3,271,364
edits
m (Text replacement - " :" to ":") |
m (Text replacement - " ’" to "’") |
||
Line 41: | Line 41: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=κόπτω ep. aor. κόψα; stamaor. pass. ἐκόπην; perf. κέκοφα, ptc. perf. ook κεκοπώς; med. κέκομμαι; fut. perf. pass. κεκόψομαι; fut. pass. κοπήσομαι act. slaan, stoten:; δύω μάρψας... ποτὶ γαίῃ | |elnltext=κόπτω ep. aor. κόψα; stamaor. pass. ἐκόπην; perf. κέκοφα, ptc. perf. ook κεκοπώς; med. κέκομμαι; fut. perf. pass. κεκόψομαι; fut. pass. κοπήσομαι act. slaan, stoten:; δύω μάρψας... ποτὶ γαίῃ κόπτ’ nadat hij er twee had gegrepen sloeg hij ze tegen de grond aan stukken Od. 9.290; κόπτοντες δούρεσσι μετάφρενον terwijl zij met hun lansen op haar rug slaan Od. 8.528; overdr.:; φρενῶν κεκομμένος buiten zinnen geslagen Aeschl. Ag. 479; met dubbele acc.:; κόψε δὲ παπτήναντα παρήιον hij sloeg hem op zijn kaak, toen hij boven zijn dekking uitkeek Il. 23.690; kloppen:; τὴν θύραν op de deur kloppen Aristoph. Nub. 132; rammen (van schepen); bijten, steken (van dieren); overdr. afmatten:; κ. τινὰ ἐρωτήμασιν ἀκαίροις iem. doorzagen met ongelegen vragen Plut. Phoc. 7.4; pass.:; κοπτόμενοι δ’ ἀεὶ ταῖς στρατείαις ταύταις terwijl ze voortdurend afgemat worden door die expedities Dem. 2.16; slaan als teken van rouwmisbaar, vgl. 2, met acc. v. h. inw. obj.: ἔκοψα κόμμον Ἄριον ik heb oosters rouwmisbaar aangeheven Aeschl. Ch. 423. slaan, hameren, smeden:; κόπτε δὲ δεσμούς hij smeedde boeien Il. 18.379; ἐπιχώριον νόμισμα κόπτειν inheems geld laten slaan Hdt. 3.56.2; ook med.: νόμισμα χρυσοῦ καὶ ἀργύρου κοψάσθαι gouden en zilveren muntgeld slaan Hdt. 1.94.1. hakken, afhakken, omhakken:; χεῖράς τ’ ἠδὲ πόδας κ. handen en voeten afhakken Od. 22.477; δένδρεσιν ἃ ἔκοψαν met de bomen die zij hadden omgehakt Thuc. 2.75.1; πλέην κυπέρου κεκομμένου vol met fijngehakt cyperkruid Hdt. 4.71.1; slachten:; κόπτοντες τοὺς βοῦς καὶ ὄνους doordat zij de ossen en de ezels slachtten Xen. An. 2.1.6; uitbr. verwoesten:; κ. τὴν χώραν het land verwoesten (door het omhakken van bomen) Xen. Hell. 3.2.26; overdr.: τὸν ὕπνον... κόπτοισα de slaap verstorend Theocr. Id. 21.28. med. zich slaan (van verdriet):; κεφαλήν zich op het hoofd slaan Il. 22.33; met dubbele acc.:; τὴν κεφαλήν μιν κόπτεσθαι zich voor het hoofd slaan Hdt. 2.121.δ.2; uitbr. rouwen:. κόπτεσθ’ Ἄδωνιν rouwt om Adonis Aristoph. Lys. 396; κόψονται ἐπ’ αὐτὸν πᾶσαι αἱ φυλαὶ τῆς γῆς alle volkeren op aarde zullen om hem weeklagen NT Apoc. 1.7. | ||
}} | }} | ||
{{etym | {{etym |