Anonymous

στενός: Difference between revisions

From LSJ
m
Text replacement - "( " to "("
m (Text replacement - "Pl.''Lg.''" to "Pl.''Lg.''")
m (Text replacement - "( " to "(")
Line 17: Line 17:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=στενός -ή -όν Ion. στεινός nauw, smal:; οὔτ’ εὐρεῖα οὔτε στενὴ... διαφυγή (er is) noch een brede noch een smalle uitweg Plat. Lg. 737a; δύναμαι ποιεῖν τὸν δῆμον εὐρὺν καὶ στενόν ik kan het volk breed en smal maken (d.w.z. ik kan ze laten slikken wat ik wil) Aristoph. Eq. 720; subst. (τὸ) στενόν, (τὰ) στενά nauw gedeelte, nauwte: zeeëngte, (berg)pas:; πλῆθος ἐν στενῶι νεῶν ἤθροιστ ( ο ) de meerderheid van onze schepen was in de straat (van Salamis) verzameld Aeschl. Pers. 413; ἐπὶ στενὸν τῆς ὁδοῦ bij een versmalling van de weg Xen. Hell. 7.1.29; ἀπειληθέντες ἐς στεινόν in het nauw gedreven Hdt. 9.34.2; ook overdr..; εἰς στενὸν... τὰ τῆς τροφῆς... καταστήσεται de voedselsituatie zal in het gedrang komen Dem. 1.22; ook. ( ἡ ) στενή smalle strook land Thuc. 2.99.4. overdr. bekrompen, stijf, pietluttig. οἱ μὲν τῶν γραφέων λόγοι ἐν τοῖς ἀγῶσι στενοὶ φαίνονται de speeches van degenen die schrijven lijken zuinigjes in (mondelinge) debatten (d.w.z. als je ze hoort) Aristot. Rh. 1413b15.
|elnltext=στενός -ή -όν Ion. στεινός nauw, smal:; οὔτ’ εὐρεῖα οὔτε στενὴ... διαφυγή (er is) noch een brede noch een smalle uitweg Plat. Lg. 737a; δύναμαι ποιεῖν τὸν δῆμον εὐρὺν καὶ στενόν ik kan het volk breed en smal maken (d.w.z. ik kan ze laten slikken wat ik wil) Aristoph. Eq. 720; subst. (τὸ) στενόν, (τὰ) στενά nauw gedeelte, nauwte: zeeëngte, (berg)pas:; πλῆθος ἐν στενῶι νεῶν ἤθροιστ (ο ) de meerderheid van onze schepen was in de straat (van Salamis) verzameld Aeschl. Pers. 413; ἐπὶ στενὸν τῆς ὁδοῦ bij een versmalling van de weg Xen. Hell. 7.1.29; ἀπειληθέντες ἐς στεινόν in het nauw gedreven Hdt. 9.34.2; ook overdr..; εἰς στενὸν... τὰ τῆς τροφῆς... καταστήσεται de voedselsituatie zal in het gedrang komen Dem. 1.22; ook. (ἡ ) στενή smalle strook land Thuc. 2.99.4. overdr. bekrompen, stijf, pietluttig. οἱ μὲν τῶν γραφέων λόγοι ἐν τοῖς ἀγῶσι στενοὶ φαίνονται de speeches van degenen die schrijven lijken zuinigjes in (mondelinge) debatten (d.w.z. als je ze hoort) Aristot. Rh. 1413b15.
}}
}}
{{elru
{{elru