3,277,286
edits
m (Text replacement - " )" to ")") |
m (Text replacement - "( " to "(") |
||
Line 17: | Line 17: | ||
}} | }} | ||
{{elnl | {{elnl | ||
|elnltext=σκληρός -ά -όν [~ σκέλλομαι] hard van zaken hard, stevig, stijf:; ἁρμόττοντα … ξηρὰ πρὸς ὑγρὰ καὶ μαλακὰ πρὸς σκληρά waarbij droge met natte zaken samengaan en zachte met harde Plat. Lg. 889b; van geluid:; βρονταί harde donderslagen Hdt. 8.12.1; van water (d.w.z. uit rots afkomstig); ( ὕδατα) πότερον ἑλώδεσι χρέονται καὶ μαλακοῖσιν, ἢ σκληροῖσί τε καὶ … ἐκ πετρωδέων of ze zacht (water) uit moerasbodem gebruiken, of hard (water) uit rotsbodem Hp. Aër. 1; uitbr. adv. van een situatie. ἐπὶ ταῖσι πέτραις … σκληρῶς καθῆσθαι hard zitten op de stenen Aristoph. Eq. 783. van fysieke conditie stevig gebouwd, robuust, massief:; μέγας ὢν καὶ σκληρὸς Ὀλυμπίασιν ἐκινδύνευσεν ἐκκριθῆναι (een jonge atleet) riskeerde uitgesloten te worden op de Olympische spelen omdat hij groot en stevig gebouwd was Plut. Ages. 13.4; geneesk. hard, onbeweeglijk (van constipatie). κοιλία een harde buik Hp. Aph. 3.25. overdr. van karakter of gedrag hard(vochtig), onbuigzaam, stijf, stug, streng; σκληροὶ καὶ ἀντίτυποι ἄνθρωποι rigide en weerbarstige mensen Plat. Tht. 155e; van abstracte zaken hard, zwaar, moeilijk:. σκληρὰ μαλθακῶς λέγων terwijl je harde dingen op zachte wijze zegt Soph. OC 774; ( τροφήν) σκληρὰν … οἶδα (Oedipus tot Antigone) ik weet dat (de zorg voor mij) zwaar is Soph. OC 1615. | |elnltext=σκληρός -ά -όν [~ σκέλλομαι] hard van zaken hard, stevig, stijf:; ἁρμόττοντα … ξηρὰ πρὸς ὑγρὰ καὶ μαλακὰ πρὸς σκληρά waarbij droge met natte zaken samengaan en zachte met harde Plat. Lg. 889b; van geluid:; βρονταί harde donderslagen Hdt. 8.12.1; van water (d.w.z. uit rots afkomstig); (ὕδατα) πότερον ἑλώδεσι χρέονται καὶ μαλακοῖσιν, ἢ σκληροῖσί τε καὶ … ἐκ πετρωδέων of ze zacht (water) uit moerasbodem gebruiken, of hard (water) uit rotsbodem Hp. Aër. 1; uitbr. adv. van een situatie. ἐπὶ ταῖσι πέτραις … σκληρῶς καθῆσθαι hard zitten op de stenen Aristoph. Eq. 783. van fysieke conditie stevig gebouwd, robuust, massief:; μέγας ὢν καὶ σκληρὸς Ὀλυμπίασιν ἐκινδύνευσεν ἐκκριθῆναι (een jonge atleet) riskeerde uitgesloten te worden op de Olympische spelen omdat hij groot en stevig gebouwd was Plut. Ages. 13.4; geneesk. hard, onbeweeglijk (van constipatie). κοιλία een harde buik Hp. Aph. 3.25. overdr. van karakter of gedrag hard(vochtig), onbuigzaam, stijf, stug, streng; σκληροὶ καὶ ἀντίτυποι ἄνθρωποι rigide en weerbarstige mensen Plat. Tht. 155e; van abstracte zaken hard, zwaar, moeilijk:. σκληρὰ μαλθακῶς λέγων terwijl je harde dingen op zachte wijze zegt Soph. OC 774; (τροφήν) σκληρὰν … οἶδα (Oedipus tot Antigone) ik weet dat (de zorg voor mij) zwaar is Soph. OC 1615. | ||
}} | }} | ||
{{elru | {{elru |