Anonymous

αἰδέομαι: Difference between revisions

From LSJ
m
Text replacement - " ’" to "’"
m (Text replacement - " :" to ":")
m (Text replacement - " ’" to "’")
Line 35: Line 35:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=[[αἰδέομαι]], Hom. poët. ook [[αἴδομαι]] [[αἰδώς]] poët. imperf. 3 plur. αἰδέοντο, ep. imperat. αἰδέο en [[αἰδεῖο]]; aor. ᾐδεσάμην, poët. αἰδεσάμην, pass. (met act. bet.) [[ᾐδέσθην]], ep. 3 plur. [[αἴδεσθεν]], ep. imperat. [[αἴδεσσαι]]; perf. ᾔδεσμαι; fut. αἰδέσομαι, ep. [[αἰδέσσομαι]], pass. αἰδεσθήσομαι<br /><b class="num">1.</b> zich schamen, schroom of gêne voelen: abs..; αἰδεσθείς uit schaamte Il. 17.95; met inf. zich ervoor schamen om, ervoor terugdeinzen om; met ptc. zich ervoor schamen dat:. ὡς [[οὐκ]] ᾐδέσατο [[πένθος]] τοσοῦτον [[εἰς]] οἰκίαν... χαρᾶς... γέμουσαν εἰσάγουσα dat ze zich er niet voor schaamde dat zij zo’n groot leed bracht in een huis dat vol was met vreugde Plut. Aem. 35.3.<br /><b class="num">2.</b> ontzag hebben voor, eerbiedigen, respecteren, rekening houden met, met acc.: [[μηδέ]] τί μ ’ αἰδόμενος μειλίσσεο μηδ ’ ἐλεαίρων verzacht uw woorden niet uit respect voor mij of uit medelijden Od. 3.96; τόνδ ’ ὅρκον αἰδεσθεὶς [[θεῶν]] uit ontzag voor deze eed bij de goden Soph. OT 647.
|elnltext=[[αἰδέομαι]], Hom. poët. ook [[αἴδομαι]] [[αἰδώς]] poët. imperf. 3 plur. αἰδέοντο, ep. imperat. αἰδέο en [[αἰδεῖο]]; aor. ᾐδεσάμην, poët. αἰδεσάμην, pass. (met act. bet.) [[ᾐδέσθην]], ep. 3 plur. [[αἴδεσθεν]], ep. imperat. [[αἴδεσσαι]]; perf. ᾔδεσμαι; fut. αἰδέσομαι, ep. [[αἰδέσσομαι]], pass. αἰδεσθήσομαι<br /><b class="num">1.</b> zich schamen, schroom of gêne voelen: abs..; αἰδεσθείς uit schaamte Il. 17.95; met inf. zich ervoor schamen om, ervoor terugdeinzen om; met ptc. zich ervoor schamen dat:. ὡς [[οὐκ]] ᾐδέσατο [[πένθος]] τοσοῦτον [[εἰς]] οἰκίαν... χαρᾶς... γέμουσαν εἰσάγουσα dat ze zich er niet voor schaamde dat zij zo’n groot leed bracht in een huis dat vol was met vreugde Plut. Aem. 35.3.<br /><b class="num">2.</b> ontzag hebben voor, eerbiedigen, respecteren, rekening houden met, met acc.: [[μηδέ]] τί μ’ αἰδόμενος μειλίσσεο μηδ’ ἐλεαίρων verzacht uw woorden niet uit respect voor mij of uit medelijden Od. 3.96; τόνδ’ ὅρκον αἰδεσθεὶς [[θεῶν]] uit ontzag voor deze eed bij de goden Soph. OT 647.
}}
}}