3,274,159
edits
m (Text replacement - "( " to "(") |
m (Text replacement - " )" to ")") |
||
Line 17: | Line 17: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=σημεῖον -ου, τό, Ion. [[σημηίον]], Dor. [[σαμεῖον|σᾱμεῖον]] [σῆμα] teken teken (van iets), [[kenmerk]]:; καθαρὴ τῶν προκειμένων σημηίων vrij van de beschreven kenmerken Hdt. 2.38.2; δεῖ δ’ ἐξ ἐκείνου... σημεῖον... λαβεῖν we moeten van hem iets kenmerkends te pakken krijgen Eur. Hipp. 514; milit..; σημεῖ (α )... ἀσπίδων schildtekens Eur. Phoen. 142; τὸ βασίλειον σημεῖον de koninklijke standaard Xen. An. 1.10.12; van een zegel; δακτυλίων σημεῖα zegels van ringen Plat. Tht. 191d; geneesk. [[symptoom]]; Hp.; [[mijlsteen]]; Plut. TG et CG 28(7).3; [[afkortingsteken]]; Plut. CMi 23.3; [[voorteken]], [[wonderteken]]. τὰ ἀπὸ σημείων καὶ λογίων wat op te maken is uit voortekens en orakelspreuken Aristot. Rh. 1383b6; τέρατα καὶ σημεῖα wonderen en wondertekens NT Act. Ap. 2.43. [[teken]] (tot iets), milit. [[sein]], [[signaal]]:. τὸ σημεῖον τοῦ πυρός het vuursignaal Thuc. 4.111.2; ἀπὸ σημείου op signaal Thuc. 3.91.4; ὕστερος ἐλθεῖν τοῦ σημείου na het beginsignaal komen Aristoph. Ve. 690; ἐπειδὴ τὰ σημεῖα ἤρθη toen de signaalvlaggen waren gehesen Thuc. 1.49.1. [[aanwijzing]], [[bewijs]]:. σημεῖον δέ μοι, ὅτι voor mij is het bewijs het feit dat … Plat. Resp. 368b; σημεῖον δὲ μέγιστον en de voornaamste aanwijzing is … Aristot. Poët. 1453a26. | |elnltext=σημεῖον -ου, τό, Ion. [[σημηίον]], Dor. [[σαμεῖον|σᾱμεῖον]] [σῆμα] teken teken (van iets), [[kenmerk]]:; καθαρὴ τῶν προκειμένων σημηίων vrij van de beschreven kenmerken Hdt. 2.38.2; δεῖ δ’ ἐξ ἐκείνου... σημεῖον... λαβεῖν we moeten van hem iets kenmerkends te pakken krijgen Eur. Hipp. 514; milit..; σημεῖ (α)... ἀσπίδων schildtekens Eur. Phoen. 142; τὸ βασίλειον σημεῖον de koninklijke standaard Xen. An. 1.10.12; van een zegel; δακτυλίων σημεῖα zegels van ringen Plat. Tht. 191d; geneesk. [[symptoom]]; Hp.; [[mijlsteen]]; Plut. TG et CG 28(7).3; [[afkortingsteken]]; Plut. CMi 23.3; [[voorteken]], [[wonderteken]]. τὰ ἀπὸ σημείων καὶ λογίων wat op te maken is uit voortekens en orakelspreuken Aristot. Rh. 1383b6; τέρατα καὶ σημεῖα wonderen en wondertekens NT Act. Ap. 2.43. [[teken]] (tot iets), milit. [[sein]], [[signaal]]:. τὸ σημεῖον τοῦ πυρός het vuursignaal Thuc. 4.111.2; ἀπὸ σημείου op signaal Thuc. 3.91.4; ὕστερος ἐλθεῖν τοῦ σημείου na het beginsignaal komen Aristoph. Ve. 690; ἐπειδὴ τὰ σημεῖα ἤρθη toen de signaalvlaggen waren gehesen Thuc. 1.49.1. [[aanwijzing]], [[bewijs]]:. σημεῖον δέ μοι, ὅτι voor mij is het bewijs het feit dat … Plat. Resp. 368b; σημεῖον δὲ μέγιστον en de voornaamste aanwijzing is … Aristot. Poët. 1453a26. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |