3,276,318
edits
m (Text replacement - " <span class="bld">" to "<span class="bld">") |
m (Text replacement - "\n" to "") |
||
Line 29: | Line 29: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=πολιτικός -ή -όν [πολίτης] de burgers betreffend (~ πολίτης ) van de burgers:. κήδου τῶν οἴκων τῶν πολιτικῶν draag zorg voor huishoudens van de burgers Isocr. 2.21; ἰσονομία πολιτική gelijkberechtigdheid van de burgers Thuc. 3.82.8; ἡ πολιτικὴ τέχνη burgerlijke bekwaamheid Plat. Prot. 319a; τὰ πολιτικὰ διδάσκειν onderwijs geven in burgerdeugd Xen. Mem. 1.2.17. uit burgers bestaand, burger-:; τὸ πολιτικὸν στράτευμα het burgerleger Xen. Hell. 4.4.19; subst. τὸ | |elnltext=πολιτικός -ή -όν [πολίτης] de burgers betreffend (~ πολίτης ) van de burgers:. κήδου τῶν οἴκων τῶν πολιτικῶν draag zorg voor huishoudens van de burgers Isocr. 2.21; ἰσονομία πολιτική gelijkberechtigdheid van de burgers Thuc. 3.82.8; ἡ πολιτικὴ τέχνη burgerlijke bekwaamheid Plat. Prot. 319a; τὰ πολιτικὰ διδάσκειν onderwijs geven in burgerdeugd Xen. Mem. 1.2.17. uit burgers bestaand, burger-:; τὸ πολιτικὸν στράτευμα het burgerleger Xen. Hell. 4.4.19; subst. τὸ πολιτικόν de burgerij; Hdt. 7.103.1; ook burgerleger. Xen. Hell. 5.3.25. de staat betreffend (~ πόλις ) de staat betreffend, staats-:. οἰκείων καὶ πολιτικῶν ἐπιμέλεια zorg voor privé- en staatsbelangen Thuc. 2.40.2; τὰ πολιτικὰ βλάπτειν het staatsbelang schaden Plat. Resp. 407d; τὰ πολιτικὰ πράττειν zich met staatszaken bezighouden Plat. Ap. 31d; πολιτικὸς ἐπιστήμων πόλεως κατασκευῆς de term πολιτικός: deskundig in de inrichting van de staat [Plat.] Def. 415c. in staatsverband levend:. ἄνθρωπος φύσει πολιτικὸν ζῷον de mens is van nature een ‘politiek’ dier (d.w.z. een wezen dat in staatsverband leeft) Aristot. Pol. 1253a3. geschikt om de staat te besturen, staatmans-:; πολιτικόν... λέγεις Ἀσκληπιόν volgens jou was Asclepius geschikt om de staat te besturen Plat. Resp. 407e; ἡ πολιτικὴ ἐπιστήμη staatsmanskunde Plat. Plt. 303e; ψυχὰς οἰκονομικωτέρας τι ποιοῦντας ἢ πολιτικωτέρας hen geestelijk meer geschikt makend voor het besturen van een huishouden of van een staat Xen. Cyr. 2.2.14; φρόνησις... πολιτική staatkundig inzicht Aristot. EN 1141b26;; ἔστι... ἐν ζῴῳ θεωρῆσαι καὶ δεσποτικὴν ἄρχην καὶ πολιτικήν in een levend wezen kan men zowel het gezag van een meester als van de politiek gezagsdrager waarnemen Aristot. Pol. 1254b4; subst. ὁ πολιτικός staatsman. Aristot. Pol. 1252a7. publiek, openbaar:; ἦν δὲ τοῦτο... σχῆμα πολιτικὸν τοῦ λόγου αὐτοῖς dat was hun leus tegenover het volk Thuc. 8.89.3; πολιτικαὶ τιμαί publieke eerbewijzen Xen. Mem. 2.6.24; πολιτικὰ πράγματα het publieke leven Isocr. 4.113; overdr. gewoon, gebruikelijk:. τῶν ὀνομάτων τοῖς πολιτικοῖς μόνον alleen de gebruikelijke woorden (moeten redenaars gebruiken) Isocr. 9.10. de staatsinrichting betreffend (~ πολιτεία ) staatkundig:; ἐν πολιτικοῖς λόγοις in staatkundige betogen Plat. Phaedr. 278c 3; spec. Aristoteles, voor constitutionele (d.w.z. voorbeeldig ingerichte) staatsvorm:; ἔστι γάρ τι φύσει... πολιτικόν er bestaat iets dat van nature kenmerkend is voor constitutioneel bestuur Aristot. Pol. 1287b38; subst.. τὸ πολιτικόν de constitutionele staatsvorm (mengvorm van democratie en oligarchie) Aristot. Pol. 1294b1; πολιτικωτέρα ἐγένετο ἡ ὀλιγαρχία de oligarchie kreeg meer het karakter van een constitutionele staatsvorm Aristot. Pol. 1305b10. adv. πολιτικῶς op de wijze van een (goede) burger:. εἶχον... πολιτικῶς zij gedroegen zich als goede burgers Dem. 9.48. zoals past bij een polis:. οὐδὲ κοινῶς οὐδὲ πολιτικῶς... ἐβίωσαν zij leefden niet met een gemeenschappelijk of staatsbelang voor ogen Isocr. 4.151; οὐκ ἴσως οὐδὲ πολιτικῶς ἔνιοι... πολιτεύονται sommigen besturen hun zaken niet op basis van gelijkheid of zoals in een polis Dem. 10.74; ἄρχειν... γυναικὸς μὲν πολιτικῶς over een vrouw gezag uitoefenen is als gezag over medeburgers Aristot. Pol. 1259b1. op de gebruikelijke manier:. οὕτω δὴ ὁριζομένων πολιτικῶς καὶ ταχέως nu de kwesties op de gebruikelijke manier ruwweg zijn gedefinieerd Aristot. Pol. 1275b25; οἱ μὲν γὰρ ἀρχαῖοι πολιτικῶς ἐποίουν λέγοντας, οἱ δὲ νῦν ῥητορικῶς de dichters van vroeger lieten hun personages alledaagse betogen houden, die van nu volgens de regels van de retorica Aristot. Poët. 1450b7. | ||
}} | }} | ||
{{mdlsj | {{mdlsj |