Anonymous

βαρύς: Difference between revisions

From LSJ
2,703 bytes added ,  2 October 2019
1a
m (Text replacement - "<b class="b2">Aër</b>" to "Aër")
(1a)
Line 54: Line 54:
{{elnl
{{elnl
|elnltext=[[βαρύς]] -εῖα -ύ zwaar<br /><b class="num">1.</b> zwaar (van gewicht):; [[νέας]]... βαρυτέρας zwaardere schepen Hdt. 8.60.2; spec. ook van bewapening:; ὡπλισμένον... βαρύτερον, ὁπλίτην ἐπονομάζοντες een zwaarder bewapend iemand, die we hopliet noemen Plat. Lg. 833b; van lichaamsdelen ; τὰ βλέφαρα βαρέα ἴσχουσιν hun oogleden zijn zwaar Hp. Vict. 70; subst..; περὶ [[τοῦ]] βαρυτέρου τε καὶ κουφοτέρου διακριθεῖμεν ἄν we zouden wel kunnen besluiten (over) wat lichter is en wat zwaarder Plat. Euthyph. 7c; zwaar, bezwaard, zwak, moe:; νόσῳ β. door ziekte bezwaard Soph. Tr. 235; οἱ δὲ σὺν γήρᾳ βαρεῖς anderen (zijn) oud en zwak Soph. OT 17; [[ὑπό]] τε καμάτου βαρὺν [[ὄντα]] καὶ τραυμάτων omdat hij door vermoeidheid en verwondingen verzwakt was Plut. Cor. 9.8; zwaar, hard:; χεῖρα βαρεῖαν zijn harde hand Il. 1.219; σὺν... [[σφι]] βαρεῖαι χεῖρες ἔμιχθεν hun harde handen raakten slaags (d.w.z. zij raakten hardhandig slaags) Il. 23.687; θανάτοιο βαρείας χεῖρας de zware handen van de dood Il. 21.548; zwaar, sterk van (onaangename) geur :. ὀδμὴν... βαρέαν een sterke geur Hdt. 2.94.2.<br /><b class="num">2.</b> zwaar, diep, laag, luid (van geluid):; φθόγγον... βαρύν zijn zware stem Od. 9.257; ὀξυτάτην καὶ βαρυτάτην χορδήν de hoogste en de laagste snaar Plat. Phaedr. 268e; met adv. acc.. βαρὺ στενάχων en βαρέα στενάχων diep zuchtend, diep steunend (van pijn of verdriet) Hom. ; βαρὺ δ ’ ἀμβόασον οὐράνι ’ ἄχη schreeuw luid ons leed uit tot aan de hemel Aeschl. Pers. 572.<br /><b class="num">3.</b> overdr. zwaar, moeilijk te dragen; van pijn en verdriet ; ὀδύναι pijn(en) Il. 5.417; [[πένθος]] leed Pind. O. 2.23; van het (nood)lot en allerhande onheil ; [[Κλῶθες]] de schikgodinnen Od. 7.197; νόσοι ziekten Pind. P. 5.63; [[γῆρας]] ouderdom Eur. Alc. 672; [[ζημία]] βαρυτέρα een zwaardere boete Plat. Lg. 926d; van ruzie en strijd ; [[ἔρις]] strijd Il. 20.55; [[χόλος]] woede Hes. Th. 615; subst. τὰ βαρέα pijnlijke of moeilijke zaken:; βαρέα σύ γ ’ εἶπας je hebt zware woorden gesproken Aeschl. Suppl. 342; tegenslagen, ellende :. κύρσας βαρεῶν τούτων getroffen door dat onheil Aeschl. Eum. 932.<br /><b class="num">4.</b> overdr. van karakter en stemming zwaar, streng, hard, onverbiddelijk :. οὑπιτιμητής... [[τῶν]] ἔργων [[βαρύς]] de opzichter van dit werk is streng Aeschl. PV 77; βαρεῖαν ἐχθροῖς καὶ φίλοισιν εὐμενῆ : hard voor mijn vijanden en goed voor mijn geliefden Eur. Med. 809; δυσμενῆ... καὶ βαρύν σ ’ ηὕρηκ ’ [[ἐμοί]] ik heb u ondervonden als slechtgezind en hard tegen mij Soph. OT 546.<br /><b class="num">5.</b> [[βαρύς]] + inf. zwaar, moeilijk om te...:; δεινὸς... οἷνος καὶ παλαίεσθαι [[βαρύς]] wijn is machtig en moeilijk om het tegen op te nemen Eur. Cycl. 678; πρεσβύτερός... [[εἰμὶ]] καὶ βαρὺς ἀείρεσθαι ik ben te oud en moeilijk te verplaatsen Hdt. 4.150.3; onpers. [[βαρύ]] + inf. het is moeilijk om te... :. τὸ δ ’ [[ὑπερκόπως]] κλύειν εὖ [[βαρύ]] een overdreven goede reputatie hebben is moeilijk Aeschl. Ag. 63; διδάσκεσθαι βαρὺ τῶι τηλικούτωι iets leren is moeilijk voor iemand zo oud als hij Aeschl. Ag. 1619.<br /><b class="num">6.</b> adv. [[βαρέως]] moeizaam, met moeite:; [[βαρέως]]... ἤκουσαν ze konden het amper aanhoren Xen. An. 2.1.9; τοῖς ὠσὶν [[βαρέως]] ἤκουσαν zij hoorden met moeite met hun oren NT Mt. 13.15; [[βαρέως]] εἶχε πρὸς τὴν ὁμιλίαν hij was moeilijk in de omgang Aristot. Pol. 1311b9; [[βαρέως]] [[φέρω]] met acc. moeilijk verdragen, zwaar opnemen; abs. ontstemd of geërgerd zijn.
|elnltext=[[βαρύς]] -εῖα -ύ zwaar<br /><b class="num">1.</b> zwaar (van gewicht):; [[νέας]]... βαρυτέρας zwaardere schepen Hdt. 8.60.2; spec. ook van bewapening:; ὡπλισμένον... βαρύτερον, ὁπλίτην ἐπονομάζοντες een zwaarder bewapend iemand, die we hopliet noemen Plat. Lg. 833b; van lichaamsdelen ; τὰ βλέφαρα βαρέα ἴσχουσιν hun oogleden zijn zwaar Hp. Vict. 70; subst..; περὶ [[τοῦ]] βαρυτέρου τε καὶ κουφοτέρου διακριθεῖμεν ἄν we zouden wel kunnen besluiten (over) wat lichter is en wat zwaarder Plat. Euthyph. 7c; zwaar, bezwaard, zwak, moe:; νόσῳ β. door ziekte bezwaard Soph. Tr. 235; οἱ δὲ σὺν γήρᾳ βαρεῖς anderen (zijn) oud en zwak Soph. OT 17; [[ὑπό]] τε καμάτου βαρὺν [[ὄντα]] καὶ τραυμάτων omdat hij door vermoeidheid en verwondingen verzwakt was Plut. Cor. 9.8; zwaar, hard:; χεῖρα βαρεῖαν zijn harde hand Il. 1.219; σὺν... [[σφι]] βαρεῖαι χεῖρες ἔμιχθεν hun harde handen raakten slaags (d.w.z. zij raakten hardhandig slaags) Il. 23.687; θανάτοιο βαρείας χεῖρας de zware handen van de dood Il. 21.548; zwaar, sterk van (onaangename) geur :. ὀδμὴν... βαρέαν een sterke geur Hdt. 2.94.2.<br /><b class="num">2.</b> zwaar, diep, laag, luid (van geluid):; φθόγγον... βαρύν zijn zware stem Od. 9.257; ὀξυτάτην καὶ βαρυτάτην χορδήν de hoogste en de laagste snaar Plat. Phaedr. 268e; met adv. acc.. βαρὺ στενάχων en βαρέα στενάχων diep zuchtend, diep steunend (van pijn of verdriet) Hom. ; βαρὺ δ ’ ἀμβόασον οὐράνι ’ ἄχη schreeuw luid ons leed uit tot aan de hemel Aeschl. Pers. 572.<br /><b class="num">3.</b> overdr. zwaar, moeilijk te dragen; van pijn en verdriet ; ὀδύναι pijn(en) Il. 5.417; [[πένθος]] leed Pind. O. 2.23; van het (nood)lot en allerhande onheil ; [[Κλῶθες]] de schikgodinnen Od. 7.197; νόσοι ziekten Pind. P. 5.63; [[γῆρας]] ouderdom Eur. Alc. 672; [[ζημία]] βαρυτέρα een zwaardere boete Plat. Lg. 926d; van ruzie en strijd ; [[ἔρις]] strijd Il. 20.55; [[χόλος]] woede Hes. Th. 615; subst. τὰ βαρέα pijnlijke of moeilijke zaken:; βαρέα σύ γ ’ εἶπας je hebt zware woorden gesproken Aeschl. Suppl. 342; tegenslagen, ellende :. κύρσας βαρεῶν τούτων getroffen door dat onheil Aeschl. Eum. 932.<br /><b class="num">4.</b> overdr. van karakter en stemming zwaar, streng, hard, onverbiddelijk :. οὑπιτιμητής... [[τῶν]] ἔργων [[βαρύς]] de opzichter van dit werk is streng Aeschl. PV 77; βαρεῖαν ἐχθροῖς καὶ φίλοισιν εὐμενῆ : hard voor mijn vijanden en goed voor mijn geliefden Eur. Med. 809; δυσμενῆ... καὶ βαρύν σ ’ ηὕρηκ ’ [[ἐμοί]] ik heb u ondervonden als slechtgezind en hard tegen mij Soph. OT 546.<br /><b class="num">5.</b> [[βαρύς]] + inf. zwaar, moeilijk om te...:; δεινὸς... οἷνος καὶ παλαίεσθαι [[βαρύς]] wijn is machtig en moeilijk om het tegen op te nemen Eur. Cycl. 678; πρεσβύτερός... [[εἰμὶ]] καὶ βαρὺς ἀείρεσθαι ik ben te oud en moeilijk te verplaatsen Hdt. 4.150.3; onpers. [[βαρύ]] + inf. het is moeilijk om te... :. τὸ δ ’ [[ὑπερκόπως]] κλύειν εὖ [[βαρύ]] een overdreven goede reputatie hebben is moeilijk Aeschl. Ag. 63; διδάσκεσθαι βαρὺ τῶι τηλικούτωι iets leren is moeilijk voor iemand zo oud als hij Aeschl. Ag. 1619.<br /><b class="num">6.</b> adv. [[βαρέως]] moeizaam, met moeite:; [[βαρέως]]... ἤκουσαν ze konden het amper aanhoren Xen. An. 2.1.9; τοῖς ὠσὶν [[βαρέως]] ἤκουσαν zij hoorden met moeite met hun oren NT Mt. 13.15; [[βαρέως]] εἶχε πρὸς τὴν ὁμιλίαν hij was moeilijk in de omgang Aristot. Pol. 1311b9; [[βαρέως]] [[φέρω]] met acc. moeilijk verdragen, zwaar opnemen; abs. ontstemd of geërgerd zijn.
