στασιάζω: Difference between revisions

|elnltext=στασιάζω [στάσις] onenigheid hebben, het oneens zijn, twisten, ruzie maken, met dat., met πρός + acc. met iem.; τάξιος εἵνεκα over de opstelling in de slaglinie Hdt. 9.27.6; (νόησον ) τούς … ναύτας στασιάζοντας πρὸς ἀλλήλους περὶ τῆς κυβερνήσεως (stel je voor dat) de zeelieden met elkaar twisten over wie moet sturen Plat. Resp. 488b. spec. in politieke zin binnen of tussen stadstaten een partij of factie vormen, in conflict of oproer zijn, strijden (in een partijstrijd):; ὑπὲρ τῆς δημοκρατίας σ. strijden voor de democratie Lys. 2.61; met dat., met ἐπί + dat., met πρός + acc. tegen of met iem.:; πρὸς τοὺς τυράννους tegen de tirannen And. 2.26; πρὸς τὴν ἑαυτῶν πόλιν tegen hun eigen stad Xen. Hell. 1.1.28; Νίκη τοῖς ἐχθροῖσι μεθ’ ἡμῶν στασιάζει Nike strijdt met ons tegen onze vijanden Aristoph. Eq. 590; ook overdr. van het lichaam of de ziel:. σῶμα... στασιάζει αὐτο αὑτῷ een lichaam komt tegen zichzelf in opstand Plat. Resp. 556e; τῷ φιλοσόφῳ ἑπομένης ἁπάσης τῆς ψυχῆς καὶ μὴ στασιαζούσης als de ziel in haar geheel het filosofische deel ervan volgt en niet tegen zichzelf in opstand komt Plat. Resp. 586e. van stadstaten en andere eenheden zelf verdeeld zijn door partijstrijd, in oproer zijn:. τὸ Ῥήγιον ἐστασίαζε Rhegium was verdeeld door partijstrijd Thuc. 4.1.3.