Anonymous

στρέφω: Difference between revisions

From LSJ
m
Text replacement - " ’" to "’"
m (Text replacement - " :" to ":")
m (Text replacement - " ’" to "’")
Line 41: Line 41:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=στρέφω, Dor. στράφω, Aeol. στρόφω, ep. aor. στρέψα, iter. στρέψασκον; aor. -θη pass. ἐστρέφθην aor. -η pass. ἐστράφην; perf. ἔστροφα, med. ἔστραμμαι, plqperf. med.-pass. ἐστράμμην, 3 plur. Ion. in samenst. -εστράφατο. act. met acc., caus. doen omkeren, draaien, wenden:; ἵππους de paarden Il. 8.168; ellipt..; στρέψασκον ἀν ’ ὄγμους zij keerden (hun span) langs de voren Il. 18.546; στρέψαι στράτευμα ἐς Ἄργος het leger terugsturen naar Argos Soph. OC 1416; κάρα het hoofd Eur. Med. 1152; ὄμμα de blik Eur. IT 68; κρόκην σ. de inslagdraad wenden (d.w.z. heen en weer door de schering weven) Luc. 56.12; met acc. en acc. v. h. inw. obj..; τὰς μεσότητας... πάσας σ. στροφάς de intervallen op alle mogelijke manieren wenden en keren Plat. Tim. 43e; overdr..; τὸ πρᾶγμα πανταχῇ στρέφων ‘hoe hij het nu wendde of keerde’ Dem. 21.116; στρέψας σεαυτὸν εἰς πονηρὰ πράγματα door jezelf op het slechte pad te brengen Aristoph. Nub. 1455; retourneren, terugsturen; NT Mt. 27.3; ondersteboven keren, doen omslaan:; βρέτας een godenbeeld Eur. IT 1166; ὑπτίοις κάτω στρέψας τὸ λοιπὸν σέλμασιν ναυτίλλεται nadat hij (het schip) heeft laten kapseizen, vaart hij met de roeibankjes ondersteboven Soph. Ant. 717; ἄνω καὶ κάτω σ. ondersteboven keren Aeschl. Eum. 651; geneesk. verdraaien, ontwrichten:. τὰ κῶλα de benen Plat. Lg. 789e. (doen) ronddraaien, wentelen:; ἄτρακτον de spoel Hdt. 5.12.4; ἄστρα sterren Plat. Epin. 977b; draaien, vlechten:; σπάρτα πυκνὰ ἐστραμμένα stevig in elkaar gevlochten touwen Xen. An. 4.7.15; overdr. (van alle kanten) bekijken, overwegen:; τί στρέφω τάδε; waarom overweeg ik dit (nog)? Eur. Hec. 750; kwellen, folteren:. τὴν ψυχὴν de ziel Plat. Resp. 330e. intrans., m. n. pass., zelden act.; met aor. ἐστράφην en ἐστρέφθην (zich) wenden, keren:; στρεφθεὶς ἐκ χώρης van het land af gekeerd Od. 16.435; στρεφθεὶς μετόπισθεν naar achteren gekeerd Il. 15.645; overdr. met gen..; τοῦ δὲ σοῦ ψόφου οὐκ ἂν στραφείην ik zou niet omkijken naar jouw geraas Soph. Ai. 1117; omkeren, weggaan:; στραφέντες ἔφευγον zij maakten rechtsomkeert en sloegen op de vlucht Xen. Cyr. 3.3.63; ook act..; τἀναντία στρέψαντες ἔφευγον (de Grieken) maakten rechtsomkeert en vluchtten Xen. An. 4.3.32; ποῖ στρέφει; waar ga je heen? Aristoph. Th. 230; van voortdurend heen en weer gaan:; ὡς δ ’ ὅτ ’ ἂν ἐν (...) κύνεσσι κάπριος ἠὲ λέων στρέφεται zoals een everzwijn of leeuw zich wendt en keert te midden van honden Il. 12.42; rondlopen:; ἀνειμένη στρέφῃ onbelemmerd loop je rond Soph. El. 516; woelen:. τί δυσκολαίνεις καὶ στρέφει τὴν νύχθ ’ ὅλην; waarom ben je zo onrustig en lig je de hele nacht te woelen? Aristoph. Nub. 36. (rond)draaien, wentelen: bijv. van de Grote Beer; Od. 5.274; van een spinspoel; Plat. Resp. 617a; van een heupgewricht. Aristoph. Ve. 1495. overdr. een uitweg zoeken:; τί δῆτα ἔχων στρέφει; waarom stribbel je dan nog tegen? Plat. Phaedr. 236e; met acc. v. h. inw. obj.. πάσας στροφὰς στρέφεσθαι zich in alle mogelijke bochten wringen Plat. Resp. 405c. overdr. (van gedachten) veranderen:. ἐν αὐτοῖς τούτοις στρέφεται καὶ ἑλίττεται ἡ δόξα ψευδὴς καὶ ἀληθὴς γιγνομένη over juist deze dingen verandert en wisselt een mening van onwaar naar waar Plat. Tht. 194b; ἐὰν μὴ στραφῆτε als jullie niet tot inkeer komen NT Mt. 18.3.
