3,273,446
edits
m (Text replacement - " <span class="bld">" to "<span class="bld">") |
m (Text replacement - "\n" to "") |
||
Line 23: | Line 23: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=περ [~ περί] enclit. partikel, vooral bij Hom. en in poëzie; drukt uit dat de spreker een | |elnltext=περ [~ περί] enclit. partikel, vooral bij Hom. en in poëzie; drukt uit dat de spreker een tekstelement bij uitstek relevant acht, terwijl hij veronderstelt dat het publiek dat niet verwacht richt de aandacht op het specifieke punt uitgedrukt door het voorafgaande tekstelement (in Ned. vaak alleen door intonatie uit te drukken) precies, net; ὡς... περ (= ὥσπερ):. ὡς τὸ πάρος περ precies als vroeger Il. 5.806; ὀλίγον περ echt maar een beetje Il. 11.391; οἷον ὅτε πρῶτόν περ ἐμισγέσθην φιλότητι precies zoals toen ze voor de eerste keer met elkaar naar bed gingen Il. 14.295. juist, in elk geval:. τόδε πέρ μοι ἐπικρήηνον ἐέλδωρ· αὐτοὺς δή περ ἔασον ὑπεκφυγέειν vervul dan déze wens voor mij. Laat onszélf dan (tenminste) ontkomen Il. 8.242-243. drukt uit dat het woord dat aan περ voorafgaat, constrasteert met een ander tekstelement of met een verwachting (contrast in Ned. vaak alleen door intonatie aan te geven) met pron. pers.. ἐκ μέν τοι ἐρέω... ἀλλὰ σύ πέρ μοι εἰπέ ik zal het je zeggen... maar zeg jíj me dan... Od. 4.379. vaak met ptc. dat zo een concessieve interpretatie krijgt (zelfs) al, (ook) al, hoewel:; ἀγαθός περ ἐών zelfs al ben je voortreffelijk Il. 1.131; κηδομένη περ al ben je bedroefd Il. 1.586; θεός περ ὤν hoewel ik een god ben Eur. Alc. 2; ἀσκευής περ ἐών ook al had hij geen gereedschap Hdt. 3.131.1; ook met andere contrasterende tekstelementen; ὅς τ ’ ἐφόβησε ταλάφρονά περ πολεμιστήν die zelfs een onverschrokken krijger op de vlucht laat slaan Il. 13.300; μένει τὸ θεῖον δουλίᾳ περ ἐν φρενί het goddelijke element blijft, zelfs in een slavenhart Aeschl. Ag. 1084; versterkt met καί:. καὶ κρατερός περ ἐών ook al is hij sterk Il. 15.195; μῶν καὶ θεός περ ἱμέρῳ πεπληγμένος toch niet getroffen door verlangen, ook al is hij een god? (van Apollo) Aeschl. Ag. 1204. in andere combinaties; ἄλλοτε περ... νῦν δ ’ een andere keer wel... maar nu Il. 19.200; vaak met negatie. οὔ περ τιν ’ ἀναίνομαι ik wijs absoluut niemand af Od. 8.212. in vaste combinaties met focusfunctie; bij voegw. εἴπερ, ἐάνπερ, ἐπείπερ, ἤπερ, καίπερ, ὅτεπερ, ὥσπερ zie daar; bij pron. rel. ὅσπερ, zie daar, markeert bepaaldheid van referent. γέρας δέ μοι ὅς περ ἔδωκεν, αὖτις... ἕλετο precies de man die mij het eergeschenk gegeven heeft, neemt het me weer af Il. 9.367. | ||
}} | }} | ||
{{etym | {{etym |