Anonymous

κομίζω: Difference between revisions

From LSJ
m
Text replacement - " )" to ")"
m (Text replacement - "( " to "(")
m (Text replacement - " )" to ")")
Line 17: Line 17:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=κομίζω [~ κομέω] ep. inf. praes. κομιζέμεν; aor. ep. (ἐ)κόμισ(σ)α, Dor. ἐκόμιξα, ep. med. (ἐ)κομισσάμην; fut. κομίσω en κομιῶ, Ion. fut. med. κομιεῦμαι act. en med., met acc. zorg dragen voor zorgen voor, verzorgen:; οὐδὲ τὸν γηράσκοντα κομίζω ik kan niet voor hem zorgen nu hij oud wordt Il. 24.541 ἐνδυκέως κ. liefdevol verzorgen Od. 17.113; τὰ σ’ αὐτῆς ἔργα κόμιζε zorg voor je eigen werk Il. 6.490; med.: καί σε … κομίσσατο ᾧ ἐνὶ οἴκῳ en hij nam jou in zijn eigen huis op Il. 8.284. brengen, begeleiden, aanvoeren:; σὺ μὲν κομίζοις ἂν σεαυτὸν ᾗ θέλεις jij mag je begeven waarheen je wilt Soph. Ant. 444; med.:; εἴσω κομίζου ga naar binnen Aeschl. Ag. 1035; ἐς Βαβυλῶνα κομίζεσθαι zich naar Babylon begeven Hdt. 1.185; οἵ... αὐτῇ κομιοῦσιν ὧν δεῖται die zaken waaraan behoefte bestaat zullen aanvoeren voor hun stad Plat. Resp. 370e; οἷ ὁ δαίμων ἕκαστον κομίζει waarheen de godheid ieder begeleidt Plat. Phaed. 113d; overdr.:; οἱ δὴ κομίσαντες τὴν δόξαν ταύτην zij die die opvatting introduceerden Aristot. EN 1096a17; pregn. in veiligheid brengen, redden:. Ἀμφίμαχον … κόμισαν μετὰ λαὸν Ἀχαιῶν zij brachten Amphimachus veilig terug in het leger van de Achaeërs Il. 13.196; ἄρουραν ἔτι πατρίαν σφίσιν κόμισον behoud het akkerland van hun voorvaderen Pind. Ο. 2.14. wegdragen, meenemen, behalen;; κόμισσα δὲ μώνυχας ἵππους ik (Nestor) nam de eenhoevige paarden mee Il. 11.738; ἔπαινος, ὅν κομίζετον de roem die jullie behalen Soph. OC 1411; τις Ἀργείων (ἄκοντα ) κόμισε χροΐ een van de Grieken heeft (de speer) in zijn lijf opgevangen Il. 14.456; med.:; ἔργα κομίζεσθαι Δημητέρος de graanoogst binnenbrengen Hes. Op. 393; met acc. en gen., met acc. en παρά + gen., met acc. en ἀπό + gen. iets van iem. (terug)krijgen:. ἐφ’ ᾧ τοὺς ἄνδρας κομιοῦνται op voorwaarde dat zij hun mannen zouden terugkrijgen Thuc. 1.113.3; τὴν ἡμετέραν βασιλείαν ons eigen koningschap herwinnen Aristoph. Av. 549; διπλάσια het dubbele bedrag innen Lys. 19.57; χάριν dank krijgen Dem. 18.114; ἆθλα prijzen behalen Plat. Resp. 621d; ὁ γὰρ ἀδικῶν κομίσεται ὃ ἠδίκησεν wie onrecht doet, zal de opbrengst van zijn onrecht oogsten NT Col. 3.25. pass. intrans. terugkeren:. ἐκομίσθησαν ἐπ’ οἴκου zij keerden terug naar huis Thuc. 2.33.3.
|elnltext=κομίζω [~ κομέω] ep. inf. praes. κομιζέμεν; aor. ep. (ἐ)κόμισ(σ)α, Dor. ἐκόμιξα, ep. med. (ἐ)κομισσάμην; fut. κομίσω en κομιῶ, Ion. fut. med. κομιεῦμαι act. en med., met acc. zorg dragen voor zorgen voor, verzorgen:; οὐδὲ τὸν γηράσκοντα κομίζω ik kan niet voor hem zorgen nu hij oud wordt Il. 24.541 ἐνδυκέως κ. liefdevol verzorgen Od. 17.113; τὰ σ’ αὐτῆς ἔργα κόμιζε zorg voor je eigen werk Il. 6.490; med.: καί σε … κομίσσατο ᾧ ἐνὶ οἴκῳ en hij nam jou in zijn eigen huis op Il. 8.284. brengen, begeleiden, aanvoeren:; σὺ μὲν κομίζοις ἂν σεαυτὸν ᾗ θέλεις jij mag je begeven waarheen je wilt Soph. Ant. 444; med.:; εἴσω κομίζου ga naar binnen Aeschl. Ag. 1035; ἐς Βαβυλῶνα κομίζεσθαι zich naar Babylon begeven Hdt. 1.185; οἵ... αὐτῇ κομιοῦσιν ὧν δεῖται die zaken waaraan behoefte bestaat zullen aanvoeren voor hun stad Plat. Resp. 370e; οἷ ὁ δαίμων ἕκαστον κομίζει waarheen de godheid ieder begeleidt Plat. Phaed. 113d; overdr.:; οἱ δὴ κομίσαντες τὴν δόξαν ταύτην zij die die opvatting introduceerden Aristot. EN 1096a17; pregn. in veiligheid brengen, redden:. Ἀμφίμαχον … κόμισαν μετὰ λαὸν Ἀχαιῶν zij brachten Amphimachus veilig terug in het leger van de Achaeërs Il. 13.196; ἄρουραν ἔτι πατρίαν σφίσιν κόμισον behoud het akkerland van hun voorvaderen Pind. Ο. 2.14. wegdragen, meenemen, behalen;; κόμισσα δὲ μώνυχας ἵππους ik (Nestor) nam de eenhoevige paarden mee Il. 11.738; ἔπαινος, ὅν κομίζετον de roem die jullie behalen Soph. OC 1411; τις Ἀργείων (ἄκοντα) κόμισε χροΐ een van de Grieken heeft (de speer) in zijn lijf opgevangen Il. 14.456; med.:; ἔργα κομίζεσθαι Δημητέρος de graanoogst binnenbrengen Hes. Op. 393; met acc. en gen., met acc. en παρά + gen., met acc. en ἀπό + gen. iets van iem. (terug)krijgen:. ἐφ’ ᾧ τοὺς ἄνδρας κομιοῦνται op voorwaarde dat zij hun mannen zouden terugkrijgen Thuc. 1.113.3; τὴν ἡμετέραν βασιλείαν ons eigen koningschap herwinnen Aristoph. Av. 549; διπλάσια het dubbele bedrag innen Lys. 19.57; χάριν dank krijgen Dem. 18.114; ἆθλα prijzen behalen Plat. Resp. 621d; ὁ γὰρ ἀδικῶν κομίσεται ὃ ἠδίκησεν wie onrecht doet, zal de opbrengst van zijn onrecht oogsten NT Col. 3.25. pass. intrans. terugkeren:. ἐκομίσθησαν ἐπ’ οἴκου zij keerden terug naar huis Thuc. 2.33.3.
}}
}}
{{elru
{{elru