Anonymous

περισσός: Difference between revisions

From LSJ
m
no edit summary
m (Text replacement - " A.''Pr.''" to " A.''Pr.''")
mNo edit summary
Line 17: Line 17:
}
}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=[[περιττός]] -ή -όν, Ion. [[περισσός]] [περί] Dor. f. -ᾱ, [[wat de gebruikelijke maat te boven gaat buitengewoon]], [[uitzonderlijk]]:; ὡς περισσὸς ὢν ἀνήρ als een uitzonderlijk man Eur. Hipp. 948; bij pers. spec. vanwege geleerdheid:; οἱ σφόδρα περιττοί de zeer geleerden Plut. Rom. 35.4; n. acc. sing. adv.:; οὐδὲν τῶν ἄλλων περιττότερον geenszins bijzonderder dan de anderen Plat. Ap. 20c; n. acc. plur. adv.:; τῇ περίσσ’ εὐκαρδίῳ aan de uitzonderlijk dappere vrouw Eur. Hec. 579; adv. περιττῶς:; πολιτεύεσθαι... πολλὰ περιττῶς πρὸς τοὺς ἄλλους een staatsinrichting hebben die op vele punten superieur is aan wat anderen hebben Aristot. Pol. 1272b24; ook; ἐκ περιττοῦ op superieure wijze Plat. Lg. 802d; subst. τὸ περιττόν bijzondere kwaliteit:. τὸ... περιττὸν ἔχουσι πάντες οἱ τοῦ Σωκράτους λόγοι bijzondere kwaliteiten vertonen alle gesprekken van Socrates Aristot. Pol. 1265a11; τὸ περισσὸν τοῦ Ἰουδαίου het voorrecht van de Jood NT Rom. 3.1. [[buitensporig]], [[overdreven]]; van pers..; περισσὸς καὶ φρονῶν μέγα buitensporig en trots Eur. Hipp. 445; περὶ τὸν ἄλλον βίον περιττότερος διὰ τὴν φιλοτιμίαν door zijn eerzucht nogal extravagant in zijn overige doen en laten Aristot. Pol. 1267b24; ἦν δὲ καὶ τὴν ἄλλην περὶ τὸ σῶμα θεραπείαν... περιττός hij overdreef ook ten aanzien van zijn verdere lichamelijke verzorging Plut. Cic. 8.5; van zaken; περισσὰ μηχανᾶσθαι buitensporigheden verzinnen Hdt. 2.32.2; περισσὰ πράσσειν doen wat je macht te boven gaat Soph. Ant. 68; ἡ περιττὴ αὕτη ἐπιμέλεια τοῦ σώματος die bovenmatige zorg voor het lichaam Plat. Resp. 407b; adv.: ἐκ περιττοῦ uitvoerig Luc. 65.13. overvloedig:; περιττὸν ἔχειν als extraatje hebben Xen. An. 7.6.31; met gen. comp.: meer (dan):; πρὸς ὅ τι σὺ τῶν ἔνδον εἶ περισσά (leed) waardoor jij erger getroffen bent dan anderen in huis Soph. El. 155; ἐπειδὰν τῶν ἀρκούντων περιττὰ κτήσωνται wanneer ze meer dan genoeg verworven hebben Xen. Cyr. 8.2.21; τὸ περισσὸν τούτων wat hier bovenuit gaat NT Mt. 5.37; subst. οἱ περισσοί of τὸ περισσόν overmacht aan soldaten; Xen.; adv. comp. met gen. comp.. περισσότερον τῶν ἄλλων θάψαι met grotere luister dan de anderen begraven Hdt. 2.129.3; περισσοτέρως τῶν ἄλλων ἤσκησα τὴν σωφροσύνην met grotere nauwgezetheid dan de anderen heb ik gematigdheid beoefend Isocr. 3.44. overbodig, nutteloos:; αἱ περιτταὶ δαπάναι de overbodige uitgaven Xen. Mem. 3.6.6; περισσοὶ πάντες οὑν μέσῳ λόγοι alle naar voren gebrachte argumenten (zijn) nutteloos Eur. Med. 819; adv. ἐκ περιττοῦ:. ὥστε ἐκ περιττοῦ ᾑρήσεται zodat zijn verkiezing nutteloos zal blijken Plat. Prot. 338c. overgebleven; subst. τὸ περισσόν overschot; Xen. An. 5.3.13 (inscr.); τὰ περισσά resten. Theocr. Id. 26.24. wisk. oneven:. ἐν περισσῇσιν ἡμέρῃσιν op oneven dagen Hp. Aph. 4.61; ἐν τῇ τοῦ πειριττοῦ καὶ ἀρτίου αἱρέσει in de keuze tussen oneven en even Plat. Prot. 356e.
