3,273,006
edits
m (Text replacement - "( " to "(") |
m (Text replacement - " )" to ")") |
||
Line 17: | Line 17: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=προσ-βάλλω, ep. ook ποτί... βάλλω (tmesis), med. προτιβάλλομαι met acc. en dat., met acc. en prep. bep. tegen... werpen:; ποτὶ σκήπτρον βάλε γαίῃ hij wierp de staf tegen de grond Il. 1.245 (tmesis); met acc. en aan te vullen dat..; χιτῶνα τόνδ’ ἔβαψα προσβαλοῦσ’ ὅσα... κεῖνος εἶπε ik heb deze mantel geverfd door er zoveel (van het middel) op te smeren als hij had gezegd Soph. Tr. 580; overdr..; μή μ’ ἀνάγκῃ προσβάλῃς τάδ’ εἰκαθεῖν plaats me niet voor de noodzaak dit toe te staan Soph. OC 1178; afsturen op:; πύλαισι... προσβαλεῖν λόχον zijn bende op de poort afsturen Aeschl. Sept. 460; τοὺς καταράτους τούτους ὥσπερ θηρία μοι προσβάλλειν die ellendelingen als wilde beesten op mij afsturen Dem. 18.322; richten op:. ὄμματα προσβαλοῦσα τέκνοις met uw ogen gericht op uw kinderen Eur. Med. 860. leggen tegen:. παρειὰν προσβαλεῖν παρηίδι wang tegen wang leggen Eur. Hec. 410. toewerpen, bezorgen:; κέρδος μέγα ἡμῖν προσβάλλουσι zij bezorgen ons belangrijk voordeel Hdt. 7.51.3; τί... δεῖμα προσβάλλεις πατρί waarom boezem je jouw vader angst in? Eur. Ion 584; opleggen:. ὅρκον αὑτῷ προσβαλών zichzelf onder ede plaatsend Soph. Tr. 255. met acc. treffen:; ἠέλιος προσέβαλλεν ἀρούρας de zonnestralen troffen de akkers Il. 7.421; πόθεν βροτοῦ με προσέβαλ (ε ); waar komt de menselijke geur vandaan die mij treft? Aristoph. Pax 180; met prep. bep.. πρὸς ὄψιν ἢ πρὸς ἀκοὴν προσβάλῃ het treft hun oog of oor Plat. Resp. 401c. confronteren:. ταύτην δ’ οὔτ’ ἔπεϊ ποτιβάλλεαι οὔτε τι ἔργῳ maar haar confronteer je niet, noch in woord, noch in daad Il. 5.878. zonder acc., met dat. of prep. bep. stoten tegen, botsen tegen:; προσβαλούσης γὰρ τῆς νεὼς... πρὸς ὁλκάδα τινα toen de boot namelijk in aanvaring kwam met een vrachtschip Plat. Lach. 183d; landen, aan land komen:. προσέβαλον Σικελίᾳ zij gingen aan land op Sicilië Thuc. 6.4.5. aanstormen op, een aanval doen op:; προσβαλεῖν πύλαις op de poort afstormen Aeschl. Sept. 615; πρὸς τὰ τείχη προσβαλεῖν een aanval doen op de stadsmuren Lys. 14.33; afgezwakt benaderen:. προσβαλὼν τοῖς ἄρχουσιν de magistraten aansprekend Plut. Nic. 30.2. | |elnltext=προσ-βάλλω, ep. ook ποτί... βάλλω (tmesis), med. προτιβάλλομαι met acc. en dat., met acc. en prep. bep. tegen... werpen:; ποτὶ σκήπτρον βάλε γαίῃ hij wierp de staf tegen de grond Il. 1.245 (tmesis); met acc. en aan te vullen dat..; χιτῶνα τόνδ’ ἔβαψα προσβαλοῦσ’ ὅσα... κεῖνος εἶπε ik heb deze mantel geverfd door er zoveel (van het middel) op te smeren als hij had gezegd Soph. Tr. 580; overdr..; μή μ’ ἀνάγκῃ προσβάλῃς τάδ’ εἰκαθεῖν plaats me niet voor de noodzaak dit toe te staan Soph. OC 1178; afsturen op:; πύλαισι... προσβαλεῖν λόχον zijn bende op de poort afsturen Aeschl. Sept. 460; τοὺς καταράτους τούτους ὥσπερ θηρία μοι προσβάλλειν die ellendelingen als wilde beesten op mij afsturen Dem. 18.322; richten op:. ὄμματα προσβαλοῦσα τέκνοις met uw ogen gericht op uw kinderen Eur. Med. 860. leggen tegen:. παρειὰν προσβαλεῖν παρηίδι wang tegen wang leggen Eur. Hec. 410. toewerpen, bezorgen:; κέρδος μέγα ἡμῖν προσβάλλουσι zij bezorgen ons belangrijk voordeel Hdt. 7.51.3; τί... δεῖμα προσβάλλεις πατρί waarom boezem je jouw vader angst in? Eur. Ion 584; opleggen:. ὅρκον αὑτῷ προσβαλών zichzelf onder ede plaatsend Soph. Tr. 255. met acc. treffen:; ἠέλιος προσέβαλλεν ἀρούρας de zonnestralen troffen de akkers Il. 7.421; πόθεν βροτοῦ με προσέβαλ (ε); waar komt de menselijke geur vandaan die mij treft? Aristoph. Pax 180; met prep. bep.. πρὸς ὄψιν ἢ πρὸς ἀκοὴν προσβάλῃ het treft hun oog of oor Plat. Resp. 401c. confronteren:. ταύτην δ’ οὔτ’ ἔπεϊ ποτιβάλλεαι οὔτε τι ἔργῳ maar haar confronteer je niet, noch in woord, noch in daad Il. 5.878. zonder acc., met dat. of prep. bep. stoten tegen, botsen tegen:; προσβαλούσης γὰρ τῆς νεὼς... πρὸς ὁλκάδα τινα toen de boot namelijk in aanvaring kwam met een vrachtschip Plat. Lach. 183d; landen, aan land komen:. προσέβαλον Σικελίᾳ zij gingen aan land op Sicilië Thuc. 6.4.5. aanstormen op, een aanval doen op:; προσβαλεῖν πύλαις op de poort afstormen Aeschl. Sept. 615; πρὸς τὰ τείχη προσβαλεῖν een aanval doen op de stadsmuren Lys. 14.33; afgezwakt benaderen:. προσβαλὼν τοῖς ἄρχουσιν de magistraten aansprekend Plut. Nic. 30.2. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |