πέττω
Οὐκ ἔστιν οὐδὲν κτῆμα κάλλιον φίλου → Nulla est amico pulchrior possessio → Als einen Freund gibt's keinen schöneren Besitz
French (Bailly abrégé)
att. c. πέσσω.
Greek (Liddell-Scott)
πέττω: Ἀττ. πέσσω.
Greek Monolingual
Α
βλ. πέσσω.
Greek Monotonic
πέττω: Αττ. αντί πέσσω.
Dutch (Woordenboekgrieks.nl)
πέττω, Ion. πέσσω, ander praes. πέπτω [~ πέπων] aor. ἔπεψα, pass. ἐπέφθην; perf. med.-pass. πέπεμμαι; fut. πέψω doen rijpen:; Ζεφυρίη πνείουσα τὰ μὲν φύει, ἄλλα δὲ πέσσει de westenwind doet door zijn waaien het ene groeien en het andere rijpen Od. 7.119; overdr. koesteren:. χόλον πέσσει hij koestert zijn wrok Il. 4.513; ἀλλ’ ὥς τις τούτων γε βέλος καὶ οἴκοθι πέσσῃ maar zodat menigeen van hen ook thuis nog van zijn verwonding kan genieten (sarcastisch) Il. 8.513; γέρα πεσσέμεν genieten van de geschenken Il. 2.237. gaar maken, koken, bakken:. ἡ δὲ γυνή... τὰ σιτία σφι ἔπεσσε de vrouw kookte het eten voor hen Hdt. 8.137.2; ἔπεττεν ἄρτους zij bakte broden Aristoph. Ran. 505; ἄρτος εὖ πεπεμμένος een goed gebakken brood Aristoph. Pl. 1136. geneesk. verteren:; αἱ δὲ τοιαῦται κοιλίαι... βραδύτερον πέσσουσι dergelijke buiken hebben een langzamere spijsvertering Hp. VM 11; overdr..; ἐν αὑτῷ δὲ πέψαι τὴν ὀργὴν χρόνου δεῖται er is tijd voor nodig om je woede bij jezelf te verteren Aristot. EN 1126a24; med. rijpen:. πέσσεται νοῦσος de ziekte komt tot rijping (d.w.z. tot een crisis) Hp. Acut. 42.
German (Pape)
att. = πέσσω.