3,274,816
edits
m (Text replacement - "]]μαι " to "μαι]] ") |
m (Text replacement - " sc. " to " ''sc.'' ") |
||
Line 17: | Line 17: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=παρα-τείνω en παρατανύω met acc. ruimtelijk ernaast uitstrekken, uitrekken, uitbreiden:; π. τὴν φάλαγγα de slaglinie laten uitwaaieren Xen. An. 7.3.48; ὀλίγον τι παρατείνουσα ἀπὸ τοῦ ποταμοῦ (een waterbekken) dat zij op heel korte afstand langs de rivier liet aanleggen Hdt. 1.185.4; τοὺς λόγους... παρατείνειν de verhalen verder uitwerken Aristot. Poët. 1455b2; pass..; αἱ δὲ χείρες παρατεταμέναι φυλάσσονται de armen worden uitgestrekt langs het lichaam gehouden Hp. Fract. 13; aanreiken:; μύρον ἐν φιάλῃ παρατείνει hij reikt olie in een schaal aan Xenoph. B 1.3; meetk. construeren:. παρὰ τὴν δοθεῖσαν γραμμήν π. op basis van de gegeven lijn (een driehoek) construeren Plat. Men. 87a. van tijd rekken, de duur verlengen:; παρέτεινεν... τὸν λόγον μέχρι μεσονυκτίου hij zette zijn rede voort tot middernacht NT Act. Ap. 20.7; π. ἕκαστον τῶν ὀνομάτων elk woord langzaam uitspreken Luc. 40.13; π. τὰ τελευταῖα τῆς φωνῆς de laatste klanken van de stem voort laten klinken Luc. 10.3; καθάπερ ἠχώ τινα παρατείνουσαν τὴν ἀκρόασιν als een echo die het horen verlengt Luc. 43.13; εἰ καὶ ἡμῖν παρατείνοιτο ὑπὸ σοῦ τὸ ὄφλημα ook al wordt door jou de betaling van de schuld aan ons getraineerd Luc. 77.14.2; abs..; Νέστορα... ἐπὶ τρεῖς παρατεῖναι γενεάς Ὅμηρος λέγει ( sc. τὸν βίον ) Homerus zegt dat het leven van Nestor zich over drie generaties uitstrekte [Luc.] 12.3; pass.. διηγήσεις ἐξ ἑωθινοῦ παραταθεῖσαι omdat de verhalen vanaf de vroege ochtend gerekt zijn [Luc.] 49.4. overdr. folteren (eig. door uitrekking), uitputten; alg. pijnigen: pass..; λιμῷ door honger gekweld worden Plat. Smp. 207b; met ptc..; γελῶντες... ὀλίγου παρετάθησαν zij bestierven het bijna van het lachen Plat. Euthyd. 303b; παρετάθη μακρὰν ὁδόν πορευθείς hij was afgepeigerd door zijn lange reis Xen. Mem. 3.13.6; overdr.. πολιορκίᾳ παρατενεῖσθαι ἐς τοὔσχατον zich door het beleg tot het uiterste te zullen laten uitputten Thuc. 3.46.2; οὗτος ἐμὲ παρατείνει ἀπὸ σοῦ κωλύων hij pest mij door mij van jou verwijderd te houden Xen. Cyr. 1.3.11. intrans. zich (ernaast) uitstrekken:; ὁ Καύκασος παρατείνει de Kaukasus strekt zich uit Hdt. 1.203.1; ook med.-pass.. ἡ δέ γ’ Εὔβοια... ἡδὶ παρατέταται μακρά en hier ligt Euboia, uitgestrekt over grote afstand (langs het vasteland) Aristoph. Nub. 213. | |elnltext=παρα-τείνω en παρατανύω met acc. ruimtelijk ernaast uitstrekken, uitrekken, uitbreiden:; π. τὴν φάλαγγα de slaglinie laten uitwaaieren Xen. An. 7.3.48; ὀλίγον τι παρατείνουσα ἀπὸ τοῦ ποταμοῦ (een waterbekken) dat zij op heel korte afstand langs de rivier liet aanleggen Hdt. 1.185.4; τοὺς λόγους... παρατείνειν de verhalen verder uitwerken Aristot. Poët. 1455b2; pass..; αἱ δὲ χείρες παρατεταμέναι φυλάσσονται de armen worden uitgestrekt langs het lichaam gehouden Hp. Fract. 13; aanreiken:; μύρον ἐν φιάλῃ παρατείνει hij reikt olie in een schaal aan Xenoph. B 1.3; meetk. construeren:. παρὰ τὴν δοθεῖσαν γραμμήν π. op basis van de gegeven lijn (een driehoek) construeren Plat. Men. 87a. van tijd rekken, de duur verlengen:; παρέτεινεν... τὸν λόγον μέχρι μεσονυκτίου hij zette zijn rede voort tot middernacht NT Act. Ap. 20.7; π. ἕκαστον τῶν ὀνομάτων elk woord langzaam uitspreken Luc. 40.13; π. τὰ τελευταῖα τῆς φωνῆς de laatste klanken van de stem voort laten klinken Luc. 10.3; καθάπερ ἠχώ τινα παρατείνουσαν τὴν ἀκρόασιν als een echo die het horen verlengt Luc. 43.13; εἰ καὶ ἡμῖν παρατείνοιτο ὑπὸ σοῦ τὸ ὄφλημα ook al wordt door jou de betaling van de schuld aan ons getraineerd Luc. 77.14.2; abs..; Νέστορα... ἐπὶ τρεῖς παρατεῖναι γενεάς Ὅμηρος λέγει ( ''[[sc.]]'' τὸν βίον ) Homerus zegt dat het leven van Nestor zich over drie generaties uitstrekte [Luc.] 12.3; pass.. διηγήσεις ἐξ ἑωθινοῦ παραταθεῖσαι omdat de verhalen vanaf de vroege ochtend gerekt zijn [Luc.] 49.4. overdr. folteren (eig. door uitrekking), uitputten; alg. pijnigen: pass..; λιμῷ door honger gekweld worden Plat. Smp. 207b; met ptc..; γελῶντες... ὀλίγου παρετάθησαν zij bestierven het bijna van het lachen Plat. Euthyd. 303b; παρετάθη μακρὰν ὁδόν πορευθείς hij was afgepeigerd door zijn lange reis Xen. Mem. 3.13.6; overdr.. πολιορκίᾳ παρατενεῖσθαι ἐς τοὔσχατον zich door het beleg tot het uiterste te zullen laten uitputten Thuc. 3.46.2; οὗτος ἐμὲ παρατείνει ἀπὸ σοῦ κωλύων hij pest mij door mij van jou verwijderd te houden Xen. Cyr. 1.3.11. intrans. zich (ernaast) uitstrekken:; ὁ Καύκασος παρατείνει de Kaukasus strekt zich uit Hdt. 1.203.1; ook med.-pass.. ἡ δέ γ’ Εὔβοια... ἡδὶ παρατέταται μακρά en hier ligt Euboia, uitgestrekt over grote afstand (langs het vasteland) Aristoph. Nub. 213. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |