.4. | ||
}} | |||
{{mdlsj | |||
|mdlsjtxt=fut. σω<br /><b class="num">I.</b> to set [[firmly]] [[together]], Od.: to [[bind]] [[together]], [[bind]] [[fast]], Eur.:—Pass., συνερεισθεὶς [[χέρας]] δεσμοῖς with one's hands [[tight]] [[bound]], Eur.<br /><b class="num">2.</b> ς. τὸν λογισμόν to [[reason]] [[closely]], Plut.<br /><b class="num">II.</b> intr. to [[meet]] in [[close]] [[conflict]], Plut. | |||
}} | }} |