3,277,226
edits
mNo edit summary |
mNo edit summary |
||
Line 17: | Line 17: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=ποιητής -οῦ, ὁ [ποιέω] maker, schepper, bedenker:. ποιητὴς νόμων maker van wetten (van wetgever) [Plat.] Def. 415b; ποιητὴς ζῴων kunstschilder Plat. Sph. 234a; τὸν... ποιητὴν... τοῦδε τοῦ παντὸς εὑρεῖν de schepper van dit alles te vinden Plat. Tim. 28c; φησὶ γάρ με ποιητὴν εἶναι θεῶν want hij beweert dat ik een bedenker van goden ben Plat. Euthyph. 3b. spec. dichter:; ποιητῇ δὴ κωμῳδίας... μὴ ἐξέστω... μηδαμῶς μηδένα τῶν πολιτικῶν κωμῳδεῖν voor een komediedichter mag het nooit en te nimmer geoorloofd zijn met enige medeburger de spot te drijven Plat. Lg. 935e; auteur:; ποιητὴς τῶν λόγων οἷς οἱ ῥήτορες ἀγωνίζονται auteur van de redevoeringen waarmee de redenaars elkaar bestrijden Plat. Euthyd. 305d; ὁ τὴν μελῳδίαν συνθεὶς ποιητής de dichter die de melodie heeft gecomponeerd Plat. Lg. 812d; met lidw. vaak van de dichter bij uitstek (Homerus). uitvoerder:. οἱ ποιηταὶ νόμου δικαιωθήσονται de volgers van de wet zullen rechtvaardig bevonden worden NT Rom. 2.13. | |elnltext=ποιητής -οῦ, ὁ [ποιέω] [[maker]], [[schepper]], [[bedenker]]:. ποιητὴς νόμων maker van wetten (van wetgever) [Plat.] Def. 415b; ποιητὴς ζῴων kunstschilder Plat. Sph. 234a; τὸν... ποιητὴν... τοῦδε τοῦ παντὸς εὑρεῖν de schepper van dit alles te vinden Plat. Tim. 28c; φησὶ γάρ με ποιητὴν εἶναι θεῶν want hij beweert dat ik een bedenker van goden ben Plat. Euthyph. 3b. spec. dichter:; ποιητῇ δὴ κωμῳδίας... μὴ ἐξέστω... μηδαμῶς μηδένα τῶν πολιτικῶν κωμῳδεῖν voor een komediedichter mag het nooit en te nimmer geoorloofd zijn met enige medeburger de spot te drijven Plat. Lg. 935e; auteur:; ποιητὴς τῶν λόγων οἷς οἱ ῥήτορες ἀγωνίζονται auteur van de redevoeringen waarmee de redenaars elkaar bestrijden Plat. Euthyd. 305d; ὁ τὴν μελῳδίαν συνθεὶς ποιητής de dichter die de melodie heeft gecomponeerd Plat. Lg. 812d; met lidw. vaak van de dichter bij uitstek (Homerus). [[uitvoerder]]:. οἱ ποιηταὶ νόμου δικαιωθήσονται de volgers van de wet zullen rechtvaardig bevonden worden NT Rom. 2.13. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |