Anonymous

πλείων: Difference between revisions

From LSJ
m
Text replacement - " )" to ")"
m (Text replacement - "( " to "(")
m (Text replacement - " )" to ")")
Line 17: Line 17:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=πλείων -ον [πολύς] comp., zie πολύς en superl. πλεῖστος; nom. m. en f. πλείων en πλέων, n. πλεῖον πλέον en Att. πλεῖν; acc. sing. m. en f. πλείω en πλείονα; plur. nom. πλείους en πλείονες, n. πλείω en πλείονα; acc. πλείους en πλείονας, plur. ook πλέες, acc. πλέᾰς, dat. plur. πλεόνεσσι; Ion. sing. πλέων n. πλέον en πλεῦν, gen. πλεῦνος, dat. πλέονι, acc. πλέω en πλεῦνα; plur. πλεῦνες, n. πλέονα en πλέω, gen. πλεόνων en πλεύνων, dat. πλέοσι, acc. πλεῦνας, meer als adj. (groter in aantal, omvang, duur of belang) predicatief, met collect. meer:; παροίχωκεν... πλέων νὺξ τῶν δύω μοιράων de nacht was voor meer dan twee derde voorbij Il. 10.252; πλείω τὸν πλοῦν... ποιησάμενοι hun tocht verlengend Thuc. 8.39.3; ὁ δ’ ὄχλος πλείων καὶ πλείων ἐπέρρει de menigte die toestroomde werd groter en groter Xen. Cyr. 7.5.39; meer, voordelig; met οὐδέν (en ww. v. ‘doen’): geen enkel voordeel:; οὐδὲν πλέον εἴργασμαι ik ben er niets mee opgeschoten Eur. Hipp. 284; οὐδὲν πλέον ποιῆσαι er niets mee opschieten And. 4.7 = οὐδὲν πλέον πρᾶξαι Eur. IA 1373; met τι (en ww. v. ‘doen’):; πλέον τί με ποιῆσαι ἀπολογούμενον (ik zou willen) dat ik er iets mee opschoot door me te verdedigen Plat. Ap. 19a; ook. τί πλέον: τί πλέον πλουτεῖν ἐστιν τούτων... ἀποροῦντα wat schiet je er mee op rijk te zijn als je aan die dingen gebrek hebt? Aristoph. Pl. 531. attr..; οὔτε ἐκείνῃ πλεῦνα χρόνον συνοικήσεις en evenmin zul jij nog langer met haar samenwonen Hdt. 9.111.5; met lidw. het grootste deel (van twee). τὴν... πλέω στρατιὴν ἀπῆκε het grootste deel van het leger stuurde hij weg Hdt. 6.81. subst. zonder lidw., met gen. partit. meer:; τίς ἀνὴρ πλέον τᾶς εὐδαιμονίας φέρει welk mens behaalt groter geluk? Soph. OT 1189; met gen. compar..; πολλῷ πλέον εἶχον τῶν Λακεδαιμονίων zij hadden een veel sterkere positie dan de Lacedaemoniërs Hdt. 9.70.2; πλέον alleen; πλέον ἔφερέ οἱ ἡ γνώμη κατεργάσεσθαι τὴν Ἑλλάδα het idee dat hij Griekenland zou veroveren had zijn voorkeur Hdt. 8.100.1; plur.. ἐς πλείονας οἰκεῖν een bestuur hebben in het belang van de meerderheid Thuc. 2.37.1. met lidw. en gen. partit. het grootste deel:; τὸ... πλεῖον... πολέμοιο χεῖρες ἐμαὶ διέπουσι het leeuwendeel van het krijgswerk verrichten mijn handen Il. 1.165; τὰς πλεῦνας τῶν γυναικῶν de meerderheid van de vrouwen Hdt. 1.1.4; ἐπὶ τὸ πλέον ἵκεο μοίσας jij hebt de hoogste muzikaliteit bereikt Theocr. Id. 1.20; zonder gen. partit. οἱ πλέονες de meerderheid, de massa; Il. 5.673; het volk; Thuc. 8.73.3; eufem. van de doden; Aristoph. Eccl. 1073; lidw. semant. redundant:. τοῦ πλέονος... ὀρέγονται zij streven naar meer Thuc. 4.17.4; ἐς τὸ πλέον οὐκέτι προελθών zonder nog verder voorwaarts te gaan Thuc. 2.21.1; μή νύν μ’ ἔρῃ τὰ πλείον (α ) stel mij nu geen verdere vragen Soph. Ph. 576. adv. uitdrukkingen zonder lidw., acc. n. meer:; οὐ τοῦτο δειμαίνεις πλέον; ben je daar niet banger voor? Aeschl. PV 41; τῇ θαλάσσῃ ἤδη πλείω χρώμενοι toen zij al meer ervaring hadden met de zee Thuc. 1.3.4; vaak met ἤ, gen. compar. of πλέον alleen meer dan; πεινων... πλεῖν ἢ τρίακονθ’ ἡμέρας meer dan 30 dagen honger lijdend Aristoph. Ach. 858; πλεῖν ἢ μαίνομαι ik ben er meer dan dol op Aristoph. Ran. 103; πλεῖν ἑξακοσίους τὸν ἀριθμόν (vogels) meer dan 600 in getal Aristoph. Av. 1251; κώμας... οὐ πλέον εἴκοσι σταδίων ἀπεχούσας dorpen die niet verder dan 20 stadiën verwijderd waren Xen. An. 3.2.34; met lidw., acc. n. (voor) het grootste deel:; ἡσύχαζον τὸ πλέον τοῦ χρόνου het grootste deel van de tijd kwamen ze niet in beweging Thuc. 1.118.2; ἔστιν ὁ πόλεμος οὐχ ὅπλων τὸ πλέον ἀλλὰ δαπάνης de oorlog is in hoofdzaak geen kwestie van wapens maar van geld Thuc. 1.83.2; het meeste:. βλαψόμεθα τὰ πλείω wij zullen de grootste schade lijden Thuc. 1.81.4. met prep..; ὅπως ἐπὶ πλέον ὁ σῖτος ἀντίσχῃ opdat de proviand voor langere tijd voldoende zou zijn Thuc. 1.65.1; ἐπὶ πλέον διηγήσασθαι uitvoeriger vertellen Thuc. 6.54.1; met gen. comp. of ἤ:. σὲ... τῶνδ’ ἐς πλέον... σέβω u acht ik hoger dan deze mensen hier Soph. OT 700; ἐπὶ πλέον τῶν ἄλλων ἰσχύσας in hogere mate dan de anderen sterk geworden Thuc. 1.9.3; ἀφ’ ὧν ἐπὶ πλέον ἢ οἱ ἄλλοι ᾐσθάνετο op basis van wat hij uitvoeriger dan de anderen te horen kreeg Thuc. 7.48.2; περὶ πλείονος ποιεῖσθαι van meer belang achten Xen. An. 7.7.44. vaste formules:. τὸ δὲ πλέον, ἦλθον... en wat belangrijker is, ik kwam... Eur. Suppl. 148; τί πλέον; … en verder? nou en? Luc. 79.5.
|elnltext=πλείων -ον [πολύς] comp., zie πολύς en superl. πλεῖστος; nom. m. en f. πλείων en πλέων, n. πλεῖον πλέον en Att. πλεῖν; acc. sing. m. en f. πλείω en πλείονα; plur. nom. πλείους en πλείονες, n. πλείω en πλείονα; acc. πλείους en πλείονας, plur. ook πλέες, acc. πλέᾰς, dat. plur. πλεόνεσσι; Ion. sing. πλέων n. πλέον en πλεῦν, gen. πλεῦνος, dat. πλέονι, acc. πλέω en πλεῦνα; plur. πλεῦνες, n. πλέονα en πλέω, gen. πλεόνων en πλεύνων, dat. πλέοσι, acc. πλεῦνας, meer als adj. (groter in aantal, omvang, duur of belang) predicatief, met collect. meer:; παροίχωκεν... πλέων νὺξ τῶν δύω μοιράων de nacht was voor meer dan twee derde voorbij Il. 10.252; πλείω τὸν πλοῦν... ποιησάμενοι hun tocht verlengend Thuc. 8.39.3; ὁ δ’ ὄχλος πλείων καὶ πλείων ἐπέρρει de menigte die toestroomde werd groter en groter Xen. Cyr. 7.5.39; meer, voordelig; met οὐδέν (en ww. v. ‘doen’): geen enkel voordeel:; οὐδὲν πλέον εἴργασμαι ik ben er niets mee opgeschoten Eur. Hipp. 284; οὐδὲν πλέον ποιῆσαι er niets mee opschieten And. 4.7 = οὐδὲν πλέον πρᾶξαι Eur. IA 1373; met τι (en ww. v. ‘doen’):; πλέον τί με ποιῆσαι ἀπολογούμενον (ik zou willen) dat ik er iets mee opschoot door me te verdedigen Plat. Ap. 19a; ook. τί πλέον: τί πλέον πλουτεῖν ἐστιν τούτων... ἀποροῦντα wat schiet je er mee op rijk te zijn als je aan die dingen gebrek hebt? Aristoph. Pl. 531. attr..; οὔτε ἐκείνῃ πλεῦνα χρόνον συνοικήσεις en evenmin