Anonymous

παραχωρέω: Difference between revisions

From LSJ
m
Text replacement - " )" to ")"
m (Text replacement - "( " to "(")
Tags: Mobile edit Mobile web edit
m (Text replacement - " )" to ")")
 
Line 17: Line 17:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=παραχωρέω [[opzijgaan]], [[wijken]]; met gen. van(af):; τῆς τάξεως zijn post verlaten Dem. 3.36; met dat. voor:; οἱ... ἰητροὶ θεοίσι παρακεχωρήκασιν de artsen hebben plaatsgemaakt voor goden Hp. Dec. 6; overdr.:; παραχωρεῖ Πρωταγόρᾳ hij erkent zijn meerdere in Protagoras Plat. Prot. 336b; met gen. en dat.:; ὁδοῦ παραχωρῆσαι τὸν νεώτερον πρεσβυτέρῳ dat de jongere voor een oudere man uit de weg gaat Xen. Mem. 2.3.16; ὁ ποταμὸς ἡμῖν παρακεχώρηκε τῆς εἰς τὴν πόλιν ὁδοῦ de rivier is voor ons opzijgegaan, weg van de toegang tot de stad Xen. Cyr. 7.5.20; abs.. παραχωρεῖν ἔδει je had opzij moeten gaan Aristoph. Lys. 1216; ἐγὼ παραχωρῶ ik sta mijn plaats af (op het spreekgestoelte) Plat. Ap. 34a. overdr. afzien, van iets (gen. ) ten gunste van iem. (dat. ):; τῆς ἐλευθερίας... παραχωρῆσαι Φιλίππῳ van hun vrijheid afstand te doen ten gunste van Philippus Dem. 18.68; τῇ πόλει παραχωρῶ τῆς τιμωρίας aan de stad laat ik de bestraffing over Dem. 21.28; καὶ νήφων οὐδένι τῶν πρωτείων παραχωρήσειεν ἄν zelfs nuchter zou hij de eerste prijs aan geen ander willen afstaan Luc. 25.55; laten gaan, goedvinden, met AcI:. ὄνομα ἕτερον αὐτοῖς π. θέσθαι τινά het goedvinden dat iemand een andere naam voor ze verzint Plat. Plt. 260e.
|elnltext=παραχωρέω [[opzijgaan]], [[wijken]]; met gen. van(af):; τῆς τάξεως zijn post verlaten Dem. 3.36; met dat. voor:; οἱ... ἰητροὶ θεοίσι παρακεχωρήκασιν de artsen hebben plaatsgemaakt voor goden Hp. Dec. 6; overdr.:; παραχωρεῖ Πρωταγόρᾳ hij erkent zijn meerdere in Protagoras Plat. Prot. 336b; met gen. en dat.:; ὁδοῦ παραχωρῆσαι τὸν νεώτερον πρεσβυτέρῳ dat de jongere voor een oudere man uit de weg gaat Xen. Mem. 2.3.16; ὁ ποταμὸς ἡμῖν παρακεχώρηκε τῆς εἰς τὴν πόλιν ὁδοῦ de rivier is voor ons opzijgegaan, weg van de toegang tot de stad Xen. Cyr. 7.5.20; abs.. παραχωρεῖν ἔδει je had opzij moeten gaan Aristoph. Lys. 1216; ἐγὼ παραχωρῶ ik sta mijn plaats af (op het spreekgestoelte) Plat. Ap. 34a. overdr. afzien, van iets (gen.) ten gunste van iem. (dat.):; τῆς ἐλευθερίας... παραχωρῆσαι Φιλίππῳ van hun vrijheid afstand te doen ten gunste van Philippus Dem. 18.68; τῇ πόλει παραχωρῶ τῆς τιμωρίας aan de stad laat ik de bestraffing over Dem. 21.28; καὶ νήφων οὐδένι τῶν πρωτείων παραχωρήσειεν ἄν zelfs nuchter zou hij de eerste prijs aan geen ander willen afstaan Luc. 25.55; laten gaan, goedvinden, met AcI:. ὄνομα ἕτερον αὐτοῖς π. θέσθαι τινά het goedvinden dat iemand een andere naam voor ze verzint Plat. Plt. 260e.
}}
}}
{{elru
{{elru