3,274,159
edits
m (Text replacement - "<b class="b3">πρός τινα</b>" to "πρός τινα") |
m (Text replacement - "( " to "(") |
||
Line 17: | Line 17: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=καθ-ίστημι act. en med. met acc., causat., Ion. κατίστημι; sigm. aor. κατέστησα en med. κατεστησάμην, aor. pass. κατεστάθην; fut. καταστήσω, fut. pass. κατασταθήσομαι doen staan, neerzetten:; κρητῆρα... κάθιστα zet een mengvat neer Il. 9.202; νῆα κατάστησον zet het schip aan land Od. 12.185; κ. πόδα de voet neerzetten Eur. Ba. 184; (terug)zetten, (terug)brengen:. μ ( ε ) Πύλονδε καταστῆσαι mij in Pylos aan land zetten Od. 13.274; πρὶν ἐς φῶς σὸν καταστῆσαι βίον voordat ik jouw leven naar het licht (d.w.z. in veiligheid) heb gebracht Eur. Alc. 362; πάλιν αὐτὸν καταστήσειν ἐς τὸ τεῖχος σῶν καὶ ὑγιᾶ dat hij hem veilig en ongedeerd terug zou laten gaan naar het fort Thuc. 3.34.3; κ. ἐς ἔλεγχόν τινα iem. voor gerechtelijk onderzoek voorgeleiden Hdt. 1.209.5; κ. ἑαυτὸν ἐς κρίσιν zich beschikbaar stellen voor onderzoek Thuc. 1.131.2. aanstellen:; τύραννον καταστησάμενοι παρὰ σφίσι αὐτοῖσι nadat ze bij henzelf een alleenheerser hadden aangesteld Hdt. 5.92.α 2; εἰς τὸ προσφέρειν... καθίσταται hij wordt aangesteld om op te dragen NT Hebr. 8.3; met inf. van doel:; κατέστησε τύραννον εἶναι παῖδα τὸν ἑωυτοῦ hij stelde zijn eigen zoon aan om alleenheerser te zijn Hdt. 5.94.1; κυβερνᾶν κατασταθείς aangesteld om te sturen Xen. Mem. 1.7.3; instellen:; νόμους κ. wetten instellen Eur. Or. 892; οἱ καθιστάντες μουσικῇ... παιδεύειν degenen die muzikale opvoeding hebben ingesteld Plat. Resp. 410b; ook med.:; τοῦτο βουλευτήριον... φρούρημα γῆς καθίσταμαι deze raad stel ik in als bescherming van ons land Aeschl. Eum. 706; ( milit. ) opstellen:. εἰς τὸ αὐτὸ σχῆμα κατέστησεν ἀντίαν τὴν φάλαγγα hij stelde zijn falanx in dezelfde formatie ertegenover op Xen. An. 1.10.10. (in een bepaalde toestand) brengen, in orde brengen, regelen:; καθίστατο τὰ περὶ τὴν Μυτιλήνην ᾗ αὐτῷ ἐδόκει hij regelde de situatie bij Mytilene naar eigen inzicht Thuc. 3.35.2; met dubbele acc.:; ψευδῆ γ’ ἐμαυτὸν οὐ καταστήσω ik zal mijzelf niet tot leugenaar maken Soph. Ant. 657; ἄφωνον καθιστᾶσι καὶ ἄφρονα τὸν ἄνθρωπον zij maken de mens stom en dom Hp MS 10; κ. ἐς ἀπορίαν iem. tot radeloosheid brengen Thuc. 7.75.4; κ. εἰς ἀνάγκην in een noodsituatie brengen Lys. 3.3; met inf.:; κ. τινὰ φεύγειν iem. doen vluchten Thuc. 2.84; met acc. en ptc.: κλαίοντα κ. τινά iem. tot tranen brengen Eur. Andr. 635. tot stand brengen:. πάννυχοι... διάπλουν καθίστασαν de hele nacht lieten zij de schepen op en neer varen Aeschl. Pers. 382; τὴν ζόην καταστήσατο ἀπ’ ἔργων ἀνοσιωτάτων hij verdiende de kost met de meest gruwelijke praktijken Hdt. 8.105.1; τοῖς Λακεδαιμονίοις οὐκ ἂν... χάρις καθίσταιτο aan de Spartanen zal zeker geen dank gebracht worden Thuc. 4.86.5. intrans., Ion. κατίσταμαι; met stamaor. κατέστην of θη - aor. κατεστάθην; perf. καθέστηκα, Ion. κατέστηκα; fut. perf. καθεστήξω zich vestigen, ergens komen, met prep.:; κ. ἐς ὄψιν voor iem. verschijnen Hdt. 7.29.1; κ. ἐς Ῥήγιον zich in Rhegium vestigen Thuc. 3.86.5; καταστὰς ἐπὶ τὸ πλῆθος ἔλεγε hij verscheen in de volksvergadering en sprak Thuc. 4.84.2; perf. zich bevinden: ὅποι καθέσταμεν waar wij ons bevinden. Soph. OC 23. aantreden:; δεσπότης καθέστηκα ik sta hier als jullie meester Eur. HF 142; ὅταν καταστῶσιν οἱ ἄρχοντες wanneer de regeerders zijn aangetreden Plat. Resp. 543b; milit. perf. opgesteld staan:; φρουρὴ ἐν αὐτῷ κατεστήκεε daar stond een grenspost opgesteld Hdt. 7.59.1; overdr.:; οἱ πρόβουλοι καθεστᾶσιν ἐπὶ τοῖς βουλευταῖς de adviseurs vormen een tegenwicht tegen de leden van de raad Aristot. Pol. 1299b 37; perf. vastgesteld zijn, vaststaan:; οἱ καθεστῶτες νόμοι de bestaande wetten Soph. Ant. 1113; βροτοῖσιν ὃς καθέστηκεν νόμος de wet die voor de stervelingen vast staat Eur. Hipp. 91; ἐν τῇ καθεστηκυῖᾳ ἡλικίᾳ in de kracht van ons leven Thuc. 2.36.3; zijn:; οἱ μὲν γὰρ ὀφθαλμῶν ἰητροὶ κατεστᾶσι sommigen zijn oogartsen Hdt. 2.84; φονέα με φησί... καθεστάναι hij beweert dat ik de moordenaar ben Soph. OT 703; τίνι τρόπῳ καθέστατε; in welke toestand bevinden jullie je? Soph. OT 10; ptc. subst.: τὰ καθεστῶτα de toestand Soph. Ant. 1160; οἱ καθεστηκότες de mannen van middelbare leeftijd Hp. Aph. 1.13; τὰ τότε καθεστῶτα de toenmalige gebruiken Plat. Lg. 798b; ἔξω... τοῦ καθεστηκότος buiten zinnen Luc. 34.5. (in een bepaalde situatie) komen, worden:; φύλαξ δέ μου πιστὴ κατέστης jij bent een trouwe wachter voor mij gebleken Soph. OC 356; ἀνάγκη ἄν εἴη τὴν ναυμαχίαν πεζομαχίαν καθίστασθαι dan zou het onvermijdelijk zijn dat de zeeslag in een veldslag veranderde Thuc. 2.89.8; geneesk.:; οὖρα... οὐδὲν καθισταμένα de urine zonder bezinksel Hp. Epid. 1.2; met gen.:; πλέον ἢ ὅσου ἐμοὶ κατέστησαν meer dan de prijs waarop het (het timmerhout) mij was komen te staan And. 2.11; met prep.:; ἀντὶ φίλου πολέμιον κ. van vriend tot vijand worden Hdt. 1.87.3; ἐν ἀσφαλεῖ καθίσταιντο αὐτῶν αἱ ἀπολογίαι dat hun verdediging dan een veilige basis heeft Hp MS 2; ἐς μάχην κ. in gevecht raken Hdt. 3.45.2; ἐς φόβον καταστάντων aan angst ten prooi gevallen Thuc. 2.81.6; ook met aor. pass.:; οἳ τότε Τιτήνεσσι κατέσταθεν ἐν δαῒ λυγρῇ die toen in een fel gevecht belandden met de Titanen Hes. Th. 674; als perifrase:; ἄπαρνος δ’ οὐδενὸς καθίστατο zij ontkende niets Soph. Ant. 435; κρυπτὸς καταστάς zich verborgen hebbend Eur. Andr. 1064; pregn.: tot rust komen, bedaren:; λέξον καταστάς spreek wanneer je tot rust gekomen bent Aeschl. Pers. 295; ἐπείτε δὲ κατέστη ὁ θόρυβος toen het rumoer bedaard was Hdt. 3.80.1; πνεῦμα... καθεστηκός een rustige wind Aristoph. Ran. 1003; geneesk. herstellen:. ἢν μὲν ἐν μηνὶ καθιστῆται als men in een maand herstelt Hp. Vict. 3.76; τὸ οἴδημα μὴ καθιστάμενον als de zwelling niet slinkt Hp. Prog. 7. tot stand komen, ontstaan:. εὐθὺς καθισταμένου meteen bij het uitbreken (van de oorlog) Thuc. 1.1.1. | |elnltext=καθ-ίστημι act. en med. met acc., causat., Ion. κατίστημι; sigm. aor. κατέστησα en med. κατεστησάμην, aor. pass. κατεστάθην; fut. καταστήσω, fut. pass. κατασταθήσομαι doen staan, neerzetten:; κρητῆρα... κάθιστα zet een mengvat neer Il. 9.202; νῆα κατάστησον zet het schip aan land Od. 12.185; κ. πόδα de voet neerzetten Eur. Ba. 184; (terug)zetten, (terug)brengen:. μ (ε ) Πύλονδε καταστῆσαι mij in Pylos aan land zetten Od. 13.274; πρὶν ἐς φῶς σὸν καταστῆσαι βίον voordat ik jouw leven naar het licht (d.w.z. in veiligheid) heb gebracht Eur. Alc. 362; πάλιν αὐτὸν καταστήσειν ἐς τὸ τεῖχος σῶν καὶ ὑγιᾶ dat hij hem veilig en ongedeerd terug zou laten gaan naar het fort Thuc. 3.34.3; κ. ἐς ἔλεγχόν τινα iem. voor gerechtelijk onderzoek voorgeleiden Hdt. 1.209.5; κ. ἑαυτὸν ἐς κρίσιν zich beschikbaar stellen voor onderzoek Thuc. 1.131.2. aanstellen:; τύραννον καταστησάμενοι παρὰ σφίσι αὐτοῖσι nadat ze bij henzelf een alleenheerser hadden aangesteld Hdt. 5.92.α 2; εἰς τὸ προσφέρειν... καθίσταται hij wordt aangesteld om op te dragen NT Hebr. 8.3; met inf. van doel:; κατέστησε τύραννον εἶναι παῖδα τὸν ἑωυτοῦ hij stelde zijn eigen zoon aan om alleenheerser te zijn Hdt. 5.94.1; κυβερνᾶν κατασταθείς aangesteld om te sturen Xen. Mem. 1.7.3; instellen:; νόμους κ. wetten instellen Eur. Or. 892; οἱ καθιστάντες μουσικῇ... παιδεύειν degenen die muzikale opvoeding hebben ingesteld Plat. Resp. 410b; ook med.:; τοῦτο βουλευτήριον... φρούρημα γῆς καθίσταμαι deze raad stel ik in als bescherming van ons land Aeschl. Eum. 706; (milit. ) opstellen:. εἰς τὸ αὐτὸ σχῆμα κατέστησεν ἀντίαν τὴν φάλαγγα hij stelde zijn falanx in dezelfde formatie ertegenover op Xen. An. 1.10.10. (in een bepaalde toestand) brengen, in orde brengen, regelen:; καθίστατο τὰ περὶ τὴν Μυτιλήνην ᾗ αὐτῷ ἐδόκει hij regelde de situatie bij Mytilene naar eigen inzicht Thuc. 3.35.2; met dubbele acc.:; ψευδῆ γ’ ἐμαυτὸν οὐ καταστήσω ik zal mijzelf niet tot leugenaar maken Soph. Ant. 657; ἄφωνον καθιστᾶσι καὶ ἄφρονα τὸν ἄνθρωπον zij maken de mens stom en dom Hp MS 10; κ. ἐς ἀπορίαν iem. tot radeloosheid brengen Thuc. 7.75.4; κ. εἰς ἀνάγκην in een noodsituatie brengen Lys. 3.3; met inf.:; κ. τινὰ φεύγειν iem. doen vluchten Thuc. 2.84; met acc. en ptc.: κλαίοντα κ. τινά iem. tot tranen brengen Eur. Andr. 635. tot stand brengen:. πάννυχοι... διάπλουν καθίστασαν de hele nacht lieten zij de schepen op en neer varen Aeschl. Pers. 382; τὴν ζόην καταστήσατο ἀπ’ ἔργων ἀνοσιωτάτων hij verdiende de kost met de meest gruwelijke praktijken Hdt. 8.105.1; τοῖς Λακεδαιμονίοις οὐκ ἂν... χάρις καθίσταιτο aan de Spartanen zal zeker geen dank gebracht worden Thuc. 4.86.5. intrans., Ion. κατίσταμαι; met stamaor. κατέστην of θη - aor. κατεστάθην; perf. καθέστηκα, Ion. κατέστηκα; fut. perf. καθεστήξω zich vestigen, ergens komen, met prep.:; κ. ἐς ὄψιν voor iem. verschijnen