zul jij nog langer met haar samenwonen Hdt. 9.111.5; met lidw. het grootste deel (van twee). τὴν... πλέω στρατιὴν ἀπῆκε het grootste deel van het leger stuurde hij weg Hdt. 6.81. subst. zonder lidw., met gen. partit. meer:; τίς ἀνὴρ πλέον τᾶς εὐδαιμονίας φέρει welk mens behaalt groter geluk? Soph. OT 1189; met gen. compar..; πολλῷ πλέον εἶχον τῶν Λακεδαιμονίων zij hadden een veel sterkere positie dan de Lacedaemoniërs Hdt. 9.70.2; πλέον alleen; πλέον ἔφερέ οἱ ἡ γνώμη κατεργάσεσθαι τὴν Ἑλλάδα het idee dat hij Griekenland zou veroveren had zijn voorkeur Hdt. 8.100.1; plur.. ἐς πλείονας οἰκεῖν een bestuur hebben in het belang van de meerderheid Thuc. 2.37.1. met lidw. en gen. partit. het grootste deel:; τὸ... πλεῖον... πολέμοιο χεῖρες ἐμαὶ διέπουσι het leeuwendeel van het krijgswerk verrichten mijn handen Il. 1.165; τὰς πλεῦνας τῶν γυναικῶν de meerderheid van de vrouwen Hdt. 1.1.4; ἐπὶ τὸ πλέον ἵκεο μοίσας jij hebt de hoogste muzikaliteit bereikt Theocr. Id. 1.20; zonder gen. partit. οἱ πλέονες de meerderheid, de massa; Il. 5.673; het volk; Thuc. 8.73.3; eufem. van de doden; Aristoph. Eccl. 1073; lidw. semant. redundant:. τοῦ πλέονος... ὀρέγονται zij streven naar meer Thuc. 4.17.4; ἐς τὸ πλέον οὐκέτι προελθών zonder nog verder voorwaarts te gaan Thuc. 2.21.1; μή νύν μ’ ἔρῃ τὰ πλείον (α) stel mij nu geen verdere vragen Soph. Ph. 576. adv. uitdrukkingen zonder lidw., acc. n. meer:; οὐ τοῦτο δειμαίνεις πλέον; ben je daar niet banger voor? Aeschl. PV 41; τῇ θαλάσσῃ ἤδη πλείω χρώμενοι toen zij al meer ervaring hadden met de zee Thuc. 1.3.4; vaak met ἤ, gen. compar. of πλέον alleen meer dan; πεινων... πλεῖν ἢ τρίακονθ’ ἡμέρας meer dan 30 dagen honger lijdend Aristoph. Ach. 858; πλεῖν ἢ μαίνομαι ik ben er meer dan dol op Aristoph. Ran. 103; πλεῖν ἑξακοσίους τὸν ἀριθμόν (vogels) meer dan 600 in getal Aristoph. Av. 1251; κώμας... οὐ πλέον εἴκοσι σταδίων ἀπεχούσας dorpen die niet verder dan 20 stadiën verwijderd waren Xen. An. 3.2.34; met lidw., acc. n. (voor) het grootste deel:; ἡσύχαζον τὸ πλέον τοῦ χρόνου het grootste deel van de tijd kwamen ze niet in beweging Thuc. 1.118.2; ἔστιν ὁ πόλεμος οὐχ ὅπλων τὸ πλέον ἀλλὰ δαπάνης de oorlog is in hoofdzaak geen kwestie van wapens maar van geld Thuc. 1.83.2; het meeste:. βλαψόμεθα τὰ πλείω wij zullen de grootste schade lijden Thuc. 1.81.4. met prep..; ὅπως ἐπὶ πλέον ὁ σῖτος ἀντίσχῃ opdat de proviand voor langere tijd voldoende zou zijn Thuc. 1.65.1; ἐπὶ πλέον διηγήσασθαι uitvoeriger vertellen Thuc. 6.54.1; met gen. comp. of ἤ:. σὲ... τῶνδ’ ἐς πλέον... σέβω u acht ik hoger dan deze mensen hier Soph. OT 700; ἐπὶ πλέον τῶν ἄλλων ἰσχύσας in hogere mate dan de anderen sterk geworden Thuc. 1.9.3; ἀφ’ ὧν ἐπὶ πλέον ἢ οἱ ἄλλοι ᾐσθάνετο op basis van wat hij uitvoeriger dan de anderen te horen kreeg Thuc. 7.48.2; περὶ πλείονος ποιεῖσθαι van meer belang achten Xen. An. 7.7.44. vaste formules:. τὸ δὲ πλέον, ἦλθον... en wat belangrijker is, ik kwam... Eur. Suppl. 148; τί πλέον; … en verder? nou en? Luc. 79.5.
}}
}}
{{elru
{{elru