βρόγχιον

From LSJ

εἰ μὴ ἦλθον καὶ ἐλάλησα αὐτοῖς, ἁμαρτίαν οὐκ εἶχον → if I had not come and spoken to them, they would not be guilty of sin

Source

Russian (Dvoretsky)

βρόγχιον: τό Arst. v. l. = βράγχιον.

Dutch (Woordenboekgrieks.nl)

βρόγχιον -ου, τό, demin. van βρόγχος, pijpje, kanaal (waar lucht doorheen gaat), m. n. plur. van de vertakkingen van de luchtpijp: bronchiën; ook van de kanalen die van het zeefbeen (aangezichtsbot) naar de hersenen lopen.