δοκέω: Difference between revisions

m
Text replacement - " )" to ")"
m (Text replacement - "Pl.''Lg.''" to "Pl.''Lg.''")
Tags: Mobile edit Mobile web edit
m (Text replacement - " )" to ")")
Line 20: Line 20:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=δοκέω [~ δέχομαι] praes. opt. 3 sing. δοκοίη en δoκοῖ, Dor. δοκείοι, imperf. ἐδόκουν, Dor. 1 plur. ἐδόκευμες; aor. ἔδοξα en ἐδόκησα, aor. pass. ἐδοκήθην; perf. act. δεδόκηκα, perf. med. δέδογμαι en δεδόκημαι, plqperf. ἐδέδοκτο; fut. δόξω en δοκήσω, Dor. δοκησῶ de indruk hebben dat, menen, vinden, met inf. bij gelijke subjecten, met AcI bij ongelijke subj.:; δοκέω νικησέμεν Ἕκτορα ik denk dat ik Hector zal verslaan Il. 7.192; οὐ... σε δοκέω πείθεσθαί μοι ik denk niet dat u mij gelooft Hdt. 1.8.2; inf. ook met ἄν:. τὴν ἐγώ... οὐκ ἄν ποτ’ ἐς τοσοῦτον αἰκίας πεσεῖν ἔδοξ ( α ) van wie ik niet had gedacht dat zij ooit in zo'n schandelijke toestand terecht zou kunnen komen Soph. OC 749. lijken, schijnen met dat. en inf.: op iem. de indruk wekken te, aan iem. toeschijnen te (nooit met ἄν); de dat. laat zich vaak vertalen als subj.: ik (( ἐμοί ), jij ( σοί ) enz. ) denk dat, ik heb de indruk dat...:; δοκέεις δέ μοι οὐκ ἀπινύσσειν u lijkt mij niet onverstandig te zijn Od. 3.142; vaak bij dromen:; ἐδοξάτην μοι δύο γυναῖκ ( ε )... εἰς ὄψιν μολεῖν twee vrouwen leken mij in mijn blikveld te komen (d.w.z. ik meende/droomde dat er twee vrouwen voor mijn ogen waren komen staan) Aeschl. Pers. 181; εἰ μὲν ὅσιά σοι δοκῶ παθεῖν als u vindt dat ik op een voor de goden toelaatbare manier behandeld ben Eur. Hec. 788; ἄξιοι... νομίζοντες εἶναι καὶ ὑμῖν δοκοῦντες ‘(zelf) menend en aan u toeschijnend dat waard te zijn’ (d.w.z. wij meenden dat waard te zijn, en u dacht daar ook zo over) Thuc. 1.76.2; waarnemer en subj. kunnen ook gelijk zijn:; ἐγώ μοι δοκῶ κατανοέειν τοῦτο ik denk (verbeeld me) dat ik dat begrijp Hdt. 2.93.6; in commentaar-bijzinnen ὡς ἐμοὶ δοκῶ naar mijn mening; zie ook 3c. zonder dat., met inf.: lijken te doen of te zijn, de indruk wekken te doen of te zijn:; μή νυν ὁρᾶν δοκῶμεν αὐτόν laten we nu niet de indruk wekken dat we hem zien Aristoph. Pax 1051; οὐ τὸ δοκεῖν εἶναι ἀγαθὸν ἀλλὰ τὸ εἶναι (een man moet zich er op toeleggen) niet goed te lijken maar het te zijn Plat. Grg. 527b; uitdr.: δοκεῖν εἶναί τι denken dat je iets bent, denken dat je heel wat voorstelt. δοκεῖ, δόξει, ἔδοξε en pass. δέδοκται, met dat. en inf. praes. of aor. met n. subj. het lijkt mij (jou enz.) toe, met inf.:; ὥς μοι δοκεῖ εἶναι ἄριστα zoals de zaken mij het beste lijken Il. 12.215; pregn. het beste lijken; vandaar besluiten:; ἔδοξε τῇ βουλῇ τάδε... · ἐκκλησίαν ποιεῖν de Raad heeft het volgende besloten: een vergadering te beleggen Aristoph. Th. 373; spec. in gen. abs. en acc. abs. constructies:. δόξαντος... τούτου na dit besluit Xen. Hell. 1.1.36; δόξαν ἡμῖν ταῦτα ἐπορευόμεθα toen we dat besloten hadden gingen we op weg Plat. Prot. 314c. meestal onpers. pregn. het lijkt mij (jou enz.) goed/het beste toe (als); vandaar goed vinden (om) te, besluiten (om) te:; ( λέγουσι ) τοῖσι Ἕλλησι δόξαι... ἀπαιτέειν... Ἑλένην (men zegt) dat de Grieken besloten Helena terug te eisen Hdt. 1.3.2; πότερα δέδοκταί σοι... καρτερεῖν (ik wil van u horen) of u besloten heeft om te volharden Soph. Ph. 1274; δεδογμένον... αὐτοῖς toen zij een besluit hadden genomen Thuc. 1.125.2; vaste formule ἔδοξε τῇ βουλῇ / τῷ δήμῳ de Raad/Volksvergadering heeft besloten; ptc. subst.:; παρὰ τὸ δοκοῦν ἡμῖν in weerwil van ons besluit Thuc. 1.84; ook met AcI het lijkt mij juist toe dat:. νῦν ὦν μοι δοκέει διαβάντας προελθεῖν ( ''[[sc.]]'' ἡμᾶς ) daarom lijkt het me een goed idee dat wij nu oversteken en verder trekken Hdt. 1.207.5. onpers. in commentaar-bijzinnen ὡς ἐμοὶ δοκεῖ; ook in vaste formules met inf. naar het mij voorkomt, naar mijn mening.
|elnltext=δοκέω [~ δέχομαι] praes. opt. 3 sing. δοκοίη en δoκοῖ, Dor. δοκείοι, imperf. ἐδόκουν, Dor. 1 plur. ἐδόκευμες; aor. ἔδοξα en ἐδόκησα, aor. pass. ἐδοκήθην; perf. act. δεδόκηκα, perf. med. δέδογμαι en δεδόκημαι, plqperf. ἐδέδοκτο; fut. δόξω en δοκήσω, Dor. δοκησῶ de indruk hebben dat, menen, vinden, met inf. bij gelijke subjecten, met AcI bij ongelijke subj.:; δοκέω νικησέμεν Ἕκτορα ik denk dat ik Hector zal verslaan Il. 7.192; οὐ... σε δοκέω πείθεσθαί μοι ik denk niet dat u mij gelooft Hdt. 1.8.2; inf. ook met ἄν:. τὴν ἐγώ... οὐκ ἄν ποτ’ ἐς τοσοῦτον αἰκίας πεσεῖν ἔδοξ ( α) van wie ik niet had gedacht dat zij ooit in zo'n schandelijke toestand terecht zou kunnen komen Soph. OC 749. lijken, schijnen met dat. en inf.: op iem. de indruk wekken te, aan iem. toeschijnen te (nooit met ἄν); de dat. laat zich vaak vertalen als subj.: ik (( ἐμοί), jij ( σοί) enz.) denk dat, ik heb de indruk dat...:; δοκέεις δέ μοι οὐκ ἀπινύσσειν u lijkt mij niet onverstandig te zijn Od. 3.142; vaak bij dromen:; ἐδοξάτην μοι δύο γυναῖκ ( ε)... εἰς ὄψιν μολεῖν twee vrouwen leken mij in mijn blikveld te komen (d.w.z. ik meende/droomde dat er twee vrouwen voor mijn ogen waren komen staan) Aeschl. Pers. 181; εἰ μὲν ὅσιά σοι δοκῶ παθεῖν als u vindt dat ik op een voor de goden toelaatbare manier behandeld ben Eur. Hec. 788; ἄξιοι... νομίζοντες εἶναι καὶ ὑμῖν δοκοῦντες ‘(zelf) menend en aan u toeschijnend dat waard te zijn’ (d.w.z. wij meenden dat waard te zijn, en u dacht daar ook zo over) Thuc. 1.76.2; waarnemer en subj. kunnen ook gelijk zijn:; ἐγώ μοι δοκῶ κατανοέειν τοῦτο ik denk (verbeeld me) dat ik dat begrijp Hdt. 2.93.6; in commentaar-bijzinnen ὡς ἐμοὶ δοκῶ naar mijn mening; zie ook 3c. zonder dat., met inf.: lijken te doen of te zijn, de indruk wekken te doen of te zijn:; μή νυν ὁρᾶν δοκῶμεν αὐτόν laten we nu niet de indruk wekken dat we hem zien Aristoph. Pax 1051; οὐ τὸ δοκεῖν εἶναι ἀγαθὸν ἀλλὰ τὸ εἶναι (een man moet zich er op toeleggen) niet goed te lijken maar het te zijn Plat. Grg. 527b; uitdr.: δοκεῖν εἶναί τι denken dat je iets bent, denken dat je heel wat voorstelt. δοκεῖ, δόξει, ἔδοξε en pass. δέδοκται, met dat. en inf. praes. of aor. met n. subj. het lijkt mij (jou enz.) toe, met inf.:; ὥς μοι δοκεῖ εἶναι ἄριστα zoals de zaken mij het beste lijken Il. 12.215; pregn. het beste lijken; vandaar besluiten:; ἔδοξε τῇ βουλῇ τάδε... · ἐκκλησίαν ποιεῖν de Raad heeft het volgende besloten: een vergadering te beleggen Aristoph. Th. 373; spec. in gen. abs. en acc. abs. constructies:. δόξαντος... τούτου na dit besluit Xen. Hell. 1.1.36; δόξαν ἡμῖν ταῦτα ἐπορευόμεθα toen we dat besloten hadden gingen we op weg Plat. Prot. 314c. meestal onpers. pregn. het lijkt mij (jou enz.) goed/het beste toe (als); vandaar goed vinden (om) te, besluiten (om) te:; ( λέγουσι) τοῖσι Ἕλλησι δόξαι... ἀπαιτέειν... Ἑλένην (men zegt) dat de Grieken besloten Helena terug te eisen Hdt. 1.3.2; πότερα δέδοκταί σοι... καρτερεῖν (ik wil van u horen) of u besloten heeft om te volharden Soph. Ph. 1274; δεδογμένον... αὐτοῖς toen zij een besluit hadden genomen Thuc. 1.125.2; vaste formule ἔδοξε τῇ βουλῇ / τῷ δήμῳ de Raad/Volksvergadering heeft besloten; ptc. subst.:; παρὰ τὸ δοκοῦν ἡμῖν in weerwil van ons besluit Thuc. 1.84; ook met AcI het lijkt mij juist toe dat:. νῦν ὦν μοι δοκέει διαβάντας προελθεῖν ( ''[[sc.]]'' ἡμᾶς) daarom lijkt het me een goed idee dat wij nu oversteken en verder trekken Hdt. 1.207.5. onpers. in commentaar-bijzinnen ὡς ἐμοὶ δοκεῖ; ook in vaste formules met inf. naar het mij voorkomt, naar mijn mening.
}}
}}
{{elru
{{elru