}}
{{FriskDe
|ftr='''βαρύς''': {barús}<br />'''Meaning''': ‘schwer(wiegend)’, vom Ton [[tief]] (seit Il.).<br />'''Derivative''': Abstraktbildung [[βαρύτης]], -ητος f. [[Schwere]], [[Wucht]]; [[Tiefe]] (att. hell.). Denominative Verba: 1. [[βαρύνω]] [[beschweren]], [[drücken]], [[belästigen]], Med. [[beschwert werden]] (seit Il.) mit [[βάρυνσις]] [[Beschwerung]] (Artem., Plot.; zum Typus s. Holt Les noms d’action en -σις 136 m. A. 1) und [[βαρυντικός]] [[beschwerend]] (Arist.); 2. [[βαρύθω]] [[von der Schwere niedergedrückt sein]] (ep. vereinzelt seit Il.), nach [[μινύθω]], [[φθινύθω]] usw. (Chantraine Gramm. hom. 1, 327); 3. [[βαρέω]] s. unten. — Eine Umbildung von [[βαρύς]] nach [[βριαρός]] ist, falls richtig überliefert, [[βαρύαρον]]· ἰσχυρόν, στερέμνιον H. — Neben [[βαρύς]] steht [[βάρος]] n. [[Schwere]], [[Last]], als Simplex erst Hdt. und A., als Hinterglied (χαλκο-, [[οἰνοβαρής]]) schon Il.; es wurde nach Muster von anderen Wortpaaren (vgl. Porzig Satzinhalte 246f.) zu [[βαρύς]] neugebildet oder wenigstens im Vokalismus (für *βέρος, *[[δέρος]], vgl. unten) danach umgeformt. Davon [[βαρύλλιον]] [[Instrument um das Gewicht von Flüssigkeiten zu messen]] (Hero), wie [[ἔπος]] : [[ἐπύλλιον]] usw. (Leumann Glotta 32, 214ff. m. Lit.). — Das epische Partizip [[βεβαρηώς]] (οἴνῳ βεβαρηότες, -ότα γ 139, τ 122) geht von [[οἰνοβαρής]] (Α 225; daneben mit metrischer Verlängerung am Versende [[οἰνοβαρείων]] ι 374, κ 555) aus, wovon auch [[οἰνοβαρέω]] (Thgn.); daraus das mediale βεβαρημένος (Pl. usw.) und das athematische primäre βόρημαι (Sapph. ''Supp''. 25, 17), endlich auch [[βαρέω]] (Hp. ''Morb''., spät), vgl. K. Meister HK 175, Schwyzer 724; davon [[βάρησις]] (Iamb., Inschr. Thrakien). — Über ngr. [[βαρέω]], auch [[schlagen]], Hatzidakis Glotta 22, 132.<br />'''Etymology''' : [[βαρύς]] ist mit aind. ''gurú''-, aw. ''gouru''-, got. ''kaúrus'' [[schwer]] formal und semantisch identisch; nahe kommt, mit regelmäßigem Übergang in ''i''-Stamm aber mit nicht ganz klarem Vokalismus, lat. ''gravis''. Die Hochstufe liegt u. a. vor im aind. Komparativ ''gárīyān'' (gegenüber der Sekundärbildung βαρύτερος), die Schwundstufe u. a. in lett. ''grũts'' [[schwer]] = osk.-lat. ''brūtus'' ib.; vgl. noch [[βριαρός]], [[βρίθω]] (s. βρί). Näheres z. B. bei Pokorny 476f.; s. auch Fraenkel KZ 69, 77f. (über baltische Verwandte).<br />'''Page''' 1,221-222
}}
}}