|elnltext=στρέφω, Dor. στράφω, Aeol. στρόφω, ep. aor. στρέψα, iter. στρέψασκον; aor. -θη pass. ἐστρέφθην aor. -η pass. ἐστράφην; perf. ἔστροφα, med. ἔστραμμαι, plqperf. med.-pass. ἐστράμμην, 3 plur. Ion. in samenst. -εστράφατο. act. met acc., caus. doen omkeren, draaien, wenden:; ἵππους de paarden Il. 8.168; ellipt..; στρέψασκον ἀν’ ὄγμους zij keerden (hun span) langs de voren Il. 18.546; στρέψαι στράτευμα ἐς Ἄργος het leger terugsturen naar Argos Soph. OC 1416; κάρα het hoofd Eur. Med. 1152; ὄμμα de blik Eur. IT 68; κρόκην σ. de inslagdraad wenden (d.w.z. heen en weer door de schering weven) Luc. 56.12; met acc. en acc. v. h. inw. obj..; τὰς μεσότητας... πάσας σ. στροφάς de intervallen op alle mogelijke manieren wenden en keren Plat. Tim. 43e; overdr..; τὸ πρᾶγμα πανταχῇ στρέφων ‘hoe hij het nu wendde of keerde’ Dem. 21.116; στρέψας σεαυτὸν εἰς πονηρὰ πράγματα door jezelf op het slechte pad te brengen Aristoph. Nub. 1455; retourneren, terugsturen; NT Mt. 27.3; ondersteboven keren, doen omslaan:; βρέτας een godenbeeld Eur. IT 1166; ὑπτίοις κάτω στρέψας τὸ λοιπὸν σέλμασιν ναυτίλλεται nadat hij (het schip) heeft laten kapseizen, vaart hij met de roeibankjes ondersteboven Soph. Ant. 717; ἄνω καὶ κάτω σ. ondersteboven keren Aeschl. Eum. 651; geneesk. verdraaien, ontwrichten:. τὰ κῶλα de benen Plat. Lg. 789e. (doen) ronddraaien, wentelen:; ἄτρακτον de spoel Hdt. 5.12.4; ἄστρα sterren Plat. Epin. 977b; draaien, vlechten:; σπάρτα πυκνὰ ἐστραμμένα stevig in elkaar gevlochten touwen Xen. An. 4.7.15; overdr. (van alle kanten) bekijken, overwegen:; τί στρέφω τάδε; waarom overweeg ik dit (nog)? Eur. Hec. 750; kwellen, folteren:. τὴν ψυχὴν de ziel Plat. Resp. 330e. intrans., m. n. pass., zelden act.; met aor. ἐστράφην en ἐστρέφθην (zich) wenden, keren:; στρεφθεὶς ἐκ χώρης van het land af gekeerd Od. 16.435; στρεφθεὶς μετόπισθεν naar achteren gekeerd Il. 15.645; overdr. met gen..; τοῦ δὲ σοῦ ψόφου οὐκ ἂν στραφείην ik zou niet omkijken naar jouw geraas Soph. Ai. 1117; omkeren, weggaan:; στραφέντες ἔφευγον zij maakten rechtsomkeert en sloegen op de vlucht Xen. Cyr. 3.3.63; ook act..; τἀναντία στρέψαντες ἔφευγον (de Grieken) maakten rechtsomkeert en vluchtten Xen. An. 4.3.32; ποῖ στρέφει; waar ga je heen? Aristoph. Th. 230; van voortdurend heen en weer gaan:; ὡς δ’ ὅτ’ ἂν ἐν (...) κύνεσσι κάπριος ἠὲ λέων στρέφεται zoals een everzwijn of leeuw zich wendt en keert te midden van honden Il. 12.42; rondlopen:; ἀνειμένη στρέφῃ onbelemmerd loop je rond Soph. El. 516; woelen:. τί δυσκολαίνεις καὶ στρέφει τὴν νύχθ’ ὅλην; waarom ben je zo onrustig en lig je de hele nacht te woelen? Aristoph. Nub. 36. (rond)draaien, wentelen: bijv. van de Grote Beer; Od. 5.274; van een spinspoel; Plat. Resp. 617a; van een heupgewricht. Aristoph. Ve. 1495. overdr. een uitweg zoeken:; τί δῆτα ἔχων στρέφει; waarom stribbel je dan nog tegen? Plat. Phaedr. 236e; met acc. v. h. inw. obj.. πάσας στροφὰς στρέφεσθαι zich in alle mogelijke bochten wringen Plat. Resp. 405c. overdr. (van gedachten) veranderen:. ἐν αὐτοῖς τούτοις στρέφεται καὶ ἑλίττεται ἡ δόξα ψευδὴς καὶ ἀληθὴς γιγνομένη over juist deze dingen verandert en wisselt een mening van onwaar naar waar Plat. Tht. 194b; ἐὰν μὴ στραφῆτε als jullie niet tot inkeer komen NT Mt. 18.3.
}}
}}
{{elru
{{elru