3,277,291
edits
m (Text replacement - " :" to ":") |
m (Text replacement - " ’" to "’") |
||
Line 44: | Line 44: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=σάρξ σαρκός, ἡ vlees, bij Hom. vaak plur.; vlezig deel. Hp. Art. 33. lichaam, steeds sing.: γέροντα τὸν νοῦν, σάρκα | |elnltext=σάρξ σαρκός, ἡ vlees, bij Hom. vaak plur.; vlezig deel. Hp. Art. 33. lichaam, steeds sing.: γέροντα τὸν νοῦν, σάρκα δ’ ἡβῶσαν φύει (Lasthenes), een rijp man qua geest, maar hij heeft een lichaam in de kracht van zijn jeugd Aeschl. Sept. 622; σάρξ παλαιά het oude lijf Aeschl. Ag. 72. spec. NT lichamelijke natuur, menselijke natuur:; ἡ ἐπιθυμία τῆς σαρκός de lichamelijke begeerte NT 1 Io. 2.16; σοφοὶ κατὰ σάρκα wijs naar menselijke maatstaf NT 1 Cor. 1.26; mens (van vlees en bloed). οὐ πᾶσα σάρξ geen enkele mens NT Marc. 13.20; ὁ λόγος σὰρξ ἐγένετο het woord is vlees geworden NT Io. 1.14; ἐν ταῖς ἡμέραις τῆς σαρκὸς αὐτοῦ tijdens zijn aardse leven NT Hebr. 5.7. | ||
}} | }} | ||
{{etym | {{etym |