3,273,428
edits
mNo edit summary |
mNo edit summary |
||
Line 17: | Line 17: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=καθ-αιρέω, Ion. καταιρέω neerhalen, naar beneden halen:. καθείλομεν ἱστία πάντα wij streken alle zeilen Od. 9.149; ὀφθαλμοὺς καθαιρεῖν de ogen (van de dode) toedoen Od. 24.296; κατά με πέδον γᾶς ἕλοι moge de grond mij verzwelgen Eur. Suppl. 829; τὴν σελήνην de maan omlaag trekken (van Thessalische heksen) Plat. Grg. 513a; μᾶλα καθελεῖν appels plukken Theocr. 3.11. neerhalen, afbreken:; τῶν τειχῶν een deel van de muren afbreken Xen. Hell. 4.4.13; vernietigen, uit de weg ruimen, een eind maken aan:; ἐλπίσας καταιρήσειν Κῦρον in de verwachting Cyrus te zullen vernietigen Hdt. 1.71.1; τὴν Εὐρυσθέος ὕβριν κατείλομεν wij hebben aan de overmoed van Eurystheus een eind gemaakt Hdt. 9.27.2; τὸ λῃστικόν καθῄρει ἐκ τῆς θαλάσσης hij maakte een eind aan de zeeroverij Thuc. 1.4; ψήφισμα een besluit vernietigen Thuc. 1.140.3; λογισμοὺς spitsvondigheden onderuithalen NT 2 Cor. 10.4; ook med.:; φόνῳ καθαιρεῖσθ᾽, οὐ λόγῳ, τὰ πράγματα jullie ruimen de problemen uit de weg met moord, niet met rede Eur. Suppl. 749; uitbr.:; τὸ σῶμα λεπταῖς καθῄρει διαίταις zij liet haar lichaam door lichte maaltijden vermageren Plut. Ant. 53.5; ret. afzwakken:; περὶ δε τῶν συνθηκῶν... καθαιρεῖν inzake contracten (kan men argumenten gebruiken om hun belang) af te zwakken Aristot. Rh. 1376a 34; pass. beroofd worden van:. ὡς κατῃρημένου τὴν αἴσθησιν αὐτοῦ in de veronderstelling dat hij het bewustzijn had verloren Plut. Per. 38.4; καθαιρεῖσθαι τῆς μεγαλειότητος αὐτῆς beroofd worden van haar luister NT Act. Ap. 19.27. grijpen, zich meester maken van, overmeesteren:; κὰδ δέ μιν ὕπνος ᾕρει slaap overmande hem Od. 9.372; τὴν δέ οἱ πέμπτην τῶν νεῶν κατεῖλον van het vijfde schip maakten zij zich meester Hdt. 6.41.2; τῶν ὤτων καθελοῖσα mij bij de oren grijpend Theocr. 5.133; pass.:; εἰ δὲ τὰ χρήματα καταιρεθείη als de schatten in beslag zouden worden genomen Hdt. 5.36.3; behalen:; μεγάλα γὰρ πρήγματα μεγάλοισι κινδύνοισι ἐθέλει καταιρέεσθαι grote resultaten worden doorgaans met grote risico’s behaald Hdt. 7.50.3; κ. ἀγῶνας prijzen behalen Plut. Pomp. 8.7; grijpen, betrappen:; ἐν ἀφροσύνῃ καθελόντες nu zij je op onbezonnenheid betrapt hebben Soph. Ant. 383; pass. met ptc.:; ἣ καθῃρέθη τάφον κοσμοῦσα die werd betrapt op het uitvoeren van een begrafenisritueel Soph. Ant. 395; jur. veroordelen:. ἡ καθαιροῦσα ( ψῆφος ) stem voor veroordeling Lys. 13.37; κἀμὲ... πάλος καθαιρεῖ τοῦτο τἀγαθὸν λαβεῖν en het lot veroordeelt mij dit voorrecht te accepteren Soph. Ant. 275. | |elnltext=καθ-αιρέω, Ion. [[καταιρέω]] [[neerhalen]], [[naar beneden halen]]:. καθείλομεν ἱστία πάντα wij streken alle zeilen Od. 9.149; ὀφθαλμοὺς καθαιρεῖν de ogen (van de dode) toedoen Od. 24.296; κατά με πέδον γᾶς ἕλοι moge de grond mij verzwelgen Eur. Suppl. 