Anonymous

ἀληθής: Difference between revisions

From LSJ
1a
(nl)
(1a)
Line 48: Line 48:
{{elnl
{{elnl
|elnltext=[[ἀληθής]] -ές, Dor. ἀλᾱθής [ἀ-, [[λανθάνω]] Ion. adv. [[ἀληθέως]], Dor. [[ἀλαθέως]]<br /><b class="num">1.</b> waar:; ἀληθέϊ … λόγῳ χρεωμένῳ ‘om precies te zijn’ Hdt. 1.14.2; ἆρ ’ ἀληθὲς ἢ [[μάτην]] ; is het waar of onzin? Eur. Ion 275; van voorspellende verschijnselen, m. n. dromen en orakels; ook van een vloek:; ἀρὰν πατρῴαν τιθεὶς ἀλαθῆ die de vloek van de vader waarheid heeft gemaakt (d.w.z. in vervulling heeft doen gaan) Aeschl. Sept. 946; waarachtig, eerlijk, oprecht, van personen; ook overdr. van wijn, d.w.z. die personen de waarheid doet spreken ; Plat. Smp. 217e; subst. n. τὸ ἀληθές, crasis [[τἀληθές]] (Ion. [[τὠληθές]]) de waarheid; ook plur. τἀληθῆ.<br /><b class="num">2.</b> werkelijk, echt:; ἡ ἀληθεστάτη [[πρόφασις]] de meest wezenlijke oorzaak Thuc. 1.23.6; ὡς [[ἀληθῶς]] werkelijk, echt; οἱ [[ἀληθῶς]] φιλόσοφοι de echte of ware filosofen Plat. Phaed. 64b; adv. acc. n. proparoxyt. in vragen: [[ἄληθες]]; werkelijk? echt?<br /><b class="num">3.</b> oplettend, nauwgezet :. [[γυνή]]... [[ἀληθής]] een nauwgezette vrouw Il. 12.433.
|elnltext=[[ἀληθής]] -ές, Dor. ἀλᾱθής [ἀ-, [[λανθάνω]] Ion. adv. [[ἀληθέως]], Dor. [[ἀλαθέως]]<br /><b class="num">1.</b> waar:; ἀληθέϊ … λόγῳ χρεωμένῳ ‘om precies te zijn’ Hdt. 1.14.2; ἆρ ’ ἀληθὲς ἢ [[μάτην]] ; is het waar of onzin? Eur. Ion 275; van voorspellende verschijnselen, m. n. dromen en orakels; ook van een vloek:; ἀρὰν πατρῴαν τιθεὶς ἀλαθῆ die de vloek van de vader waarheid heeft gemaakt (d.w.z. in vervulling heeft doen gaan) Aeschl. Sept. 946; waarachtig, eerlijk, oprecht, van personen; ook overdr. van wijn, d.w.z. die personen de waarheid doet spreken ; Plat. Smp. 217e; subst. n. τὸ ἀληθές, crasis [[τἀληθές]] (Ion. [[τὠληθές]]) de waarheid; ook plur. τἀληθῆ.<br /><b class="num">2.</b> werkelijk, echt:; ἡ ἀληθεστάτη [[πρόφασις]] de meest wezenlijke oorzaak Thuc. 1.23.6; ὡς [[ἀληθῶς]] werkelijk, echt; οἱ [[ἀληθῶς]] φιλόσοφοι de echte of ware filosofen Plat. Phaed. 64b; adv. acc. n. proparoxyt. in vragen: [[ἄληθες]]; werkelijk? echt?<br /><b class="num">3.</b> oplettend, nauwgezet :. [[γυνή]]... [[ἀληθής]] een nauwgezette vrouw Il. 12.433.
}}
{{FriskDe
|ftr='''ἀληθής''': {alēthḗs}<br />'''Forms''': dor. [[ἀλαθής]]<br />'''Meaning''': [[wahr]], [[wirklich]] (allg. seit Hom.).<br />'''Derivative''': Adjektivabstraktum ἀληθείη, -εία und [[ἀλήθεια]] (jünger, Schwyzer 469) [[Wahrheit]], [[Wirklichkeit]]. Zur Begriffsentwicklung Bultmann Zeitschr. f. neut. Wiss. 27, 113ff. — Denominative Verba: [[ἀληθεύω]] [[die Wahrheit reden]] (ion. att.), [[ἀληθίζομαι]] ib. (Hdt., sp. Prosa). Außerdem ἀληθίζω (''PHolm''.) in der technischen Bedeutung ‘mit (wahrem) Purpur färben’, vgl. ngr. dial. [[ἀληθινός]] [[rot]] (Rohlfs ByzZ 13, 544); anders Lagercrantz ad loc. — Von [[ἀληθεύω]] weiterhin die spät belegten [[ἀλήθευσις]] [[Wahrhaftigkeit]] (S. E.) und [[ἀληθευτής]] [[der stets die Wahrheit spricht]] (Max. Tyr.); außerdem das Adj. [[ἀληθευτικός]] [[wahrheitsliebend]], [[aufrichtig]] (Arist. u. a.). — Neben [[ἀληθής]] stehen die erweiterten Bildungen [[ἀληθινός]] (ion. att., vgl. Chantraine Formation 201) und [[ἀληθικός]] (Ps.-Kallisth.).<br />'''Etymology''' : [[ἀληθής]] kann ein Bahuvrihikompositum von α privativum und *[[λῆθος]], dor. [[λᾶθος]] (Theok.), oder [[λήθη]] (seit Hom.) sein; direkte Beziehung auf [[λήθω]] (seit Hom.) ist indessen auch möglich. Eigentliche Bedeutung somit [[wer nicht verborgen ist]], [[offenbar]]. Vgl. W. Luther "Wahrheit" und "Lüge" im ältesten Griechentum. Borna-Leipzig 1935, Frisk GHÅ 41 (1935 : 3), 18.<br />'''Page''' 1,71
}}
}}