Anonymous

πρόσωπον: Difference between revisions

From LSJ
m
Text replacement - " )" to ")"
m (Text replacement - "S.''Fr.''" to "S.''Fr.''")
m (Text replacement - " )" to ")")
Line 14: Line 14:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=πρόσωπον -ου, τό [[[πρός]], [[ὤψ]]] ep. plur. προσώπατα, dat. προσώπασι gezicht, uiterlijk; Hom. en poët. plur. ook voor een enkele persoon; χερσὶ δ’ ἄμυσσε... καλὰ πρόσωπα met haar handen haalde zij haar fraaie gezicht open Il. 19.285; οὐ τὸ σὸν δείσας πρόσωπον zonder angst voor jouw uiterlijk Soph. OT 448; οὐδ’ ἐς πρόσωπον Θησέως ἀφίξομαι ik zal Theseus niet onder ogen komen Eur. Hipp. 720; overdr. voorkant:; διδύμων προσώπων καλλιβλέφαρον φῶς het fraaie ooglicht van twee façades Eur. Ion 189; milit. front:. κατὰ πρόσωπον frontaal Thuc. 1.106.2; τὴν κατὰ πρόσωπον τῆς ἀντίας φάλαγγος τάξιν ἔχειν de voorste linie recht tegenover de vijandelijke slaglinie bezetten Xen. Cyr. 6.3.35. theatermasker (~ προσωπεῖον ); Aristot. Poët. 1449a36; personage (in toneelstuk); Cic. Att. 13.19.3; overdr. uiterlijke schijn:. τοὺς ἐν προσώπῳ καυχωμένους wie zich op uiterlijke schijn laat voorstaan NT 2 Cor. 5.12. persoon, persoonlijke aanwezigheid:. οὐ βλέπεις εἰς πρόσωπον ἀνθρώπων jij ziet niemand naar de ogen NT Mt. 22.16; οὐ λαμβάνεις πρόσωπόν (jij spreekt) zonder aanzien des persoons NT Luc. 20.21; ἀπορφανισθέντες ἀφ’ ὑμῶν,... προσώπῳ οὐ καρδίᾳ van u verweesd, uit het oog, maar niet uit het hart NT 1 Thes. 2.17; τὴν κατὰ πρόσωπον ἔντευξιν de persoonlijke ontmoeting Plut. Caes. 17.8.
|elnltext=πρόσωπον -ου, τό [[[πρός]], [[ὤψ]]] ep. plur. προσώπατα, dat. προσώπασι gezicht, uiterlijk; Hom. en poët. plur. ook voor een enkele persoon; χερσὶ δ’ ἄμυσσε... καλὰ πρόσωπα met haar handen haalde zij haar fraaie gezicht open Il. 19.285; οὐ τὸ σὸν δείσας πρόσωπον zonder angst voor jouw uiterlijk Soph. OT 448; οὐδ’ ἐς πρόσωπον Θησέως ἀφίξομαι ik zal Theseus niet onder ogen komen Eur. Hipp. 720; overdr. voorkant:; διδύμων προσώπων καλλιβλέφαρον φῶς het fraaie ooglicht van twee façades Eur. Ion 189; milit. front:. κατὰ πρόσωπον frontaal Thuc. 1.106.2; τὴν κατὰ πρόσωπον τῆς ἀντίας φάλαγγος τάξιν ἔχειν de voorste linie recht tegenover de vijandelijke slaglinie bezetten Xen. Cyr. 6.3.35. theatermasker (~ προσωπεῖον); Aristot. Poët. 1449a36; personage (in toneelstuk); Cic. Att. 13.19.3; overdr. uiterlijke schijn:. τοὺς ἐν προσώπῳ καυχωμένους wie zich op uiterlijke schijn laat voorstaan NT 2 Cor. 5.12. persoon, persoonlijke aanwezigheid:. οὐ βλέπεις εἰς πρόσωπον ἀνθρώπων jij ziet niemand naar de ogen NT Mt. 22.16; οὐ λαμβάνεις πρόσωπόν (jij spreekt) zonder aanzien des persoons NT Luc. 20.21; ἀπορφανισθέντες ἀφ’ ὑμῶν,... προσώπῳ οὐ καρδίᾳ van u verweesd, uit het oog, maar niet uit het hart NT 1 Thes. 2.17; τὴν κατὰ πρόσωπον ἔντευξιν de persoonlijke ontmoeting Plut. Caes. 17.8.
}}
}}
{{Slater
{{Slater