829; τὴν σελήνην de maan omlaag trekken (van Thessalische heksen) Plat. Grg. 513a; μᾶλα καθελεῖν appels plukken Theocr. 3.11. [[neerhalen]], [[afbreken]]:; τῶν τειχῶν een deel van de muren afbreken Xen. Hell. 4.4.13; [[vernietigen]], uit de weg ruimen, een eind maken aan:; ἐλπίσας καταιρήσειν Κῦρον in de verwachting Cyrus te zullen vernietigen Hdt. 1.71.1; τὴν Εὐρυσθέος ὕβριν κατείλομεν wij hebben aan de overmoed van Eurystheus een eind gemaakt Hdt. 9.27.2; τὸ λῃστικόν καθῄρει ἐκ τῆς θαλάσσης hij maakte een eind aan de zeeroverij Thuc. 1.4; ψήφισμα een besluit vernietigen Thuc. 1.140.3; λογισμοὺς spitsvondigheden onderuithalen NT 2 Cor. 10.4; ook med.:; φόνῳ καθαιρεῖσθ᾽, οὐ λόγῳ, τὰ πράγματα jullie ruimen de problemen uit de weg met moord, niet met rede Eur. Suppl. 749; uitbr.:; τὸ σῶμα λεπταῖς καθῄρει διαίταις zij liet haar lichaam door lichte maaltijden vermageren Plut. Ant. 53.5; ret. [[afzwakken]]:; περὶ δε τῶν συνθηκῶν... καθαιρεῖν inzake contracten (kan men argumenten gebruiken om hun belang) af te zwakken Aristot. Rh. 1376a 34; pass. beroofd worden van:. ὡς κατῃρημένου τὴν αἴσθησιν αὐτοῦ in de veronderstelling dat hij het bewustzijn had verloren Plut. Per. 38.4; καθαιρεῖσθαι τῆς μεγαλειότητος αὐτῆς beroofd worden van haar luister NT Act. Ap. 19.27. [[grijpen]], [[zich meester maken van]], [[overmeesteren]]:; κὰδ δέ μιν ὕπνος ᾕρει slaap overmande hem Od. 9.372; τὴν δέ οἱ πέμπτην τῶν νεῶν κατεῖλον van het vijfde schip maakten zij zich meester Hdt. 6.41.2; τῶν ὤτων καθελοῖσα mij bij de oren grijpend Theocr. 5.133; pass.:; εἰ δὲ τὰ χρήματα καταιρεθείη als de schatten in beslag zouden worden genomen Hdt. 5.36.3; [[behalen]]:; μεγάλα γὰρ πρήγματα μεγάλοισι κινδύνοισι ἐθέλει καταιρέεσθαι grote resultaten worden doorgaans met grote risico’s behaald Hdt. 7.50.3; κ. ἀγῶνας prijzen behalen Plut. Pomp. 8.7; [[grijpen]], [[betrappen]]:; ἐν ἀφροσύνῃ καθελόντες nu zij je op onbezonnenheid betrapt hebben Soph. Ant. 383; pass. met ptc.:; ἣ καθῃρέθη τάφον κοσμοῦσα die werd betrapt op het uitvoeren van een begrafenisritueel Soph. Ant. 395; jur. [[veroordelen]]:. ἡ [[καθαιροῦσα]] (ψῆφος) stem voor veroordeling Lys. 13.37; κἀμὲ... πάλος καθαιρεῖ τοῦτο τἀγαθὸν λαβεῖν en het lot veroordeelt mij dit voorrecht te accepteren Soph. Ant. 275. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |