πτέρυξ: Difference between revisions

|elnltext=πτέρυξ -υγος, ἡ [~ πτερόν] ep. dat. plur. πτερύγεσσι vleugel, meestal plur.:; ποτῶνται ἀγαλλόμενα πτερύγεσσι zij vliegen rond, pronkend met hun vleugels Il. 2.462; overdr.. πτέρυγας ὀξυτόνων γόων vleugels van bitter geweeklaag Soph. El. 242; νεοσσὸς ὡσεὶ πτέρυγας ἐσπίτνων ἐμάς als een jong vogeltje onder mijn vleugels kruipend Eur. Tr. 751. wat op een vleugel lijkt ‘vleugel’:; πτέρυξ τῆς κοπίδος de lemmet (platte kant) van het mes Plut. Alex. 16.10; spec. i. v. m. roeiriemen; πτερύγων ἐρετμοῖσιν ἐρεσσόμενοι voortgeroeid op de riemslagen van hun wieken Aeschl. Ag. 52; van een landtong; τὰν κολπώδη πτέρυγ ’ E ὐβοίας de zijde vol inhammen van Euboea Eur. IA 120; van de rand van kledingstuk; πορφυρᾶ πτέρυξ purperen zoom Men. Epitr. 404; τοῦ παρθενικοῦ χιτῶνος αἱ πτέρυγες de randen van de meisjesjurk Plut. Num. 25.7; van vleugelvormige bedekking. ὀρόφῳ πτέρυγα περιβάλλει πέπλων over het dak gooit hij een bedekking van kleden Eur. Ion 1143.