3,274,831
edits
m (Text replacement - " )" to ")") |
m (Text replacement - "( " to "(") Tags: Mobile edit Mobile web edit |
||
Line 20: | Line 20: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=δαΐζω [1. δαίομαι] ep. inf. δαϊζέμεναι; aor. ἐδάϊξα, pass. ἐδαΐχθην; perf. med.-pass. δεδάϊγμαι, ep. plqperf. 3 sing. δεδάϊκτο; fut. δαΐξω, doorklieven, doorboren, splijten, verscheuren, meestal met een wapen in de strijd:; εὖτ ( ε) … Ἀργείους κτείνεσκε δαΐζων ὀξέϊ χαλκῷ wanneer hij Argivers doodde door ze te doorklieven met scherp brons Il. 24.393; τοὺς Ἀχιλεὺς ἐδάϊζε die Achilles doorkliefde (met zijn wapen, d.w.z. doodde) Il. 21.147; δ. χαλκῷ ῥωγαλέον (iets) met brons doorboren zodat het verscheurd wordt Il. 2.416; pass. met acc. resp.:; Ἄρητον … δεδαϊγμένον ἦτορ Aretos met zijn borst doorkliefd Il. 17.535; met het wapen als subj.:; ἕξ … διὰ πτύχας ἦλθε δαΐζων χαλκὸς ἀτειρής het onvermoeibare brons boorde zich door zes lagen Il. 7.247; ook buiten de strijd:; διαμοιρᾶσθαι δαΐζων in stukken snijden (met een mes) Od. 14.434; κόμην δ. het haar uitrukken (met de handen) Il. 18.27; overdr.:; λοιγός … τάνδε πόλιν δαΐζων vernietiging die deze stad splijt Aeschl. Suppl. 680; ook pass.: verscheurd, verdeeld zijn (door angst, zorg of twijfel):. δαϊζόμενος κατὰ θυμὸν διχθάδι ( α) in tweeën gespleten in zijn hart Il. 14.20; ὣς ἐδαΐζετο θυμὸς ἐνὶ στήθεσσιν Ἀχαιῶν zo was het hart verdeeld in de borst van de Achaeërs Il. 9.8; ἔχων δεδαϊγμένον ἦτορ met een verscheurd hart Od. 13.320. | |elnltext=δαΐζω [1. δαίομαι] ep. inf. δαϊζέμεναι; aor. ἐδάϊξα, pass. ἐδαΐχθην; perf. med.-pass. δεδάϊγμαι, ep. plqperf. 3 sing. δεδάϊκτο; fut. δαΐξω, doorklieven, doorboren, splijten, verscheuren, meestal met een wapen in de strijd:; εὖτ (ε) … Ἀργείους κτείνεσκε δαΐζων ὀξέϊ χαλκῷ wanneer hij Argivers doodde door ze te doorklieven met scherp brons Il. 24.393; τοὺς Ἀχιλεὺς ἐδάϊζε die Achilles doorkliefde (met zijn wapen, d.w.z. doodde) Il. 21.147; δ. χαλκῷ ῥωγαλέον (iets) met brons doorboren zodat het verscheurd wordt Il. 2.416; pass. met acc. resp.:; Ἄρητον … δεδαϊγμένον ἦτορ Aretos met zijn borst doorkliefd Il. 17.535; met het wapen als subj.:; ἕξ … διὰ πτύχας ἦλθε δαΐζων χαλκὸς ἀτειρής het onvermoeibare brons boorde zich door zes lagen Il. 7.247; ook buiten de strijd:; διαμοιρᾶσθαι δαΐζων in stukken snijden (met een mes) Od. 14.434; κόμην δ. het haar uitrukken (met de handen) Il. 18.27; overdr.:; λοιγός … τάνδε πόλιν δαΐζων vernietiging die deze stad splijt Aeschl. Suppl. 680; ook pass.: verscheurd, verdeeld zijn (door angst, zorg of twijfel):. δαϊζόμενος κατὰ θυμὸν διχθάδι (α) in tweeën gespleten in zijn hart Il. 14.20; ὣς ἐδαΐζετο θυμὸς ἐνὶ στήθεσσιν Ἀχαιῶν zo was het hart verdeeld in de borst van de Achaeërs Il. 9.8; ἔχων δεδαϊγμένον ἦτορ met een verscheurd hart Od. 13.320. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |