Anonymous

πῶς: Difference between revisions

From LSJ
1 byte removed ,  13 October 2024
m
Text replacement - " )" to ")"
m (Text replacement - "( " to "(")
m (Text replacement - " )" to ")")
Line 17: Line 17:
}}
}}
{{elnl
{{elnl
|elnltext=πῶς, Ion. κῶς [~ πο-] adv. interrog.; hoe? adv. van wijze hoe? op welke manier?:; ὃς δ’ ἂν ἡμῖν ἄξιος φιλίας δοκῇ εἶναι, πῶς χρὴ φίλον τοῦτον ποιεῖσθαι; als iemand ons vriendschap waard lijkt te zijn, hoe moeten we die man dan tot onze vriend maken? Xen. Mem. 2.6.8; πῶς δοκεῖς; hoe denk je erover? Plat. Plt. 309c; πρὸς τόδε πῶς ἔχεις hoe sta je hier tegenover? Plat. Parm. 131e; met ander vraagwoord (elk met volle betekenis); πῶς ἐκ τίνος νεώς... ἥκετε; hoe en met welk schip zijn jullie gekomen? Eur. Hel. 1543 (vgl. 2. b.); hoe duur?:. πῶς ὁ σῖτος ὤνιος; voor hoeveel is het graan te koop? Aristoph. Ach. 758. adv. in vragen die oordeel of houding van spreker impliceren in ret. vraag; de spreker denkt dat iets onmogelijk is hoe (dan wel)?:; πῶς γάρ τοι δώσουσιν γέρας μεγάθυμοι Ἀχαιοί; hoe kunnen de fiere Achaeers jou dan wel een eergeschenk geven? Il. 1.123; om verbazing of woede uit te drukken over inhoud v. d. rest v. d. zin: hoezo?, hoe kan het dat?:; πῶς ἐθέλεις ἅλιον θεῖναι; hoe kun je dat nu ongedaan willen maken? Il. 4.26; πῶς παραχρῆμα ἐξηράνθη ἡ συκῆ; hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling verdorde? NT Mt. 21.20; waarom?:. πῶς οὐ νοεῖτε ὅτι; waarom begrijpen jullie nu niet dat...? NT Mt. 16.11. m. n. bij werkw. van ‘zeggen’ om verbazing of onbegrip uit te drukken over woorden van de ander: hoe?:; πῶς τοῦτ’ ἔλεξας; hoe bedoelde je dat? Aeschl. Pers. 793; πῶς φῄς; wat zeg je me nu? Aeschl. Ag. 268; πῶς εἶπας; hoe bedoel je? Aeschl. Pers. 798; πῶς δύνασαι λέγειν...; hoe kun je nu zeggen...? NT Luc. 6.42; πῶς λέγουσιν οἱ γραμματεῖς ὅτι...; hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat...? NT Marc. 12.35; met vraagwoord. τί (redundant) πῶς τί τοῦτο λέγεις; hoe bedoel je dat? Plat. Tim. 22b. speciaal in vraag naar verklaring van specifiek woordgebruik van de ander hoezo?:. πῶς δίκαια; hoezo ‘rechtvaardig’? Soph. OC 832; πῶς μὴ δίκαιος; hoezo niet ‘rechtvaardig’? Soph. Tr. 412. markeert inhoud van de eigen (voorafgaande) uitspraak als zeer opmerkelijk, kom. vaste uitdr. πῶς δοκεῖς (lett. ‘hoe denk je wel?’ ‘stel je voor hoe’) dat geloof je niet!, ongelofelijk!:. ὠστιοῦνται πῶς δοκεῖς zij zullen elkaar verdringen, ongelofelijk! Aristoph. Ach. 24; πῶς οἴει σφόδρα ongelofelijk hevig Aristoph. Ran. 54. met partikels en voegw. πῶς ἄν (ep. πῶς κε ) in ret. vraag, met opt. pot. hoe?:; πῶς ἂν... λιποίμην οἶος hoe zou ik dan hier alleen achter kunnen blijven? Il. 9.437; met opt. in vraag die wens uitdrukt (‘hoe zou... kunnen?’ > ‘kon... maar’); πῶς ἄν... θάνοιμι; kon ik maar sterven Soph. Ai. 388; πῶς ἂν μόλοι δῆθ’...; kan hij misschien terugkomen? Soph. OT 765; πῶς ἂν οὖν... ἐξεύροιμ’ ὅπως...; ach, kon ik maar uitvinden, hoe...? Aristoph. Th. 22; met indic. van hist. tijd in irrealis. πῶς δέ κεν Ἕκτωρ Κῆρας ὑπεξέφυγεν θανάτοιο; hoe had Hektor aan het doodslot kunnen ontsnappen? Il. 22.202. πῶς γάρ in antwoord hoe dan wel?, natuurlijk niet:; - οὐ γὰρ οἶσθά με...; - πῶς γὰρ κάτοιδ’ ὅν γ’ εἶδον οὐδεπώποτε – ken je me niet? – hoe moet ik iemand kennen die ik nog nooit gezien heb? Soph. Ph. 250; - κἀγὼ μὲν οὐκ ἔδρασα... οὐδ’ αὖ σύ. - πῶς γάρ; - ik heb het niet gedaan, en jij ook niet. - natuurlijk niet! Soph. El. 911; πῶς γὰρ ἄν; hoe kon hij ook! Lys. 1.27; πῶς γὰρ οὔ; hoe dan niet?, natuurlijk (wel)!, ja natuurlijk!:; - οὕτω σοι δοκεῖ ἔχειν...; - πῶς γὰρ οὔ; -denk je dat het zo zit? – ja, natuurlijk! Plat. Grg. 469a; zie ook 3.e. πῶς δή;, πῶς δῆτα; of πῶς δαί; hoe dan? hoe in hemelsnaam?. πῶς καί hoe dan wel?:; πῶς καὶ πέπρακται... φόνος; hoe is hun dood dan wel tot stand gekomen? Eur. Phoen. 1354; καὶ πῶς en hoe dan?; καὶ πῶς σιωπῶ; en hoe kan ik dan zwijgen? Eur. Or. 1025; abs.. καὶ πῶς; onmogelijk! Plat. Tht. 163d. πῶς οὐ hoe niet?, m. n. in ret. vragen natuurlijk wel:; πῶς οὐ δεινὰ εἴργασθε; hoe kunnen jullie volhouden geen wandaden te hebben begaan? Thuc. 3.66.2 (vgl. 2.b.); πῶς οὐ μεγάλης ἄξιος ἦν τιμῆς; natuurlijk was hij grote eer waardig Xen. Mem. 1.2.64; abs. πῶς δ’ οὔ; natuurlijk wel = πῶς γὰρ οὔ; (zie 3.b.) = πῶς δ’ οὐκ ἄν;. πῶς οὖν hoe dan?; πῶς οὖν τόθ’ οὗτος... οὐκ ηὖδα τάδε; hoe kwam het dan dat hij toen dit niet vertelde? Soph. OT 568; abs.. πῶς οὖν hoe nu? Eur. Med. 1376. πῶς ποτέ hoe... ooit.? πῶς ποθ’... φέρειν... σῖγ’ ἐδυνάθησαν ἐς τοσόνδε; hoe hebben zij (jou) ooit zo lang in stilte kunnen dragen? Soph. OT 1211. interrog. indir., in plaats van ὅπως hoe (als adv. v. wijze, vgl. 1):. μένω δ’ ἀκοῦσαι πῶς ἀγὼν κριθήσεται ik blijf om te horen hoe de zaak gevonnist zal worden Aeschl. Eum. 677; ἵνα... κατάδηλον γένηται πῶς βιωτέον opdat het duidelijk wordt hoe men moet leven Plat. Grg. 492d5. uitroep in plaats van ὡς hoe! hoezeer!; met adj. en adv..; πῶς δυσκόλως met hoeveel moeite NT Marc. 10.23; met werkw.. ἴδε πῶς ἐφίλει αὐτόν zie, hoezeer hij van hem hield! NT Io. 11.36.
|elnltext=πῶς, Ion. κῶς [~ πο-] adv. interrog.; hoe? adv. van wijze hoe? op welke manier?:; ὃς δ’ ἂν ἡμῖν ἄξιος φιλίας δοκῇ εἶναι, πῶς χρὴ φίλον τοῦτον ποιεῖσθαι; als iemand ons vriendschap waard lijkt te zijn, hoe moeten we die man dan tot onze vriend maken? Xen. Mem. 2.6.8; πῶς δοκεῖς; hoe denk je erover? Plat. Plt. 309c; πρὸς τόδε πῶς ἔχεις hoe sta je hier tegenover? Plat. Parm. 131e; met ander vraagwoord (elk met volle betekenis); πῶς ἐκ τίνος νεώς... ἥκετε; hoe en met welk schip zijn jullie gekomen? Eur. Hel. 1543 (vgl. 2. b.); hoe duur?:. πῶς ὁ σῖτος ὤνιος; voor hoeveel is het graan te koop? Aristoph. Ach. 758. adv. in vragen die oordeel of houding van spreker impliceren in ret. vraag; de spreker denkt dat iets onmogelijk is hoe (dan wel)?:; πῶς γάρ τοι δώσουσιν γέρας μεγάθυμοι Ἀχαιοί; hoe kunnen de fiere Achaeers jou dan wel een eergeschenk geven? Il. 1.123; om verbazing of woede uit te drukken over inhoud v. d. rest v. d. zin: hoezo?, hoe kan het dat?:; πῶς ἐθέλεις ἅλιον θεῖναι; hoe kun je dat nu ongedaan willen maken? Il. 4.26; πῶς παραχρῆμα ἐξηράνθη ἡ συκῆ; hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling verdorde? NT Mt. 21.20; waarom?:. πῶς οὐ νοεῖτε ὅτι; waarom begrijpen jullie nu niet dat...? NT Mt. 16.11. m. n. bij werkw. van ‘zeggen’ om verbazing of onbegrip uit te drukken over woorden van de ander: hoe?:; πῶς τοῦτ’ ἔλεξας; hoe bedoelde je dat? Aeschl. Pers. 793; πῶς φῄς; wat zeg je me nu? Aeschl. Ag. 268; πῶς εἶπας; hoe bedoel je? Aeschl. Pers. 798; πῶς δύνασαι λέγειν...; hoe kun je nu zeggen...? NT Luc. 6.42; πῶς λέγουσιν οἱ γραμματεῖς ὅτι...; hoe kunnen de schriftgeleerden beweren dat...? NT Marc. 12.35; met vraagwoord. τί (redundant) πῶς τί τοῦτο λέγεις; hoe bedoel je dat? Plat. Tim. 22b. speciaal in vraag naar verklaring van specifiek woordgebruik van de ander hoezo?:. πῶς δίκαια; hoezo ‘rechtvaardig’? Soph. OC 832; πῶς μὴ δίκαιος; hoezo niet ‘rechtvaardig’? Soph. Tr. 412. markeert inhoud van de eigen (voorafgaande) uitspraak als zeer opmerkelijk, kom. vaste uitdr. πῶς δοκεῖς (lett. ‘hoe denk je wel?’ ‘stel je voor hoe’) dat geloof je niet!, ongelofelijk!:. ὠστιοῦνται πῶς δοκεῖς zij zullen elkaar verdringen, ongelofelijk! Aristoph. Ach. 24; πῶς οἴει σφόδρα ongelofelijk hevig Aristoph. Ran. 54. met partikels en voegw. πῶς ἄν (ep. πῶς κε) in ret. vraag, met opt. pot. hoe?:; πῶς ἂν... λιποίμην οἶος hoe zou ik dan hier alleen achter kunnen blijven? Il. 9.437; met opt. in vraag die wens uitdrukt (‘hoe zou... kunnen?’ > ‘kon... maar’); πῶς ἄν... θάνοιμι; kon ik maar sterven Soph. Ai. 388; πῶς ἂν μόλοι δῆθ’...; kan hij misschien terugkomen? Soph. OT 765; πῶς ἂν οὖν... ἐξεύροιμ’ ὅπως...; ach, kon ik maar uitvinden, hoe...? Aristoph. Th. 22; met indic. van hist. tijd in irrealis. πῶς δέ κεν Ἕκτωρ Κῆρας ὑπεξέφυγεν θανάτοιο; hoe had Hektor aan het doodslot kunnen ontsnappen? Il. 22.202. πῶς γάρ in antwoord hoe dan wel?, natuurlijk niet:; - οὐ γὰρ οἶσθά με...; - πῶς γὰρ κάτοιδ’ ὅν γ’ εἶδον οὐδεπώποτε – ken je me niet? – hoe moet ik iemand kennen die ik nog nooit gezien heb? Soph. Ph. 250; - κἀγὼ μὲν οὐκ ἔδρασα... οὐδ’ αὖ σύ. - πῶς γάρ; - ik heb het niet gedaan, en jij ook niet. - natuurlijk niet! Soph. El. 911; πῶς γὰρ ἄν; hoe kon hij ook! Lys. 1.27; πῶς γὰρ οὔ; hoe dan niet?, natuurlijk (wel)!, ja natuurlijk!:; - οὕτω σοι δοκεῖ ἔχειν...; - πῶς γὰρ οὔ; -denk je dat het zo zit? – ja, natuurlijk! Plat. Grg. 469a; zie ook 3.e. πῶς δή;, πῶς δῆτα; of πῶς δαί; hoe dan? hoe in hemelsnaam?. πῶς καί hoe dan wel?:; πῶς καὶ πέπρακται... φόνος; hoe is hun dood dan wel tot stand gekomen? Eur. Phoen. 1354; καὶ πῶς en hoe dan?; καὶ πῶς σιωπῶ; en hoe kan ik dan zwijgen? Eur. Or. 1025; abs.. καὶ πῶς; onmogelijk! Plat. Tht. 163d. πῶς οὐ hoe niet?, m. n. in ret. vragen natuurlijk wel:; πῶς οὐ δεινὰ εἴργασθε; hoe kunnen jullie volhouden geen wandaden te hebben begaan? Thuc. 3.66.2 (vgl. 2.b.); πῶς οὐ μεγάλης ἄξιος ἦν τιμῆς; natuurlijk was hij grote eer waardig Xen. Mem. 1.2.64; abs. πῶς δ’ οὔ; natuurlijk wel = πῶς γὰρ οὔ; (zie 3.b.) = πῶς δ’ οὐκ ἄν;. πῶς οὖν hoe dan?; πῶς οὖν τόθ’ οὗτος... οὐκ ηὖδα τάδε; hoe kwam het dan dat hij toen dit niet vertelde? Soph. OT 568; abs.. πῶς οὖν hoe nu? Eur. Med. 1376. πῶς ποτέ hoe... ooit.? πῶς ποθ’... φέρειν... σῖγ’ ἐδυνάθησαν ἐς τοσόνδε; hoe hebben zij (jou) ooit zo lang in stilte kunnen dragen? Soph. OT 1211. interrog. indir., in plaats van ὅπως hoe (als adv. v. wijze, vgl. 1):. μένω δ’ ἀκοῦσαι πῶς ἀγὼν κριθήσεται ik blijf om te horen hoe de zaak gevonnist zal worden Aeschl. Eum. 677; ἵνα... κατάδηλον γένηται πῶς βιωτέον opdat het duidelijk wordt hoe men moet leven Plat. Grg. 492d5. uitroep in plaats van ὡς hoe! hoezeer!; met adj. en adv..; πῶς δυσκόλως met hoeveel moeite NT Marc. 10.23; met werkw.. ἴδε πῶς ἐφίλει αὐτόν zie, hoezeer hij van hem hield! NT Io. 11.36.
}}
}}
{{elru
{{elru