|elnltext=[[περιττός]] -ή -όν, Ion. [[περισσός]] [[περί]] Dor. f. -ᾱ, [[wat de gebruikelijke maat te boven gaat buitengewoon]], [[uitzonderlijk]]:; ὡς περισσὸς ὢν ἀνήρ als een uitzonderlijk man Eur. Hipp. 948; bij pers. spec. vanwege geleerdheid:; οἱ σφόδρα περιττοί de zeer geleerden Plut. Rom. 35.4; n. acc. sing. adv.:; οὐδὲν τῶν ἄλλων περιττότερον geenszins bijzonderder dan de anderen Plat. Ap. 20c; n. acc. plur. adv.:; τῇ περίσσ’ εὐκαρδίῳ aan de uitzonderlijk dappere vrouw Eur. Hec. 579; adv. περιττῶς:; πολιτεύεσθαι... πολλὰ περιττῶς πρὸς τοὺς ἄλλους een staatsinrichting hebben die op vele punten superieur is aan wat anderen hebben Aristot. Pol. 1272b24; ook; ἐκ περιττοῦ op superieure wijze Plat. Lg. 802d; subst. τὸ περιττόν bijzondere kwaliteit:. τὸ... περιττὸν ἔχουσι πάντες οἱ τοῦ Σωκράτους λόγοι bijzondere kwaliteiten vertonen alle gesprekken van Socrates Aristot. Pol. 1265a11; τὸ περισσὸν τοῦ Ἰουδαίου het voorrecht van de Jood NT Rom. 3.1. [[buitensporig]], [[overdreven]]; van pers..; περισσὸς καὶ φρονῶν μέγα buitensporig en trots Eur. Hipp. 445; περὶ τὸν ἄλλον βίον περιττότερος διὰ τὴν φιλοτιμίαν door zijn eerzucht nogal extravagant in zijn overige doen en laten Aristot. Pol. 1267b24; ἦν δὲ καὶ τὴν ἄλλην περὶ τὸ σῶμα θεραπείαν... περιττός hij overdreef ook ten aanzien van zijn verdere lichamelijke verzorging Plut. Cic. 8.5; van zaken; περισσὰ μηχανᾶσθαι buitensporigheden verzinnen Hdt. 2.32.2; περισσὰ πράσσειν doen wat je macht te boven gaat Soph. Ant. 68; ἡ περιττὴ αὕτη ἐπιμέλεια τοῦ σώματος die bovenmatige zorg voor het lichaam Plat. Resp. 407b; adv.: [[ἐκ περιττοῦ]] = [[uitvoerig]] Luc. 65.13. [[overvloedig]]:; [[περιττὸν ἔχειν]] = [[als extraatje hebben]] Xen. An. 7.6.31; met gen. comp.: meer (dan):; πρὸς ὅ τι σὺ τῶν ἔνδον εἶ περισσά (leed) waardoor jij erger getroffen bent dan anderen in huis Soph. El. 155; ἐπειδὰν τῶν ἀρκούντων περιττὰ κτήσωνται wanneer ze meer dan genoeg verworven hebben Xen. Cyr. 8.2.21; τὸ περισσὸν τούτων wat hier bovenuit gaat NT Mt. 5.37; subst. οἱ περισσοί of τὸ περισσόν overmacht aan soldaten; Xen.; adv. comp. met gen. comp.. περισσότερον τῶν ἄλλων θάψαι met grotere luister dan de anderen begraven Hdt. 2.129.3; περισσοτέρως τῶν ἄλλων ἤσκησα τὴν σωφροσύνην met grotere nauwgezetheid dan de anderen heb ik gematigdheid beoefend Isocr. 3.44. [[overbodig]], [[nutteloos]]:; αἱ περιτταὶ δαπάναι de overbodige uitgaven Xen. Mem. 3.6.6; περισσοὶ πάντες οὑν μέσῳ λόγοι alle naar voren gebrachte argumenten (zijn) nutteloos Eur. Med. 819; adv. ἐκ περιττοῦ:. ὥστε ἐκ περιττοῦ ᾑρήσεται zodat zijn verkiezing nutteloos zal blijken Plat. Prot. 338c. overgebleven; subst. [[τὸ περισσόν]] = [[overschot]]; Xen. An. 5.3.13 (inscr.); [[τὰ περισσά]] = [[resten]]. Theocr. Id. 26.24. wisk. [[oneven]]:. ἐν περισσῇσιν ἡμέρῃσιν op oneven dagen Hp. Aph. 4.61; ἐν τῇ τοῦ πειριττοῦ καὶ ἀρτίου αἱρέσει in de keuze tussen oneven en even Plat. Prot. 356e.
}}
}}
{{elru
{{elru