Hdt. 7.29.1; κ. ἐς Ῥήγιον zich in Rhegium vestigen Thuc. 3.86.5; καταστὰς ἐπὶ τὸ πλῆθος ἔλεγε hij verscheen in de volksvergadering en sprak Thuc. 4.84.2; perf. zich bevinden: ὅποι καθέσταμεν waar wij ons bevinden. Soph. OC 23. aantreden:; δεσπότης καθέστηκα ik sta hier als jullie meester Eur. HF 142; ὅταν καταστῶσιν οἱ ἄρχοντες wanneer de regeerders zijn aangetreden Plat. Resp. 543b; milit. perf. opgesteld staan:; φρουρὴ ἐν αὐτῷ κατεστήκεε daar stond een grenspost opgesteld Hdt. 7.59.1; overdr.:; οἱ πρόβουλοι καθεστᾶσιν ἐπὶ τοῖς βουλευταῖς de adviseurs vormen een tegenwicht tegen de leden van de raad Aristot. Pol. 1299b 37; perf. vastgesteld zijn, vaststaan:; οἱ καθεστῶτες νόμοι de bestaande wetten Soph. Ant. 1113; βροτοῖσιν ὃς καθέστηκεν νόμος de wet die voor de stervelingen vast staat Eur. Hipp. 91; ἐν τῇ καθεστηκυῖᾳ ἡλικίᾳ in de kracht van ons leven Thuc. 2.36.3; zijn:; οἱ μὲν γὰρ ὀφθαλμῶν ἰητροὶ κατεστᾶσι sommigen zijn oogartsen Hdt. 2.84; φονέα με φησί... καθεστάναι hij beweert dat ik de moordenaar ben Soph. OT 703; τίνι τρόπῳ καθέστατε; in welke toestand bevinden jullie je? Soph. OT 10; ptc. subst.: τὰ καθεστῶτα de toestand Soph. Ant. 1160; οἱ καθεστηκότες de mannen van middelbare leeftijd Hp. Aph. 1.13; τὰ τότε καθεστῶτα de toenmalige gebruiken Plat. Lg. 798b; ἔξω... τοῦ καθεστηκότος buiten zinnen Luc. 34.5. (in een bepaalde situatie) komen, worden:; φύλαξ δέ μου πιστὴ κατέστης jij bent een trouwe wachter voor mij gebleken Soph. OC 356; ἀνάγκη ἄν εἴη τὴν ναυμαχίαν πεζομαχίαν καθίστασθαι dan zou het onvermijdelijk zijn dat de zeeslag in een veldslag veranderde Thuc. 2.89.8; geneesk.:; οὖρα... οὐδὲν καθισταμένα de urine zonder bezinksel Hp. Epid. 1.2; met gen.:; πλέον ἢ ὅσου ἐμοὶ κατέστησαν meer dan de prijs waarop het (het timmerhout) mij was komen te staan And. 2.11; met prep.:; ἀντὶ φίλου πολέμιον κ. van vriend tot vijand worden Hdt. 1.87.3; ἐν ἀσφαλεῖ καθίσταιντο αὐτῶν αἱ ἀπολογίαι dat hun verdediging dan een veilige basis heeft Hp MS 2; ἐς μάχην κ. in gevecht raken Hdt. 3.45.2; ἐς φόβον καταστάντων aan angst ten prooi gevallen Thuc. 2.81.6; ook met aor. pass.:; οἳ τότε Τιτήνεσσι κατέσταθεν ἐν δαῒ λυγρῇ die toen in een fel gevecht belandden met de Titanen Hes. Th. 674; als perifrase:; ἄπαρνος δ’ οὐδενὸς καθίστατο zij ontkende niets Soph. Ant. 435; κρυπτὸς καταστάς zich verborgen hebbend Eur. Andr. 1064; pregn.: tot rust komen, bedaren:; λέξον καταστάς spreek wanneer je tot rust gekomen bent Aeschl. Pers. 295; ἐπείτε δὲ κατέστη ὁ θόρυβος toen het rumoer bedaard was Hdt. 3.80.1; πνεῦμα... καθεστηκός een rustige wind Aristoph. Ran. 1003; geneesk. herstellen:. ἢν μὲν ἐν μηνὶ καθιστῆται als men in een maand herstelt Hp. Vict. 3.76; τὸ οἴδημα μὴ καθιστάμενον als de zwelling niet slinkt Hp. Prog. 7. tot stand komen, ontstaan:. εὐθὺς καθισταμένου meteen bij het uitbreken (van de oorlog) Thuc. 1.1.1. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |