3,274,447
edits
m (Text replacement - "''' <b class="num">1)" to "'''<br /><b class="num">1)") |
(1ba) |
||
Line 30: | Line 30: | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=κατ-εύχομαι poët. conj. aor. 1 plur. κατευξώμεσθα bidden, een gebed uitspreken:; κατευξάμενοι ἐπικατακοιμῶνται na een gebed gaan zij daar slapen Hdt. 4.172.3; met dat.:; πῶς κατεύξομαι πατρί; hoe zal ik tot mijn vader bidden? Aeschl. Ch. 88; met inf.:; Πέρσῃσι κατεύχεται εὖ γίνεσθαι καὶ τῷ βασιλέϊ hij bidt dat het de Perzen en speciaal de koning goed mag gaan Hdt. 1.132.2; met acc. en inf.:; κ. τὸν δεδρακότα … κακῶς ἐκτρῖψαι βίον bidden dat de dader zijn leven in ellende mag slijten Soph. OT 246; (met gebed) vragen om, met acc.: τί σοι κατεύξῃ τἀγαθὸν om wat voor voorspoed wil je voor jezelf vragen? Eur. IA 1186. vervloekingen uitspreken; verwensen:; μηδὲν κατεύχου spreek geen vervloeking uit Eur. IT. 536; met gen.: κατεύχεσθαι τῶν Ἀχαιῶν πρὸς τὸν θεόν bij de godheid vervloeking over de Grieken afroepen Plat. Resp. 393a; κ. πολλὰ καὶ δεινὰ καθ ’ αὑτῶν veel ellende afroepen over zichzelf Plut. Num. 12.7. pochen, zich erop beroemen, met inf. fut.: τύ θην τὸν Ἔρωτα κατεύχεο... λυγιξεῖν; jij pochte toch dat je Eros zou overwinnen? Theocr. Id. 1.97. | |elnltext=κατ-εύχομαι poët. conj. aor. 1 plur. κατευξώμεσθα bidden, een gebed uitspreken:; κατευξάμενοι ἐπικατακοιμῶνται na een gebed gaan zij daar slapen Hdt. 4.172.3; met dat.:; πῶς κατεύξομαι πατρί; hoe zal ik tot mijn vader bidden? Aeschl. Ch. 88; met inf.:; Πέρσῃσι κατεύχεται εὖ γίνεσθαι καὶ τῷ βασιλέϊ hij bidt dat het de Perzen en speciaal de koning goed mag gaan Hdt. 1.132.2; met acc. en inf.:; κ. τὸν δεδρακότα … κακῶς ἐκτρῖψαι βίον bidden dat de dader zijn leven in ellende mag slijten Soph. OT 246; (met gebed) vragen om, met acc.: τί σοι κατεύξῃ τἀγαθὸν om wat voor voorspoed wil je voor jezelf vragen? Eur. IA 1186. vervloekingen uitspreken; verwensen:; μηδὲν κατεύχου spreek geen vervloeking uit Eur. IT. 536; met gen.: κατεύχεσθαι τῶν Ἀχαιῶν πρὸς τὸν θεόν bij de godheid vervloeking over de Grieken afroepen Plat. Resp. 393a; κ. πολλὰ καὶ δεινὰ καθ ’ αὑτῶν veel ellende afroepen over zichzelf Plut. Num. 12.7. pochen, zich erop beroemen, met inf. fut.: τύ θην τὸν Ἔρωτα κατεύχεο... λυγιξεῖν; jij pochte toch dat je Eros zou overwinnen? Theocr. Id. 1.97. | ||
}} | |||
{{mdlsj | |||
|mdlsjtxt=fut. -εύξομαι<br /><b class="num">I.</b> Dep. to [[pray]] [[earnestly]], Hdt., Trag.; κ. τινι to [[pray]] to one, Aesch., Eur.<br /><b class="num">2.</b> absol. to make a [[prayer]] or vow, Hdt., Aesch., etc.<br /><b class="num">II.</b> in bad [[sense]],<br /><b class="num">1.</b> c. gen. pers. to [[pray]] [[against]] one, [[imprecate]] curses on one, Lat. imprecari, Plat.; also, κατ. τί τινι Aesch.; c. acc. et inf., Soph.<br /><b class="num">2.</b> absol., Eur.<br /><b class="num">III.</b> to [[boast]] that . . , Theocr. | |||
}} | }} |